li 9K VRIEND SCHAP «s I Literatuur Archievenblad Onderzoek in nieuwe media 34 Archievenblad Mei 1999 Literatuur Archievenblad Rudolf Dekker Uit de schaduw in 't grote licht LUUC KOOIJMANS OVERLEVEN Through the keyhole Mei 1999 Archievenblad 35 Het tweede te recenseren werk is alleen voor uitgeverijen bedoeld en werd reeds gesignaleerd in Archievenblad 103/1, 53. Deze handleiding biedt wel een dergelijke volledige lijst. De opzet van deze bewaarter- mijnenlijst is echter zodanig dat niet is te zien op welke wettelijke bepaling of beleids overweging elke afzonderlijke termijn is ge baseerd. De Philipslijst in het eerste boekje Onderzoek in nieuwe media Red. Ben Tiggelaar. Otto Cramwinkel. Amsterdam. 1 997. Themanummer van l&l: Informatie en informatie beleid. ISBN 90-7572-782-8. fl. 89.50 Ben Tiggelaar, redactie Verschillende Nederlandse instituten ver richten onderzoek in nieuwe media. Wat zijn dat, nieuwe media? Het blijkt te gaan om multimedia, al dan niet draadloos, alles wat met Internet te maken heeft. Een goed omschreven definitie tref ik niet aan in het boek. In ieder geval wordt 'oude media' (pa pier) gebruikt om verslag te doen van een congres over onderzoek in nieuwe media. Waar houdt men zich mee bezig? In de bundel 'Onderzoek in nieuwe media' zijn 13 artikelen te vinden die hierop ingaan. Is dat interessant voor de lezer van het Ar chievenblad? De bijdrage van Theo Hui- bers, Information retrieval systemen, biedt een ingang. De tijden veranderen, stelt hij. Tot voor kort was de bibliotheek dé plek om informatie te zoeken en te vinden, maar informatie is nu op diverse nieuwe loca ties en in groten getale verzameld. "Oude locaties worden (her-)ontdekt: het archief bijvoorbeeld, voorheen gepositioneerd als het eindstadium van het informatiever- voorziet daarin, door een vierkolommensys- teem. In geen van de voorbeeldlijsten zijn de nieuwe bewaartermijnen van de gewijzig de wetgeving al verwerkt. In dat opzicht zijn beide uitgaven, althans wat de voorbeel den betreft, op het moment van verschijnen al verouderd. De datum van de produktie van het tweede boekje was kennelijk oktober 1998; had de wetswijziging dan niet ten- werkingsproces maar steeds vaker gema noeuvreerd in een centrale positie van de informatievoorziening", schrijft hij. Een relatief nieuwe hoek van de weten schap houdt zich bezig met het ontwikke len van systemen die aan de hand van een vraagstelling automatisch relevante infor matie opleveren. Dit zijn information re trieval systemen. Huibers geeft een glo baal overzicht van de stand van zaken maar plaatst ook enige kritische kanttekeningen, met name op het gebied van de betrouw baarheid van de gevonden informatie. Er blijft een rol weggelegd voor de profes sional. Dat zou de archivaris kunnen zijn. In de overige artikelen wordt het archief wezen niet meer direct genoemd. Maar men treft wellicht toch interessante bijdragen aan, waarin de beoogde centrale positie in de informatievoorziening in een breder kader kan worden geplaatst. Dit varieert van beschrijvingen van nieuwe ontwikke lingen, zoals draadloze multimedia: een global wireless infrastructure dient zich aan. Het artikel van Theun Bruins 'De ge stage aanleg van de elektronische snel weg' beschrijft de ontwikkeling van de netwerk infrastructuur en de financiële en politieke belemmeringen die de ont wikkeling beïnvloeden. De integratie van telecommunicatie en informatietechnolo gie maakt telewerken en teleleren moge lijk. Dirk de Wit en Bert de Bruin geven een overzicht van 'Succes en faalfactoren bij telematicatoepassingen'. In de bundel is relatief veel aandacht voor projecten waarin de automatisering van groepswerk centraal staat. De beperking van tijd en plaats wordt losgelaten door mensen op verschillende locaties op verschillende tijdstippen aan een gezamenlijk product te laten werken. Als men nieuwe informatie- en communi catietechnologie introduceert in een orga nisatie kan het interessant zijn de inzich- minste in de inleiding kunnen worden ver werkt? Aan welke beleidsoverweging of omstandigheid de KVB het te danken heeft dat zij haar bewaartermijnen ntede door de KVAN heeft kunnen laten verspreiden is mij niet duidelijk. Gezien de zeer beperk te waarde ervan lijkt mij dat te veel eer. Arnold den Teuling, provinciaal archiefinspecteur in Drenthe ten uit het artikel 'De eindgebruiker bestaat niet' van Bergman en Frissen te bestude ren. Niet de gebruiker, die een dienst kan accepteren of gebruiken, maar het ge- bruiksproces zelf staat centraal. De ge bruiker is één van de actoren die een ac tieve bijdrage levert aan het traject in ont wikkeling. Hoewel het boek in 1997 verschenen is, biedt het nog steeds een goed overzicht van de toepassingen van telematica en Internet. Alle bijdragen zijn voorzien van een literatuurlijst, zodat verder onderzoek mogelijk is. Uiteraard worden er projec ten en resultaten aangekondigd die inmid dels wellicht zijn gerealiseerd. Toch denk ik dat de veranderingen sindsdien niet spectaculair zijn. Internet was in 1997 immers al een massamedium. Sinds die tijd is weliswaar het gebruik en het aantal toepassingen gegroeid, maar veel zaken stonden in 1997 al op de rails. René van Horik, Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI) Herman Kaptein, De Hollandse textielnijverheid 1350-1600 Conjunctuur en continuïteit Verloren, Hilversum, 1998. ISBN 90-73941-1 7-2. 288 blz.fl.49.-. De Hollandse textielnijverheid 1350-1600 "Conjunctuur re continuïteit Herman Kaptein Na het verschijnen van cje publicatie en 1600. Hij komt tot de conclusie dat het komst, bloei en ondergang van de textiel- de bronnenuitgave van N.W. Posthumus beeld van de Hollandse textielnijverheid te- nijverheid aan het Spaarne'. Deze bundel over de Leidse textielindustrie waagde zes- veel is bepaald door de situatie van de Leid- bevat een overzicht van de Haarlemse tex- tig jaar lang geen historicus zich meer aan se lakenindustrie en die blijkt geen afspie- tielnijverheid tot en met de 20ste eeuw. dit onderwerp. Herman Kaptein bekeek geling te zijn van die in heel Holland.Toen Voor zijn onderzoek naar de Hollandse en de bronnen die Posthumus gebruikte en de Leidse nijverheid achteruitging, groeide Haarlemse textielnijverheid gebruikte hij vulde die aan met nieuw archiefmateriaal, die in Amsterdam, Rotterdam en Haarlem naast het gepubliceerde cijfermateriaal van met name over Haarlem. Vooral de Haar- juist. Posthumus gegevens uit gildenarchieven, lemse textielnijverheid en de handelspoli- belastingkohieren en de resoluties van het tiek van het Haarlemse stadsbestuur ko- Het boek is chronologisch van opzet met stadsbestuur van Haarlem. Daarnaast on- men in de dissertatie aan bod. Kaptein on- uitvoerige en genuanceerde evaluaties van derzocht hij ook de resoluties van de Sta- derzocht niet alleen de hoeveelheden stof- kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. ten van Holland en de memorialen van fen, zoals gewoonlijk is gedaan, maar ook Kaptein publiceerde eerder een deel van het Hof van Holland, de verschillende soorten die in Holland zijn onderzoeksresultaten in 1995 in het werden geproduceerd in de periode 1350- boek 'Haarlem ging op wollen zolen. Op- Annabelle Meddens-van Borselen Familiearchieven als bron voor onderzoek In zijn boek portretteert hij acht kinderen werkt, zoals spel, straf en onderwijs. Naast uit verschillende milieus. Het dagboek van de dagboeken maakt Dekker ook gebruik R. Dekker, Uit de schaduw in't grote Constantijn Huygens, secretaris van de van opvoedkundige traktaten, romans, licht. Kinderen in egodocumenten van prins van Oranje, uit 1646 is het uitgangs- kluchten, etiquetteboeken, schilderijen en de Gouden Eeuw tot de Romantiek. punt voor deze studie. Het is het oudst tekeningen. In het boek is een lijst opge- Wereldbibliotheek. Amsterdam. bewaarde dagboek in Europa dat uitslui- nomen met namen van schrijvers van ego- ISBN 90-284-1 680-3. 288 biz. tend bestemd was voor aantekeningen documenten tot 1835 met vermelding over kinderen. In Nederland zijn inmiddels van vindplaats. Luuc Kooijmans Vriendschap en ruim duizend egodocumenten, dagboeken, Kooijmans bestudeerde voor zijn boek de kunst van het overleven in de reisjournalen en autobiografieën, in biblio- 'Vriendschap en de kunst van het overle- zeventiende en achttiende eeuw. theken en archieven aangetroffen. De ego- ven' een aantal familiearchieven waaron- Bert Bakker, Amsterdam. 1 997. documenten die in deze studie zijn ge- der die van Huydecoper (Utrecht), Van ISBN 90-351-1 8146. 391 blz. fl. 55,- bruikt, bieden drie perspectieven op het der Meulen (Leiden), Van der Muelen Kinderen in egodocumenten van de Gouden Eeuw H EN DF. KUNST VAN HET IN DE ZEVENTIENDE EN ACHTTIENDE EEUW rITïïF,VER11 ri:rt bakkfr R. Dekker, Uit de schaduw in 't grote licht. Luuc Kooijmans, Vriendschap en de kunst van Kinderen in egodocumenten van de Gouden Eeuwtot de Romantiek het overleven inde zeventiende en achttiende eeuw. Dutch child-rearing practices in the 17th and 18th century Three urban elite families B. Roberts Through the keyhole. Dutch child- rearing practices in the 17th and 18th century. B. Roberts Through the keyhole. Dutch child-rearing practices in the 1 7th and 1 8th century. Three urban elite families. Verloren, Hilversum, 1 998. ISBN 90-6550-5865. 223 blz. fl. 45,- Rudolf Dekker is de eerste historicus in Ne derland, die dagboeken in familiearchieven gebruikt om de kindertijd te onderzoeken. kind: er zijn ouders die over kinderen schrijven (in dagboeken en brieven), er zijn volwassenen die over hun jeugd schrijven (autobiografieën) en tenslotte kinderen, die over zichzelf schrijven in dag boeken. Het boek valt in twee delen uiteen. In het eerste deel wordt het leven van acht kinderen geschetst. In het tweede deel wordt een aantal thema's nader uitge- (Utrecht), Backer en Bicker (Amsterdam) Fagel, Boreel en Panhuys (Algemeen Rijks archief Den Haag). Het archief van Daniël van der Meulen bevat zowel particuliere als zakelijke correspondentie. In principe maakte men geen onderscheid in medede lingen over het privé-leven en zakelijke kwes ties. Deze vermenging trad op doordat veel handelsrelaties tevens familierelaties waren.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 17