V
onderwijsprojecten in Nieuwegein
Archief educatie
Archievenblad
Archief educatie
Archievenblad
Vruchtbare
voedingsbodem
Omgevingsgeschiedenis staat in de aandacht. Ook archiefdiensten tonen een toenemend enthousiasme om het
onderwijs als partner in de armen te sluiten. De grotere archiefdiensten in ons land hebben de beschikking over
educatieve medewerkers of overwegen zo'n gespecialiseerde kracht aan te trekken. Kennelijk zien zij een niche in
de historische markt. Moeten archiefdiensten van geringe omvang dan noodgedwongen kansen laten liggen?
In december 1996 stelde de gemeenteraad van
Nieuwegein de Beleidsnota Cultuurbehoud vast.
Als een belangrijke doelstelling gold de onder
steuning van onderwijsprojecten op het gebied
van omgevingsgeschiedenis. Ook samenwerking
van cultuur-historische instellingen werd als be
leidsdoelstelling geponeerd. Omdat het gemeen
tearchief nadrukkelijk bij de beleidsvoorberei
ding was betrokken, werd de visie op educatief
gebied expliciet in de cultuurnota opgenomen.
Toen deze eenmaal vastgesteld, konden we aan
de slag. In deze volgorde, omdat het van groot
belang is dat nieuwe activiteiten van het gemeen
tearchief beleidsmatig zijn ingekaderd. Enerzijds
vanwege de verantwoordingsplicht van de archi
varis, anderzijds als basis om bestuurders bij de
beleidsuitvoering te betrekken, bijvoorbeeld door
hen officieel uit te nodigen voor de opening van
naar aanleiding van onderwijsprojecten ingerich
te tentoonstellingen.
Onderwijs als veranderingsfactor
Onlangs ontwikkelde Theo Kuipers van het Rijks
archief in Friesland voor het middelbaar onder
wijs een panklaar lespakket om aan de hand van
akten van de burgerlijke stand onderzoek te doen
naar onder andere huwelijkspatronen en sociale
stratificatie. Aan de hand van authentiek archief
materiaal uit de eigen woonomgeving kunnen de
leerlingen onderzoeksvaardigheden opdoen.
Tijdens de Didactiek conferentie van de Ver
eniging van Geschiedenisleraren in Nederland
(VGN) in 1997 over omgevingsgeschiedenis
kreeg docente Dini Beem lucht van dit lesmateri
aal en legde contact met het plaatselijke gemeen
tearchief om te bezien of dit onderwijsproject in
samenwerking uitgevoerd kon worden.
Dit verzoek paste feilloos in het gemeentelijk cul
tuurbeleid. Niet alleen hebben educatieve pro
jecten pas kans van slagen als er sprake is van
enthousiaste initiatieven vanuit het veld, maar
maakte het Friese lespakket het mogelijk om
zonder al te intensieve personeelsinzet een on
derwijsproject te realiseren. Last but not least
stonden de archivisten positief tegenover deze
uitdagende onderwijsvraag. Om deze redenen
kreeg het project in 1997 een plaats in het jaar
plan van het gemeentearchief. In dit verband wil
ik overigens wel vermelden dat deze keuze een
duidelijke beleidsoptie inhield. Gedurende de
afgelopen jaren werd de personele capaciteit van
het gemeentearchief naast de 'traditionele' pu-
blieksbediening voornamelijk ingezet voor de
inventarisatie van (overheids)archieven. Gezien
de geringe personeelsformatie (buiten de gemeen
tearchivaris 1,3 fte), de versnipperde arbeidstijden
en de veelvoud aan archivistische en administra
tieve taken bleken inventarisatieprojecten lang
durige en ineffectieve ondernemingen. Op grond
van de Beleidsnota Cultuurbehoud werd de poli
tieke keuze gemaakt om de achterstanden in in
ventarisatie op projectmatige basis uit te beste
den en daarmee te elimineren. Daardoor kwam ca
paciteit vrij om de externe dienstverlening verder
te ontwikkelen. Door het scholenproject met het
Anna van Rijncollege verschoof het beleid van het
gemeentearchief meer in de richting van externe
dienstverlening, zonder nadelige gevolgen voor
de toegankelijkheidsbevordering van de archie
ven.
Bezint eer ge begint
Dat archivarissen en docenten enthousiast kun
nen worden over samenwerking is bekend. Dat
randvoorwaarden daarvoor een vereiste zijn
eveneens. Maar daarna volgt de vraag wat je pre
cies voor elkaar wilt betekenen: een vraag van
bezinning. In Nieuwegein kozen het gemeentear
chief en het Anna van Rijncollege om de taken
strikt gescheiden te houden. Beide vakspecialis
men brengen hun specifieke kennis en vaardighe
den in, onder het motto: schoenmaker houd je bij
je leest. De school concentreert zich daarbij op
het didactisch concept en de lesverzorging, ter
wijl het gemeentearchief zich beperkt tot de or
ganisatie van rondleidingen, de selectie en be
schikbaarstelling van archiefbronnen. Terwijl gro
tere archiefdiensten voor hun onderwijsactivitei
ten in toenemende mate terugvallen op educatie
ve medewerkers - in wier takenpakket wellicht
de ontwikkeling van lesmateriaal is opgenomen -
zag ik om capaciteitsreden op voorhand af van het
(mede) ontwikkelen van onderwijspakketten. Voor
dat zij van start gingen, bezonnen de partners
zich op de projectomvang. Zij besloten het project
te beperken tot de dorpsgemeenschap van Vrees
wijk, een van de twee rechtsvoorgangers van de
huidige gemeente. Het dorp Jutphaas, de andere
rechtsvoorganger, hielden zij bewust buiten het
project. Zowel de docente als de gemeentearchi
varis meenden zich deze beperking te moeten
opleggen, om het project na afloop goed te kunnen
evalueren. Daarnaast werd deze zelfbeperking
ingegeven omdat bij aanvang van het project nog
onduidelijk was hoeveel tijd het precies in beslag
zou gaan nemen. Immers, voor beide partijen was
sprake van een nieuw concept. Heldere afspra
ken vooraf verkleinen in zo'n geval de kans op
knelpunten en teleurstellingen. Omdat kennis
over het verleden van Vreeswijk naast het ge
meentearchief ook in ruime mate aanwezig is bij
de Stichting Oudheidskamer Vreeswijk, werden
contacten gelegd om tot bundeling van krachten
te komen. De Kamer bleek bereid rondleidingen
te verzorgen langs locaties die in het lesmateriaal
over Vreeswijk genoemd worden. Deze rondlei
dingen maakten de leerlingen in fysieke zin
bekend met het - overigens onvermoede - plaat
selijke verleden. De deelname van de Oudheids
kamer aan het onderwijsproject betekende voorts
een concrete invulling aan de samenwerking met
plaatselijke cultuur-historische instellingen, ook
een van de kerndoelstellingen uit de Beleidsnota
Cultuurbehoud. Het project kreeg daarmee een
extra dimensie, terwijl het gemeentearchief er be
trekkelijk weinig moeite voor hoefde te doen,
anders gezegd, een geringe personeelscapaciteit
voor vrij te maken.
Grensverleggend werken
Komend schoolseizoen wordt het project uitge
breid met bevolkingsonderzoek in Jutphaas, waar
door interessante vergelijkingen mogelijk worden.
Vreeswijk en Jutphaas kenmerkten zich in de
negentiende eeuw immers door een in demogra
fisch en sociaal-economisch opzicht verschillende
structuur. Deze keuze is ingegeven door het feit dat
de tijdens het schoolseizoen 1997/98 opgedane
kennis en inzichten het mogelijk maken aanvullend
lesmateriaal snel te vervaardigen. Dat het opdoen
van comparatieve onderzoeksvaardigheden ook
een van de kerndoelstellingen van het geschiede
nisonderwijs in de basisvorming is, speelde een rol.
Win-win-sitiuatie
in optima forma
22 Archievenblad
April 1999
April 1999
Archievenblad 23
Door Cees Heeren
il I !,i«
Leerlingen worden geacht
zich allerlei vaardigheden
eigen te maken aan de hand
van bronnen uit de eigen
woonomgeving. Het minis
terie beveelt archieven be
horend bij deze bronnen dan
ook expliciet voor dit doel
aan. Het gemeentearchief
van Nieuwegein heeft de af
gelopen jaren aangetoond
dat onderwijsprojecten ook
voor kleine(re) archiefdien
sten mogelijk zijn.
In 1 996 stelde het gemeen
tebestuur aldaar een ambi
tieus beleidsplan vast inzake
het behoud van het plaatse
lijke culturele erfgoed. Door
de bijbehorende financiële
facilitering kon het gemeente
archief de aandacht meer op
externe dienstverlening
richten, met name op de sa
menwerking met het onder
wijsveld in het kader van het
vakgebied 'omgevingsge
schiedenis'. Het Anna van
Rijncollege diende zich als
partner aan en een vruchtba
re voedingsbodem voor sa
menwerking was geschapen.
De strikte taakafbakening
was vanuit het gemeentear
chief ingegeven door een ge
ringe personeelscapaciteit;
het archief beperkte zijn aan
deel tot de archivistische on
dersteuning en de scholen
gemeenschap nam de didac
tische component op zich.
De onderlinge samenwerking
resulteerde inmiddels in een
groeimodel, waarbij het oor
spronkelijke project is uitge
breid.
'Project 1997: leerlingen en de docente geschiedenis van het Anna van Rijncollege bieden wethouder W. Sluis (links) van Nieuwegein het onder
zoeksresultaat aan (foto: Fotodienst gemeente Utrecht)
De structurele samenwer
king van het gemeentear
chief met het Anna van
Rijncollege was voor de
Federatie Stichts Cultureel
Erfgoed aanleiding om een
onderwijsproject voor de
tweede fase te subsidiëren.
Het gemeentearchief past
hierbij hetzelfde stramien
toe als bij het Anna van
Rijncollege. Door de onder
wijsprojecten vertoont de
externe dienstverlening in
Nieuwegein thans een laag-
drempeliger en gevarieerder
patroon. Met name de moti
vatie van de archivisten kreeg
hierdoor een positieve impuls.
Het gemeentearchief heeft
een win-win-situatie weten
te creëren, waarbij de inte
gratie van eigen en externe
deskundigheid tot bruikbare
(onderwijs)producten leid
de. Samenwerking blijkt in
dezen voor een kleine archief
dienst het motto, of om met
een typisch Nieuwegeins
gezegde te spreken: 'niet
mauwen maar bouwen'.