Het jaar van de Vrede van Munster,
I
I
III
Vredesjaar
Archievenblad
Vredesjaar
Archievenblad
Nationaal Comité
Het was duidelijk: het jaar 1998 stond prominent in
het teken van de herdenking van 350 jaar Vrede
van Munster. Met tal van activiteiten is deze heug
lijke gebeurtenis herdacht. Hoewel volgens ver
wachting, was de mate waarin dit zijn beslag
kreeg, toch wel verrassend groot. Het hele jaar
door waren er manifestaties, tentoonstellingen,
wetenschappelijke congressen, onderwijsactivitei
ten en zelfs ludieke acties ontbraken niet.
Officieel en representatief
Onderwijs als pijler
Spectaculaire exposities
Van Congres tot T-shirt
En de archivarissen?
Zzzzzzzzzzzzzzz
Februari 1999
Archievenblad 15
Door Henk Roosenboom
Al in 1 995 leefde in rege
ringskringen het besef dat
350 jaar Vrede van Munster
groots herdacht moest wor
den. Daarbij speelde mee dat
ook in Duitsland de Vrede
van Westfalen prominent
werd opgezet. Hierbij kon
Nederland niet achter blij
ven. Daarom werd in sep
tember 1 995 door de mi
nisterraad besloten een
Nationaal Comité te vormen
waarvan de samenstelling
een zekere maatschappelij
ke afspiegeling moest zijn
en dat er voor zou kunnen
zorgen dat de nationale
herdenking vanuit zoveel
mogelijk invalshoeken zou
plaatsvinden. De voorzitter
van de Eerste Kamer - eerst
in de persoon van mr. H.D.
Tjeenk Willink en sedert
30 mei mr. F. Korthals Altes -
fungeerde als voorzitter
van het Nationaal Comité.
Het stelde zich ten doel het
historisch besef over de
ontwikkelingen rond 1 648
via specifieke doelgroepen
onder de aandacht van een
breed publiek te brengen
en het belang van de Vrede
van Munster voor Neder
land en Europa duidelijk te
maken. Dat wilde men
vooral bereiken door een
educatief programma,
gericht op jongeren en
andere geïnteresseerde
groepen en door activitei
ten op cultureel en weten
schappelijk gebied.
Het was een bijzonder breed scala van activitei
ten op tal van gebieden dat er was georganiseerd.
Allereerst waren er de meer representatieve
plechtigheden, zoals de opening van het herden
kingsjaar op 30 januari 1998 in de Janskerk
te Utrecht, onder meer opgeluisterd door het ge
zelschap voor oude muziek, Camerata Trajecti-
na. Ook de officiële herdenkingsbijeenkomst in
de Ridderzaal te Den Haag en de viering op het
Binnenhof onder het motto 'Brood ende Spelen'
op 5 juni vallen binnen deze categorie. De pre
mière van het toneelstuk de 'Leeuwendalers' van
Joost van den Vondel op 6 juni 1998 in de stads
schouwburg te Amsterdam was een waardige af
sluiting van de officiële herdenking.
Een van de pijlers van het herdenkingsprogram
ma was het onderwijs. De ontwikkeling van on
derwijsprogramma's vormde dan ook een belang
rijk onderdeel van de activiteiten. Hiervoor werd
het Instituut voor Leerplanontwikkeling (SLO)
ingeschakeld, begeleid door onder andere de
Vereniging Geschiedenis Docenten (VGN),
het Katholiek Pedagogisch Centrum (KPC) en
Teleac/NOT. Het SLO zorgde er ook voor dat de
voor de verschillende schooltypen vervaardigde
educatieve pakketten, in de regel een leerlingen-
boek en een docentenhandleiding, inderdaad bij
de scholen kwamen. Onder het motto 'digitaal
herinneren' leverde de SLO ook een aantal multi
mediale producten af: een internetsite en een CD-
rom. Beide waren bedoeld als aanvulling op de
educatieve programma's voor de basisvorming in
het voortgezet onderwijs. De internetsite gaf (en
geeft nog steeds) informatie over de bij de her
denking betrokken musea en de herdenkingsten
toonstellingen en bevat tevens een aantal educa
tieve programma's voor tekenen en handenar
beid.
Het meest spectaculaire onderdeel van de her
denking was zonder twijfel het imposante ten
toonstellingsprogramma. Een groot aantal musea
deed mee en verzorgde een breed aanbod van
exposities. Zo had Het Prinsenhof in Delft de
tentoonstelling 'Beelden van een strijd. Oorlog
en kunst vóór de Vrede van Munster' en liet het
Legermuseum in de expositie 'Van Maurits naar
Munster. Tactiek en triomf van het Staatse leger'
zien hoe het leger van de Republiek een inter
nationale reputatie opbouwde. In het Utrechtse
Catharijneconvent werd de veelkleurige religieu
ze samenleving van de jonge Republiek getoond
onder de titel 'Geloven in verdraagzaamheid?',
terwijl het Centraal Museum in de Domkerk het
Utrechtse verzet tegen de vrede liet zien. In Rot
terdam organiseerde de Atlas van Stolk een ten
toonstelling rond het thema vrede in de prent
kunst. Het Koninklijk Paleis in Amsterdam presen
teerde in het kader van de jaarlijkse zomeropen-
stelling de expositie 'Een vredesmonument na
tachtig jaar oorlog'. De tentoonstelling bestond
naast een opstelling rond de vredestractaten uit
twee hoofdthema's: de rol van de prinsen van
Oranje bij de vredessluiting en de vredesthema-
tiek in de decoratie van het stadhuis.
Naast deze hoofdtentoonstellingen waren er
her en der in het land nog andere, kleinere ten
toonstellingen. Zo bracht kasteel Huis Bergh te
's-Heerenberg de tentoonstelling 'Tussen Spanje
en Oranje', waarin de eigensoortige positie van
de leden van het geslacht Bergh tijdens de oorlog
werd belicht en een exemplaar van het vredes-
tractaat uit particulier bezit werd getoond. Ook
het Mauritshuis in Den Haag, het Nederlands
Vestingmuseum in Naarden en het Mariniers
museum in Rotterdam besteedden aandacht
aan de Vrede van Munster. In de Nieuwe Kerk in
Amsterdam was een expositie te zien over de
Spaanse cultuurschatten uit de periode 1598-1648.
Tenslotte werd een reizende tentoonstelling aan
geboden aan provincies, ambassades, onderwijsin
stellingen, archieven (waaronder het Algemeen
Rijksarchiel) en musea in binnen- en buitenland.
De tentoonstelling bestond uit 30 panelen met
tekst en fotomateriaal in kleur en zwart-wit.
De derde pijler van het herdenkingsprogramma
bestond uit een aantal wetenschappelijke con
gressen en colloquia. Zo organiseerde de Neder
landse Atlantische Commissie op 6 februari een
onderwijsconferentie waarin de Vrede van Mun
ster in historisch en hedendaags perspectief
werd belicht. Verder vond 6 november in het
gebouw van de Eerste Kamer een congres plaats
met als thema 'Tussen Munster en Aken. De
Republiek als grote mogendheid'Tenslotte vond
op de campus van de Universiteit Twente op 8 en
9 mei het Nationaal Scholierencongres plaats.
Tweehonderd jongeren uit Nederland en Duits
land ontplooiden hier twee dagen lang tal van
activiteiten, waarbij de betekenis van de Vrede
van Munster c.q. Westfalen voor de huidige tijd
centraal stond. Naast een groot aantal workshops
waren er ook kunstzinnige, sportieve en ludieke
activiteiten. Zo maakten de deelnemers een klank
en diashow, een eigen congreskrant en ontwier
pen zij een T-shirt. Ook stelden zij een manifest
op waarin zij opriepen tot tolerantie en verdraag
zaamheid. Het manifest werd in een historische
koetsentocht meegenomen naar Miinster en
aldaar aangeboden aan prins Willem Alexander.
Een tweede exemplaar werd in een glazen koker
ingemetseld bij de Friendenssaal.
Een hele lijst van activiteiten dus, die nog lang
niet volledig is. Hij laat zien dat het aantal activi
teiten die het herdenkingsjaar heeft opgeleverd
indrukwekkend genoemd kan worden. Niet al
leen het aantal, ook de diversiteit ervan dwingt
respect af. Des te opvallender is het nagenoeg
volledig ontbreken van het archiefwezen bij al
deze evenementen. En dat terwijl het idee van de
herdenking toch tijdens het Nederlands-Duits
archiefsymposium in 1992 werd geboren.
Ongetwijfeld zal een aantal archiefdiensten op
plaatselijk niveau aandacht hebben besteed aan
1648 zonder dat dit bij het Nationaal Comité be
kend is geweest en zeker hebben diverse archie
ven hun bijdrage geleverd door archiefstukken
beschikbaar te stellen ten behoeve van een ten
toonstelling. Maar dat neemt niet weg dat het
archiefwezen structureel afwezig was bij de her
denking van een van de belangwekkendste histo
rische gebeurtenissen uit onze geschiedenis. Dit
is des te merkwaardiger, omdat steeds meer
archiefdiensten zich momenteel afficheren als
historische documentatiecentra, als reisbureaus
naar het verleden, als bemiddelaars tussen de
geschiedenis en het grote publiek.
Ook de Leidse hoogleraar Simon Groenveld, die
zitting had in het Nationaal comité en die goed
bekend is met het archiefwezen, consta
teerde dit, maar voegde eraan toe dat wel
licht het Nationaal Comité zich te weinig
specifiek heeft gericht naar de archieven.
En inderdaad, in dit Comité was een groot
aantal disciplines vertegenwoordigd, maar
het archiefwezen ontbrak er volledig in.
Kennelijk is het in niemands hoofd opgeko
men, dat het bij de organisatie van een
nationale herdenking van een grote histori
sche gebeurtenis misschien nuttig zou zijn
een vertegenwoordiger van het archiefwe
zen te betrekken. Of zijn wij zelf niet alert
genoeg geweest en hebben wij zitten sla
pen? In elk geval blijkt dat in Nederland
dergelijke manifestaties mogelijk zijn zon
der dat de beheerders van de historische
informatie er anders dan incidenteel bij
betrokken worden. Sterker nog, zonder dat die
beheerders zich zelfs maar geroepen voelden
zich massaal te melden. De afwezigheid van het
archiefwezen bij deze nationale herdenking is
om verschillende redenen een gemiste kans en
heeft de geloofwaardigheid van de archiefdien
sten als culturele instellingen bepaald niet ver
groot. 3
Het door het secretariaat van het Nationaal
Comité Vrede van Munster 1648 uitgebrachte
eindrapport, dat een zo volledig mogelijk
overzicht van de activiteiten en een beknopte
evaluatie biedt, kunt u bestellen bij:
Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer.
Dc Republiek
der Verenigde
Nederlanden krees
Internationale
erkenning en
verwierf zlcb een
plaats in het