handleiding 1
m a i I p r o f s
TEKST EN CONTEXT I
OKDENENENBESCHWJVEN]
I VAN ARCHIEVEN
Archiefmedewerker m/v
mailprofs, reken maar
Elisabeth van Braam en Eelco Elzenga,
Koninklijk gekleed. Wilhelmina 1880-
1962. Waanden Zwolle, 1998. ISBN 90-400-9217-6, 255
bh. fl 65,-
Vrouwen en kunst in de Republiek. Een overzicht.
Red Els Kloek. Uitgeverij Verloren Hilversum,
47
tiende eeuwse genretaferelen tot hun
allegorische wortels worden onschul
dige voorstellingen en voorwerpen
plotseling betekenisvolle verrijzenissen
van beelden van vergankelijkheid of
verleiding.
De Jongh gaat voorzichtig te werk: niet
alles in een zeventiende eeuwse
voorstelling kan lukraak geassocieerd
worden met aloude betekenissen. Pas
als een aantal voorwerpen, gebaren en
figuren overeenstemt met oude
allegorische voorstellingen, kan het
zijn dat een genrevoorstelling een
andere betekenis draagt, dan wat het
beeld op het eerste gezicht suggereert.
Door De Jongh wordt men erop
geattendeerd, dat oude kunst kijken
niet een kwestie is van duiding op het
eerste gezicht. Vergelijking met
contemporaine en oudere literatuur en
prentkunst is vereist voor het begrij
pen van zeventiende eeuwse genre
kunst. Maar ook de tijdgenoten waren
niet altijd eenduidig ten opzichte van
het voorgestelde in schilderijen.
In Tot lering en vermaakinleiding bij de
gelijknamige tentoonstelling in het
Rijksmuseum in 1976, bespreekt De
Jongh het vermaak, dat onze vooroud
ers putten uit 'bedriegertjes van allerlei
aard. Zo kon men optisch bedrogen
worden, (door perspektivische hoog
standjes) zoals de befaamde doorkijkjes
van De Hooch en Hoogstraten. Bij
visueel bedrog waren textiel, metaal en
andere materialen zodanig geschilderd
dat de stoffen van het doek of paneel
gepakt leken te kunnen worden. En
tenslotte was er het bedrog in de
voorstelling zelf, waarbij een meer of
minder subtiel spel met bedrieger(s) en
bedrogene(n) gespeeld werd, waarbij
de toeschouwer aan de hand van
onopvallende zaken -een schilderij aan de
wand, een gebaar, gebroken eierscha
len, gevallen sieraden, een beurs - kon
raden naar de betekenis van de
voorstelling. Ook voor de zeventiende
eeuwse toeschouwer van schilderijen
was de betekenis niet altijd eenduidig.
Men schiep er genoegen in te debatte
ren over de duiding van een voorstel
ling en de vele vermommingen, en
zelfs anti-vormen waarin oude allego
rieën konden voorkomen. Een voor
beeld van dat laatste levert De Jongh
met het schilderij 'Allegorie op het
Geloof van Vermeer, waarbij de
allegorische figuur die Het Geloof
voorstelt als een anti-Vrouw Wereld
ten tonele verschijnt: zij verzaakt de
Wereld onder haar voet, met een
geëxalteerde blik omhoog.
In de artikelen van De Jongh wordt
men op een spannende en doortimmer
de manier meegevoerd naar een scala
van mogelijke betekenissen in zeven
tiende eeuwse schilderijen, waarover
ook nu nog tijdgenoten met genoegen
kunnen debatteren, en de vraag blijft
of wij daarbij van Vrouw Wereld haar
pols of slechts haar 'bracelet' grijpen.
Anne-Marie Teunen
uitzendbureaux
VAN fl
voor Hf I
I VANt^H
pj. HORSMAN
Vt' t Ketelaar
T.H.PA1- Thomassen
Mailprofs Uitzendbureaux is een onderneming
van Vedior en PTT Post en is marktleider in het
uitzenden en detacheren van speciaal opgeleide
en gecertificeerde medewerkers voor de post-,
bode-, reproductiekamers, printrooms en het
archief.
Wij zijn voor archiefopdrachten op zoek naar
enthousiaste en gemotiveerde kandidaten die
willen werken als:
Heeft u een afgeronde opleiding op archief-
gebied zoals SOD, GO, BDI of de opleiding
Rijksarchiefschool en ervaring op gemeente
en/of bedrijfsarchieven?
Bent u voor korte of langere tijd beschikbaar
en heeft u geen bezwaar tegen reistijden?
Kunt u niet wachten om in deze richting aan de
slag te gaan? Misschien bent u wel de persoon
waarnaar wij op zoek zijn!
Geïnteresseerd? Neem dan voor meer infor
matie óf voor het adres van een vestiging bij
u in de buurt contact op met
Mailprofs Uitzendbureaux in Eindhoven,
Kerkstraat 20, telefoon: (040) 2438045.
De bundel is, voor 25,-, te bestellen bij
uitseverij Verloren,
tel. (035) 685 98 56, fax (035) 683 65 57
of via de erkende boekhandel.
SIGNALEMENTEN
redactie Ets Kloek, Cathhum:
Annabelle Meddens-van Borselen
Het beeld van koningin Wilhelmina wordt vaak bepaald
door haar optreden tijdens de Tweede Wereldoorlog, een
periode waarin de koningin eenvoudige kleding droeg. Het
eerste deel van de biografie van Fasseur over koningin
Wilhelmina, gebaseerd op tot nu toe ontoegankelijke
archieven, geeft een verhelderend beeld op haar persoon. De
presentatie van haar kleding op een tentoonstelling in Paleis
het Loo (tot en met 3 januari 1999) en een uitgebreide
geïllustreerde catalogus dienen een aanvullend beeld te
schetsen van deze koningin. Kleding en foto's, waarop deze
kleding gedragen is, zijn uit alle levensfasen bewaard
gebleven. Een groot deel hiervan is afgedrukt en voorzien
van commentaar in het boek. De catalogus kon worden
samengesteld na vijf jaar inventariseren en historisch
onderzoek in het Koninklijk Huisarchief. Naast de catalogus
met uitgebreide beschrijvingen over kleding, bevat het boek
een aantal artikelen over de leveranciers van de koninklijke
garderobe. Tot slot is een korte levensbeschrijving van
koningin Wilhelmina, een inventaris van haar huwelijksuit
zet, een stamboom, een literatuurlijst en een verklarende
woordenlijst opgenomen.
1998. ISBN 90-6550-572-5, 190 bh. fl. 35,-
De publicatie Vrouwen en kunst in de Republiek valt in twee delen uiteen.
Het eerste deel bevat enkele thematische studies over de opleiding van
kunstenaressen, hun plaats in het Sint Lucasgilde en de kunstenaars
academie, het aandeel van vrouwen in de kunsthandel en biografieën
over de vergeten kunstenaressen Christina Chalon (1749-1808), de
Amsterdamse regentendochter Catharina Backer (1689-1766) en
Henrietta Wolters-van Pee (1692-1741). Het tweede gedeelte van het
boek bevat een lexicon van 178 Noord-Nederlandse kunstenaressen uit
de periode 1550-1800. Het lexicon bevat biografische gegevens,
informatie over werkzaamheden en over de beoordeling van de betref
fende kunstenaressen door tijdgenoten. Voor het lexicon is gebruik ge
maakt van de (gepubliceerde) ledenlijsten van het Sint Lucasgilde, kun-
stenaarslexica, biografische woordenboeken en de collectie van het Rijks
bureau voor Kunsthistorische Documentatie. Uit de toelichting bij her
lexicon blijkt dat nauwelijks aanvullend archiefonderzoek is gedaan. De
data van geboorte, huwelijk en overlijden zijn overgenomen uit de lexica
en niet gecontroleerd aan de hand van de doop, trouw- en begraafregis-
ters. Dat is een gemiste kans, aangezien de ervaring heeft geleerd dat bij
voorbeeld de data in het lexicon van Pieter Scheen niet altijd correct zijn.
102/10 DECEMBER 1998