Je mag wel eens propageren dat één- en
tweemanszaakjes bij de wet worden verbo
den. Het schijnt binnen onze bedrijfsgroep
heel moeilijk te zijn om samenwerkingsver
banden te kunnen creëren
In de visie van de
gemeen tearchivaris
staan de tentoon
stellingen in dienst
van de eigen collectie
4
Onlangs werd bekend dat
ARA-directeur dr.J.E.A.
(Jan) Boomgaard door de
gemeente Amsterdam is
benoemd als opvolger van
Wil Pieterse. Hiermee
keert Jan na vier jaar
terug in de moederschoot.
Wij wensen hem veel
succes en werkvreugde in
zijn nieuwe functie op
zijn oude plek aan de
Amstel.
archiefwezen zou stappen. Het schijnt
binnen onze bedrijfsgroep heel moeilijk
te zijn om samenwerkingsverbanden te
kunnen creëren. Ze praten er al heel
lang over. Dat vind ik jammer. Ik zie
men van het onderkomen. Aanvanke
lijk was de dienst over verscheidene
krappe lokaties in de hoofdstad ver
spreid, waaronder een papiermagazijn
In 1985 kwam de nieuwbouw en
er wel degelijk iets in". Pieterse gelooft
niet dat wanneer het ministerie van
OCenW zou rammelen met de geld
buidel, dit het federatieproces werke
lijk zou doen versnellen. "De partners
moeten het onderling eens worden.
Het moet leven bij de betrokkenen en
hen iets opleveren".
Eigen kas spekken
In 1953 behaalde Pieterse haar gym
nasiumdiploma. Zeven jaar later deed
ze doctoraal examen in de Spaanse
taal- en letterkunde aan de Universi
teit van Amsterdam. Haar proefschrift
had in 1968 betrekking op hetzelfde
vakgebied; het ging over een Portu
gees-joodse dichter en geschiedschrij
ver in Amsterdam. Meer dan dertig
jaren -sedert 1965- is ze werkzaam
geweest bij het Gemeentearchief van
Amsterdam, waarvan 22 jaren als
directeur. Nooit overwogen om iets
anders te gaan doen? "Ik heb hier
steeds andere dingen gedaan". Pieterse
somt op wat ze gedaan heeft: inventa
riseren, inspecteren, oplossen van
huisvestingsproblemen, leiding geven.
"Zo was er steeds iets anders. Ik heb
niet de neiging om weg te gaan, als er
zo veel werk om mij heen ligt". Van
werken houdt de directeur wel. Meer
dan 30 nevenfuncties heeft ze sedert
1976, het jaar waarin ze gemeentear
chivaris werd, bezet. Als hoogtepunt
van haar archiefloopbaan beschouwt
Pieterse het op één plek bijeen brengen
van het gemeentearchief en het verrui-
vernieuwing van het bestaande pand
aan de Amsteldijk klaar. Pieterse
maakt zich nog boos over de bezuini
gingen die ze ooit van het gemeen
tebestuur van Amsterdam kreeg
opgelegd. Ze noemt het een diepte
punt in haar carrière. "De laatste cent
werd er uitgeperst en het archief was
toch al niet zo sterk bedeeld". Het
heeft haar gesterkt in het idee om niet
alleen afhankelijk te zijn van het geld
van de gemeente. "Je moet de eigen
kas spekken door eigen inkomsten.
Het archief moet niet uitsluitend van
de gemeente afhankelijk zijn. Ik zeg
altijd dat de gemeente mijn hoofd
sponsor is -dat vinden ze leuk -, maar
ik vind ook dat we ons 'kapitaal' waar
De dienst scoort hoog met tentoonstel
lingen over Mondriaan en Berlage in
het verleden en nu, tot einde novem
ber, met 'Rembrandt aan de Amstel,
Wandelingen in en om Amsterdam'.
Volwassenen betalen voor de Rem-
brandttentoonstelling. De Museum
jaarkaart is niet geldig. In 1997
bezochten 25.000 mensen de tentoon
stellingen van het gemeentearchief.
Kijken de Amsterdamse musea niet
met scheve ogen naar het gemeentear
chief? Pieterse ontkent dat er sprake is
van concurrentie met Amsterdamse
musea. "Die hebben andere doelstel
lingen en organiseren meer tentoon
stellingen dan wij. Wij doen dat twee
keer per jaar met de bedoeling om de
drempel te verlagen voor archiefonder
zoek". In de visie van de gemeentear
chivaris staan de tentoonstellingen in
dienst van de eigen collectie.
Bijklussende overheid
Naast onder meer uit de archiefwinkel
en tentoonstellingen ontvangt het
gemeentearchief ook eigen inkomsten
door het geven van adviezen aan
archiefleveranciers en het bewerken
van hun archieven. Het gemeentear
chief heeft hier zelfs een voortrekkers
functie gehad, omdat ze één van de
eerste archiefdiensten in Nederland
NV-G ■V.f, tju
Het Gemeentearchief Amsterdam e.o. zoals thans op de Rembrandt-tentoonstelling is te zien.
we op zitten iets meer te gelde moeten
maken". Met kapitaal bedoelt de
gemeentearchivaris niet alleen de
collectie, maar ook de kennis en kunde
van de medewerkers. Het te gelde
maken heeft het gemeentearchief
voortvarend gedaan. De archiefwinkel
is fors uitgebreid. Er zijn onder meer
prentbriefkaarten, plattegronden,
affiches, boeken en catalogi te koop.
waren die dit deden. Vanuit het
bedrijfsleven wordt steen en been
geklaagd over concurrentievervalsing
door de bijklussende overheid. Trekt
Pieterse zich dit aan? Fel verwerpt ze
de kritiek als het haar eigen dienst
aangaat: "Aan de ene kant is er de
gemeente. De diensten van de ge
meente Amsterdam moeten hun
archieven in goede, geordende en
toegankelijke staat aan ons aanleveren.
Wij assisteren hen bij het selecteren en
toegankelijk maken en daar betalen ze
ons voor. Dat is geen bijklussen. Aan
de andere kant hebben we particuliere
archieven als aanvulling op de gemeen
tearchieven. Draagkrachtige mensen
en instellingen, ik noem Heineken,
Bols Wessanen, die ons archieven
geven, die snappen dat je daarvoor
geld moet investeren. En aangezien we
niet zo ruim bemeten worden door
onze eigen overheid om groepen archi-
visten te laten inventariseren, trekken
we daar los archivisten voor aan. Om
de archieven te laten inventariseren op
kosten van degenen die ze hier bren
gen. Wij zijn geen bijklussende
overheid".
"Dat waren oorlogen"
Bij Pieterse staat het veilig stellen van
historisch waardevolle particuliere
archieven hoog in het vaandel. Het
gemeentearchief heeft een brede
acquisitiedoelstelling. Archieven van
particuliere instellingen met een natio
nale werkkring die buiten Amsterdam
zijn gevestigd, neemt het gemeentear
chief ook op. Voorwaarde is wel dat er
hoofdstedelijke wortels zijn. Een voor
beeld is het bestand van de Vereniging
tot Behoud van Natuurmonumenten
in Nederland, vroeger gevestigd in de
hoofdstad, thans in 's-Graveland.
Wordt daar niet over gemopperd door
andere archiefdiensten? "Toen ik hier
pas was, speelde dat sterk. Dat is van
mij, daar blijf je van af'. Driftig tikt de
directeur met haar knokkels op de
tafel. "Dat waren oorlogen. Op het
ogenblik speelt dat niet meer. Wij
zeggen nu: fijn als het archief ergens
veilig staat en verzorgd is. Het doet er
eigenlijk niet toe waar". Het polder
model lijkt ook hier zijn intrede te
hebben gedaan.
Duitse verbazing
In interviews met het Amsterdamse
maandblad Ons Amsterdam in april
1998 en andere bladen laat Pieterse
telkens opnieuw horen, dat ze het
belangrijk vindt, dat de archieven
geraadpleegd worden door een breed
publiek. Jaarlijks bezoeken 27.000
mensen het Amsterdamse gemeentear
chief. Een jaar voor haar benoeming als
gemeentearchivaris, in 1975, waren er
iets meer dan 16.000 bezoekers.
Tijdens het gesprek benadrukt ze het
regelmatig: het archief is er voor het
publiek en dat moet het weten. Een
schaduwzijde van de populariteit
kwam naar voren in een vraaggesprek
in Het Parool van 3 april 1998, toen
Pieterse werd geconfronteerd met
irritaties over de strenge regels op de
studiezaal. Bezoekers mogen maar één
archiefbestanddeel op hun tafel raad
plegen. Deze regel is het gevolg van
diefstal van documenten. Het gemeen
tearchief is hier in het verleden zwaar
door benadeeld. Pieterse geeft een
waarschuwing: "Ik heb wel eens de
indruk dat andere archieven hun ogen
voor deze zaken willen sluiten".
Het bezoekersaantal en de omvang van
de bestanden van het gemeentearchief
Amsterdam (ongeveer 30 kilometer,
met een jaarlijkse aanwas van circa 400
meter) zijn groter dan die van veel
rijksarchieven in de provincie. In het
buitenland wordt soms met verbazing
naar het werk van het gemeentearchief
opgekeken. Tijdens het Duits-Neder
lands archiefsymposium in Paderborn
in 1996, waar de Amsterdamse
archiefinspecteur Charles Noordam
een lezing over zijn werk hield, konden
Duitse archivarissen zich de zakelijke
aanpak van het hoofdstedelijk archief
nauwelijks indenken. Pieterse heeft als
secretaris van de Section of Municipal
Archives van de International Council
on Archives (ICA) kennis kunnen
maken met het werk en de houding
van haar buitenlandse collega's. De
Nederlandse gemeentearchieven staan
er volgens de Amsterdamse archivaris
internationaal gesproken niet slecht
voor. "In het buitenland hebben onze
collega's het vaak moeilijker, maar we
moeten waken om niet in te dutten",
waarschuwt ze streng.
Geen testament
"Dat moet je mijn medewerkers maar
vragen". "Peil mijn collega's van de
andere grote steden maar eens".
Pieterse wil, ook na enig aandringen,
niet ingaan op vragen over hoe ze zich
zelf zou willen typeren als directeur en
archivaris. De journalist van Het Parool
kreeg een soortgelijk antwoord, toen
hij informeerde naar haar plannen voor
de toekomst na haar pensionering.
"Heb je ooit iemand meegemaakt die
na zijn 65ste nog wezenlijk iets heeft
gedaan?". Haar opvolger vindt geen
testament.
"Nee", lacht ze, "zo iets doe ik niet.
Ik vind dat niet verstandig".
102/9 NOVEMBER 1998