42
Red o.a. Henk Dessens, Verhalen van het
water. Scheepvaart en mensen in de
twintigste eeuw. Walburg Pers Zutphen 1997, ISBN 90-
6011-996-7Zevende jaarboek Nederlands Scheepvaartmuseum
Amsterdam, 128 bh.
Huizen vol historie. Gids voor
huizenonderzoek in de provincie Utrecht.
ftssu-*...
helaas op het moment dat lezingen op
een archiefsymposium of publicaties in
een vakblad geïnterpreteerd zouden
kunnen worden als sympathiek voor
het nationaal-socialisme. Hij legt dit
niet verder uit.
Musial schrijft bijvoorbeeld dat de
Düsseldorfer archivaris Bernhard
Vollmer op de Archivtag van 1938 een
lezing zou houden. Het onderwerp van
die lezing, het archiefwezen in het
bedrijfsleven, is echter niet politiek of
ideologisch verwant aan het regime te
noemen. Na de bezetting van Neder
land werd Vollmer, die nooit lid is
geworden van de NSDAP, in Den
Haag benoemd tot hoofd van het
Deutsches Archivamt in den Niederlanden\
hij toonde in die functie op meester
lijke wijze aan hoe met vakkundige
souplesse en behoedzaamheid ook
onder de moeilijkste omstandigheden
gewerkt kon worden. Vollmer moest
natuurlijk wel steeds aan het Berlijnse
hoofdkwartier rapporteren en daarmee
de volstrekt regimegetrouwe Zipfel
van de juistheid van zijn handelen zien
te overtuigen. Dat bleek echter zeer
wel mogelijk, zelfs wanneer dat vaak
in een eierdans uitmondde. Zijn ge
drag in Nederland leverde hem na de
oorlog de vriendschap op van de
algemene rijksarchivaris jhr. dr D.RM.
Graswinckel. Vollmer stond overigens
met zijn houding niet alleen. Ook de
naar Metz overgeplaatste Eugen Ewig
(na de oorlog hoogleraar middeleeuwse
geschiedenis in Mainz en Bonn) ver
wierf bij de Fransen grote waardering
voor zijn bedachtzaam optreden.
Musial vermeldt dit alles niet. Zelfs
een globale beschrijving en karakteri
sering van de betreffende archivarissen
ontbreekt. Dat levert een grote leemte
op in onze kennis van het archiefwezen
uit de tijd van het Derde Rijk, niet
alleen voor wat betreft het Duitse
maar ook voor dat in Nederland. Want
de publicaties van Steur (NAB 1950/
51), Van Lierop en Lamberigts (NAB
1995) zijn ondanks hun verdienste
slechts een tussenstation voor een
diepergaande bestudering van de
bezettingstijd; daarin zou ook de
Europese context verwerkt moeten
worden. Dit is met name vanuit Duits
oogpunt des te wenselijker, omdat met
Bernhard Vollmer één der mensen
genoemd is die het Westduitse archief
wezen na 1945 meer dan iemand
anders weer heeft teruggebracht in de
internationale archiefgemeenschap.
Noch de directeuren van het in 1952
opgerichte Bundesarchiv, noch de eerste
directeuren van het Staatsarchief in
Marburg en de in 1949 opgerichte
Archiefschool2 genoten het ongeschon
den internationale aanzien dat de naar
Düsseldorf teruggekeerde Bernhard
Vollmer onbeperkt bezat. Niet in de
laatste plaats dankzij Nederlandse en
Zwitserse steun gelukte het Vollmer in
1958 te Stockholm het Westduitse
archiefwezen weer opgenomen te
krijgen in de Internationale Archief-
raad, de ICA.
Hoewel Musial deze verdere naoor
logse ontwikkelingen niet beschrijft in
zijn boek, betekent dat geen al te
groot manco. Met zijn boek vult hij
immers als eerste een grote lacune,
zodat aan de verdienste van deze
publicatie geen twijfel bestaat. Wel
maakt deze dissertatie tegelijk duide
lijk dat het onderzoek nog lang niet
afgerond is. Hopelijk gebeurt dat in de
nabije toekomst.
Gerhard Menk, Marburg/Lahn
geautoriseerde vertaling: S.F.M. Plantinga
Noten:
1. Wolfgang Hans Stein, Die Inventarisierung von Quellen zur deutschen Geschichte, in: Inventar von Quellen zur
deutschen Geschichte in Pariser Archiven und Bibliotheken, hrsg. von Wolfgang Hans Stein, Koblenz 1986.
2. F.C.J. Ketelaar maakt een faux pas door onlangs in zijn recensie van 'The Return of Looted Collections (1946-1996)'
(Archievenblad mei 1998, p. 31) de vroegere directeur van het Staatsarchief en de Archiefschool te Marburg Hans
Philippi te rangschikken onder "de (ook in ons lang geëerde) naoorlogse leiders van het Duitse archiefwezen" met een
"bruin verleden". Philippi, geboren in 1916, zou het als dienstplichtige tijdens de oorlog brengen tot luitenant van de
Artillerie bij de Wehrmacht; pas na de oorlog is hij aan de archiefschool te Marburg opgeleid (2e cursus, 1952/54).
Philippi begon zijn carrière in de 50-er jaren bij het ministerie van Buitenlandse Zaken te Bonn en keerde eerst later
naar Marburg terug; hij werd in 1981 als directeur van het Staatsarchief en de Archiefschool gepensioneerd en is daar
nog steeds een gerespecteerde gast. Omdat Philippi geruime tijd na 1945 archivaris werd, kan hij niet als voorbeeld
dienen voor een collega met een 'bruin verleden'. Hij moet veeleer tot een van die ervaren vertegenwoordigers van
het Duitse archiefwezen gerekend worden, die met zijn bescheiden karakter nooit naar een hogere functie in het
internationale archiefwezen heeft gestreefd. Tenslotte valt nog op te merken dat de recensie in Der Archivar waar
Ketelaar op schijnt te steunen, iedere nuance en voorzichtigheid ontbeert welke nu juist het boek van Musial zo
uitdrukkelijk kenmerken.
SIGNALEMENTEN
Door Annahelle Meddens-van Borselen
WALBURG PERS
In Verhalen van het water wordt teruggekeken op een eeuw
scheepvaart in Nederland. De manier waarop mensen op en
aan het water werkten, woonden en recreëerden is het thema
in deze bundel met korte artikelen. De collectie van het
Nederlands Scheepvaartmuseum, bestaande uit voorwerpen,
documenten, reisjournalen, schilderijen, foto's, scheepsmo
dellen, menukaarten en bouwtekeningen, diende als basis
voor de artikelen in dit boek. Voor de bestudering van het
dagelijks leven zijn museale voorwerpen een nuttige aan
vulling op de geschreven bronnen. Gezamenlijk brengen zij
een gezagvoerder ter koopvaardij, zeevarenden gedurende de
Tweede Wereldoorlog, een scheepsarts, een zeeschilder, de
kanosport in Nederland, de opkomst van de windsurfsport,
de eetcultuur aan boord van passagiersschepen en wonen bij
de werf in Rotterdam tot leven. Een aantal auteurs heeft ook
gebruik gemaakt van archieven die worden beheerd door het
Scheepvaartmuseum [archief van de zeeman Jacob Schol
(1897-1989); de radiotelegrafist J.D. van Schooten; van de scheepsbouwer Jan Meursing (1855-1930)], het Gemeentearchief
Amsterdam en het Algemeen Rijksarchief [archief Stoomvaartmaatschappij Nederland.] De Verhalen van het ivater zijn afwisse
lend, het lezen waard en maken de archivaris nieuwsgierig naar de archieven en de collecties van het Scheepvaartmuseum in
Amsterdam.
in de twintigste eeuw
Het Utrechts Archief en de Stichting Stichtse Geschiedenis Utrecht
1998, ISBN 90-76366-01-2, 59 blz. 9,90
In Huizen vol historie krijgt de lezer in duidelijke taal een
aantrekkelijk uitziende gids aangeboden. Bronnen voor
onderzoek naar eigenaren, bewoners en de bouwgeschiedenis
van huizen worden in twee perioden (voor en na 1811)
overzichtelijk behandeld. Door de hele gids heen staan
voorbeelden van gevonden stukken over de geschiedenis van
het Goudleerhuis in Vreeland. Aan het einde van elk
hoofdstuk is een literatuuropgave en staat aangegeven waar
de bronnen te vinden zijn. Tot slot wordt in een samenvat
ting stapsgewijs uitgelegd hoe het onderzoek naar de
geschiedenis van huizen en bewoners moet worden verricht.
De gids is uiteraard ook goed bruikbaar voor huizenonder
zoek in andere provincies.
aéÉrSStet
""'drrft/
Huizen
102/9 NOVEMBER 1998