li Nieuw in Leiden Dick E.H. de Boer, Dirk Jaap Noordam, Leo Lucassen en Thomas van Duin, In de nieuwe stad. Nieuwkomers in Leiden 1200-2000. Dirk van Eck-Stichting, Leiden 1996, ISBN 90-73279- 12-7. 171 blz.,fl. 30,00 Gerard van der Harst en Leo Lucassen met medewer king van Annette van Rijn), Nieuw in Leiden. Plaats en betekenis van vreemdelingen in een Hollandse stad (1918-1955). Leidse Historische Reeks nr. 12, Leiden 1998, ISBN 90-74310- 37-0, I40blz.,fl. 29,50 36 SERVEREN !u RESTAUREREN ADVISEREN 37 sociaal-ecomomische positie van de kunstschilders. Stolwijk reconstrueert het inkomen van de schilders, wat ze met hun werk verdienden. Hiervoor gebruikt hij de kiezerslijsten van ge meenteraadsverkiezingen van Den Haag en van Amsterdam het kadaster (huurwaarde gegevens) en de kohieren van de hoofdelijke omslag in beide steden. Ook schetst hij een beeld van de afkomst, familieverwantschappen, opleiding en onderscheidingen van de kunstschilders. Aan het einde van het boek zijn zeven bijlagen opgenomen. In de eerste bijlage wordt de selectie van Amsterdamse en Haagse kunst schilders verantwoord. Hiertoe gebruikte Stolwijk volkstellingen, het bevolkingsregister en adresboeken, raadpleegde hij de archieven van Arti et Amicitiae en Pulchri Studio en hun lijsten van werkende en gewone leden. Tevens is een voorlopige lijst van kunsthandelaren in Amsterdam en Den Haag in een bijlage opgenomen en een overzicht van Nederlandse kopers van eigentijdse kunst 1850- 1900 bij kunsthandel Goupil en de Hollandse Teekenmaatschappij. Een uitgebreide literatuurlijst, een over zicht van geraadpleegde archieven en collecties en een personenregister com pleteren de uitgave. De publicatie be vat veel afbeeldingen van schilderijen, kunstschilders en hun ateliers en van kunsthandel Goupil en de vereniging Pulchri Studio te Den Haag. Het geeft een schat aan concrete informatie over individuele kunstschilders, de verkoop van hun werk en de inkomsten die hier uit voortvloeiden. Kortom, onderzoek ers naar individuele kunstschilders vinden er veel van hun gading. Het boek is buitengewoon interessant voor geïnteresseerden in de Nederlandse schilderkunst in de periode 1850-1900 en zeer informatief voor onderzoekers die bezig zijn met een onderzoek naar een bepaalde kunstschilder. Annabelle Meddens-van Borselen OIFtK VAN ECK-STICHTING LEIDEN echter al aangekondigd. Dat zou Nieuw in Leiden worden. In de eerste bundel begint de mediae- vist Dick de Boer met een verhaal over vreemdelingen en nieuwkomers in middeleeuws Leiden (tot 1574 dus), wat als een nieuw onderzoeksonder werp beschouwd mag worden. Aan de hand van verschillende archiefbronnen beschrijft hij vele gevallen waarin passanten als Zigeuners, reizigers of handelaren Leiden aandoen. Tevens becijfert hij dat de bevolkingsgroei van Leiden in de veertiende en vijftiende eeuw aan een stroom immigranten te danken moet zijn. De conclusie moet dan tevens luiden dat deze nieuw komers sterk hebben bijgedragen aan de bloei van Leiden in die periode. Dat eigentijdse gebeurtenissen en ontwikkelingen een inspiratiebron vormen voor historisch onderzoek, wordt weer eens bewezen door de huidige belangstelling voor het thema 'allochtonen in een gevestigde samen leving'. Een heel bijzonder voorbeeld daarvan zijn twee publicaties over HgBa van vreemdi plaats en betekenis vart vreemdelingen in een Hollandse stad (1918-1955) Leidse Historische Reeks Gerard van der Harst Leo Lucassen Foto: Gemeentearchief Leiden. nieuwkomers in Leiden. De Sleutelstad afficheert zich al sinds 1988 als Stad van Vluchtelingen, een motto dat mede ingegeven werd door het eigen Leidse verleden. Aan de wieg van beide boeken stond de Werkgroep Leiden Stad van Vluchtelingen. In de nieuwe stad is het directe resultaat van een mede door haar georga niseerd symposium. Tot Nieuw in Leiden nam zij het initiatief. Eigenlijk is dit boek een complement op In de nieuwe stad. Want anders dan het titelblad doet vermoeden wordt de periode 1200-2000 hierin niet systematisch behan deld. De negentiende eeuw ontbreekt en het Interbellum bleef in de steigers staan. Een vervolgonderzoek naar de Leidse nieuwkomers in de jaren '20 en '30 werd Dit is ook de conclusie van Dirk Jaap Noordam in zijn omvangrijke artikel over de nieuwkomers van 1574 tot 1795. Nieuw is deze conclusie niet, wel de demografische en kwantitatieve aanpak van het thema. Zijn voornaam ste bronnen zijn de poorterboeken en de ondertrouwakten. Hij behandelt niet alleen de omvang en de samen stelling van de populatie, maar ook de relatie van immigratie tot welstand dan wel armoede van de gehele bevolking. De derde bijdrage is van Leo Lucassen en draagt als titel "De Breestraat als kosmopolitisch centrum: Italianen, Chinezen, Duitse dienstbodes en joodse vluchtelingen in Leiden, 1872- 1950". Lucassen schetst hier een beeld van de verschillende (beroeps)groepen Italianen en Chinezen die zich in Leiden vestigden en van de Duitse en Oostenrijkse dienstbodes die er kortere of langere tijd verbleven. De joodse vluchtelingen komen hier nauwelijks aan bod. Maar, zoals gezegd, dit stuk was niet af. In de nieuive stad wordt afgesloten met een bijdrage van Thomas van Duin, getiteld 'Van gastarbeider tot stadge noot. Allochtone nieuwkomers in Leiden vanaf de jaren vijftig', waarin hij de contemporaine nieuwkomers- problematiek aan de hand van be leidsstukken, krantenartikelen en sociologische literatuur over dit onderwerp op de voet heeft gevolgd. Het betreft voornamelijk de huisves tingssituatie van en het gemeentelijk beleid ten aanzien van de gastarbeiders en wel op chronologische wijze, zodat een goed beeld ontstaat van de problematiek waar alle betrokkenen mee worstelden. Het boek Nieuw in Leiden behandelt de Leidse nieuwkomers tijdens het Interbellum. Grote nadruk is gelegd op het feit dat migratie en immigratie in eikaars verlengde liggen. Bestu dering van integratie en assimilatie dient dus te geschieden door niet alleen de blijvers onder de loupe te nemen, maar ook de talloze passanten. Het boek is dan ook in tweeën gedeeld. In het eerste deel, 'Tijdelijk verblijf, passeren achtereenvolgens muzikanten en circusartiesten, gespecialiseerde beroepsuitoefenaren, studenten en hoogleraren en joodse vluchtelingen de revue. Het tweede deel, 'Van passant tot immigrant', behandelt Duitse dienstbodes, Hon gaarse pleegkinderen, Chinezen en Italianen in Leiden. De voornaamste bron zijn de vreemdelingenregisters uit het politiearchief, waaruit een steek proef is genomen. Maar ook andere stukken uit het archief van de vreem delingenpolitie en niet te vergeten de interviews van nog levende getuigen of hun nazaten leverden belangrijke gegevens. Het boek wordt gecomple teerd door een uitstekende inleiding, met daarin een overzicht van het ZATE R MC RESTAURATIE CONSERVERING VAN KUNSTVOORWERPEN I KON. WILHELMINAHAVEN ZZ 19 3134 KG VLAARDINGEN TELEFOON 010 234 02 91 06 529 758 79 06 539 468 40 06 514 048 48 v TELEFAX 010 460 34 37 K.v.K. ROTTERDAM 190851 102/9 NOVEMBER 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 21