Re
uactioneel
Absurd
en onlogisch
archiefbeheer bij
inlichtingendiensten
Interview
i
3
Archivarissen verdienen een goed vakblad: dat werd het Archievenblad. Het Archie
venblad verdient een goede hoofdredacteur: dat werd Charles Jeurgens.
In het, inmiddels twee jaar geleden verschenen,
nulnummer van dit blad beloofde de redactie de
lezers hen tien maal per jaar op de hoogte te
houden van de ontwikelingen in het archiefwezen
en daaraan verwante disciplines. Grosso modo
werd deze belofte ook nagekomen en dat is in
belangrijke mate de verdienste van Charles Jeur
gens. Onder zijn leiding is, onder meer door het
aanstellen van eindredacteur Nicoline J. Ekama
van Dorsten, een belangrijke stap gezet op weg
naar de professionalisering van het Archievenblad
in vorm en inhoud. Inmiddels heeft het blad de
opbouwfase achter de rug waarin de nieuwe vorm
en formule hun waarde en bruikbaarheid hebben
aangetoond. Nu is het tijd voor consolidatie en
verdere uitbouw. Voor Charles was dit een goed
moment om zijn hoofdredacteurschap te beëindi
gen. Gelukkig geen definitief afscheid, want hij
blijft wel deel uitmaken van de redactie. Het
KVANbestuur is accoord met de voordracht van
redactielid Laurens Priester van het Rijksarchief in
Zeeland als Charles' opvolger. De algemene
ledenvergadering van 23 oktober wordt gevraagd
deze benoeming te bekrachtigen. In afwachting
daarvan fungeert Laurens Priester met ingang van
1 augustus reeds als hoofdredacteur.
Naast deze wijziging in de rolverdeling binnen de
redactie, is ook de samenstelling ervan veranderd.
Bert Looper, laatste eindredacteur van het in het
Archievenblad opgegane Nederlands Archieven
blad, kon zijn redactielidmaatschap niet langer
combineren met zijn functie als directeur van de
Centrale Archief Selectiedienst (CAS) in Winscho
ten. Hij was al enige tijd 'redacteur op afstand',
maar heeft nu helaas de redactie echt verlaten. De
toetreding tot de redactie van Pauline van Hezik,
relatiebeheerder bij de CAS, lijkt afgesproken
werk, maar is dat geenszins. Het is een onbedoeld
stuivertje verwisselen.
Een beetje redactie vraagt zich steeds af: voldoet
ons blad wel aan de wensen en behoeften van de
lezers? Hoe kan het anders, beter? Ook de redactie
van uw Archievenblad doet dat. Reacties van
lezers, u dus, kunnen ons helpen bij de verbetering
van de kwaliteit van het lijfblad van de Neder
landse archivarissen. Een budget als dat bij de
actie Brieven aan de Toekomst heeft het Archieven
blad niet tot zijn beschikking om een lezersonder
zoek te doen. Deze oproep zal slechts in vijftien
honderdvoud verspreid worden. Voor diegenen
onder onze lezers die de moeite hebben genomen
aan de toekomst een brief te schrijven, is een
reactie aan het Archievenblad slechts een kleine
moeite dachten wij. Zij die een dergelijke brief
niet geschreven hebben, willen wij het volgende in
overweging geven. Een Brief aan het Archievenblad
hoeft, in tegenstelling tot een Brief aan de Toe
komst, niet een minutieuze reconstructie van een
speciale dag te zijn, maar slechts een reconstructie
op hoofdlijnen van twee jaar lezen en bladeren in
het Archievenblad.
Schrijf, fax of e-mail naar: Laurens Priester
Rijksarchief in Zeeland
Sint Pieterstraat 38
4331 EW Middelburg
fax (0118) 62 80 94
raz@zeelandnet.nl
2
Door J. Trommelen
Beheren en beweren
Hij heeft zware kritiek op voormalig secretaris-generaal mr. R.
Hoekstra van het ministerie van Algemene Zaken. Maar ook voor
malig Algemeen Rijksarchivaris prof.dr. F.C.J. Ketelaar komt er in
zijn ogen niet zonder kleerscheuren vanaf. Het oordeel van drs.
A.J.M. den Teuling, die vorig jaar als expert werd toegevoegd aan de
kamercommissie die het archiefbeheer onderzocht van de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten, is niet mild te noemen. Hoe
diep gaat de kritiek van de provinciaal archiefinspecteur in
Drenthe, Friesland en Groningen en waarop is ze gebaseerd?
Daarover het volgende vraaggesprek. Gevolgd door een reactie van
de voorzitter van de werkgroep, PvdA-kamerlid drs G. Valk.
Wat ivist IJ van de inlichtingendiensten
voordat u er op deze manier mee werd
"Betrekkelijk weinig. De militaire
inlichtingendienst (MID) had zich zelfs
volkomen buiten mijn gezichtsveld
afgespeeld. Van de inlichtingendienst
buitenland (IDB) wist ik wel wat,
maar voornamelijk uit de krant. Mijn
beeld van de binnenlandse veiligheids
dienst (BVD) was die van een redelijk
gesloten organisatie, die zich alleen al
vanwege de omvang van de dienst aan
bepaalde regels van archiefbeheer
moest houden. Dat beeld werd in het
onderzoek ook wel bevestigd. In prin
cipe bestaat er geen verschil in archief
beheer bij normale overheidsorganisa
ties en bij inlichtingen- en veiligheids
diensten. Het bewust en systematisch
verzamelen van inlichtingen gebeurt
op een andere manier, maar komt ook
elders voor. De aandacht voor geheim
houding en beveiliging is wel bijzon
der. Het was bijvoorbeeld een verras
sing te ontdekken dat de eerste forme
le regelgeving over de archievering da
teerde van rond 1950. De eerste ko
ninklijke besluiten op dit gebied waren
zelfs geheim."
Is het dan wel vanzelfsprekend dat de archief
wet ook op deze diensten van toepassing is?
"Bij een rechtsstaat als de onze, lijkt
me dat van wel. De archiefwet is zeker
niet op de eerste plaats een cultuurwet,
maar ook een wet die verband houdt
met de democratische rechtsorde. Dat
is overigens iets dat je gewone over
heidsdiensten regelmatig moet uitleg
gen: dat het archief niet begint achter
de brandwerende deur maar bij de
brievenbus, of de E-mail."
Weinig archiefbewustzijn
Wat viel u op toen u ter plaatse ging
kijken
"Bij IDB en BVD valt direct op dat er
Rapport van de werkgroep
Onderzoek archieven van
de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
verhoudingsgewijs een enorme collec-
tie microfilms of microfiches aanwezig
is. Men heeft vrij snel zaken waarvan
men méénde dat ze in papieren vorm
vernietigd konden worden, op micro
film gezet. Ook al was die mening niet
geheel juist. Men verfilmde overigens
ook veel dingen die wel weg hadden
gemogen. Grenspassages uit de jaren
vijftig bijvoorbeeld: mensen die op
vielen bij de grens werden genoteerd.
Die gegevens waren vernietigbaar, en
het was beslist geen cultuur-historische
overweging om die te bewaren." Ook
viel op dat bij de inlichtingendienst
buitenland (IDB) opmerkelijk weinig
archiefmateriaal was overgebleven. Te
weinig voor een dienst die in de jaren
vijftig goed draaide en tot 1993 in
stand is gebleven, zo oordelen de com
missie en Den Teuling. "Vooral ook in
vergelijking van wat andere diensten
wel hadden aan materiaal."
102/7 SEPTEMBER 1998