Art Conservation "Hij neemt de argumenten van de tegenstanders over en gebruikt ze ten eigen bate. Naast volhar ding en doorzettingsvermogen als karaktereigenschappen is dat een typerende vaardigheid van hem... hij heeft iets van een pitbull. 6 ,oWs^ CONSERVEREN RESTAUREREN ADVISEREN 7 nota 'Tussen Kennis en Macht' door Culturele Zaken in het voorjaar van 1994. Directeur-Generaal Riezenkamp zei: "Thomassen heeft gelijk, zo moe ten wij het maar doen", om zo de dis cussie samen te vatten." Ketelaar her innert zich de geanimeerde discussie in het Curatorium over de keuze van de directie, en de verplaatsing naar de vakgroep Boek- en Bibliotheekweten schap. "In het Curatorium kreeg hij altijd de volle steun van Wil Pietersen, gemeentearchivaris van Amsterdam. Thomassen is slim en tactisch". En volgens Flip Maarschalkerweerd heeft Thomassen iets van de jezuïeten. "Hij neemt de argumenten van de tegen standers over en gebruikt ze ten eigen bate. Naast volharding en doorzet tingsvermogen als karaktereigenschap pen is dat een typerende vaardigheid van hem". Hij aarzelt even voordat hij de woorden in zijn mond neemt. "Hij heeft iets van een pitbull." Thomassen geeft een heel ander antwoord op de vraag waarom hij erin slaagde om het verzet te breken tegen de verplaatsing van een Haagse bedrijfsopleiding naar een brede beroeps- en wetenschappe lijke opleiding in Amsterdam. "Ik ben onderschat: ik ben altijd bezig met de inhoud van het vak en met kwaliteit. Ik ontwikkelde een visie, onderbouwd met argumenten." Vakinhoudelijke ontwikkeling Thomassen heeft niet alleen het be roepsbeeld willen aanpassen, hij heeft ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de vakinhoudelijke ontwikkeling. Hans Scheurkogel: "Theo begon met het centraal stellen van het lesplan. Van de docenten verwachtte bij inhoudelijke bijdragen aan de vernieu wing van het onderwijs. Er moesten onderwijsdoelen worden geformuleerd en er is geschaafd aan de didactiek". Kwaliteitsverbetering had voor hem ook betrekking op de bijdragen van de docenten. Vanaf 1988 waren de docenten georganiseerd in vakgroepen, die juist in de periode 1990-1994 de kern zouden gaan vormen van de vernieuwing van de onderwijs. In de periode 1980-1989 groeide het aantal vakken en het aantal lesuren met 50%. Elk specialisme in het archiefwezen kwam aan het woord. Nu moest er gewerkt worden aan integratie. Het begon met clustering en het eindigde soms met volledige integratie: er kwa men drie vakgebieden: een archivis- tisch, een document-analytisch en een institutioneel-juridisch. Vooral de herstructurering van de archivistische vakken heeft in de periode 1991-1994 veel energie en heftige discussie gevraagd met als kern een rapport van Bordewijk en Horsman. "Vooral Peter Horsman heeft een grote rol vervuld in de discussie over aanpassing van de archivistische vakken. Allerlei opvat tingen en ideeën uit de internationale discussie deden hun intrede in het Nederlands Archiefonderwijs: het re- cord-continuum of levensloop'van archief, de discussie over de multi-level beschrijvingstechnieken, ISAD, andere toegangen dan de beschrijvende inventaris. Dwars daardoorheen liep dan nog de hoog oplopende discussie over de selectiemethode van PIVOT." Het resultaat was niet alleen andere lesstof, maar ook een andere groep docenten, die de veranderingen konden uitdragen. Maarschalkerweerd: "Ik denk dat de onderwijsvernieuwing en de integratie van vakken en nieuwe lesstof een van de belangrijkste bijdragen is geweest van Theo voor de Archiefschool". Internationalisering Vooral in de Angelsaksische landen had de storm van de informatietech nologie zijn werk gedaan in de archivistische theorievorming en dus ook in onderwijs en vorming. In het voetspoor van Peter Sigmond maakte Thomassen kennis met collega's in het circuit van onderwijs en opleiding. Vanaf 1990 is hij lid van het Committee on Archival Training and further Education van de Internationale Archiefraad (ICA). Thomassen: "Het committee is omgevormd naar een sectie; heel typerend is ook de woord omwisseling in de naam: Archival Education and Training', waarbij het accent kwam op beroepsvorming en minder op bedrijfstraining". In Neder land werden er seminars en bijeenkom sten georganiseerd. In 1996 werd Thomassen tijdens het Internationaal Archiefcongres in Beijing tot voorzitter van de sectie gekozen. Ook in deze kringen was hij geaccepteerd als gesprekspartner. "Theo is vooral een organisator" is Scheurkogel van mening. "Hij heeft snel aangepakt en is begonnen met projecten. Zo is er een bibliografie verschenen van handboeken die in het archiefonderwijs overal ter wereld wordt gebruikt. Hij richt zich op professionalisering van het beroep, ook in internationaal verband. Hij is gericht op resultaten en daarom zal er op het komend congres in Sevilla een vierjarenplan liggen voor de activiteiten van de sectie. Omge keerd hebben de internationale discus sies - vooral die uit de Angelsaksische landen - hun invloed gehad op het Nederlands Archiefonderwijs." Ook Ketelaar vindt dat mede door Thomassen het Nederlandse archief onderwijs weer op de internationale kaart is gezet."De koppeling van het onderwijs aan de informatieweten schap, de discussies over de selectiepro blematiek en het idee van het record- continuum zijn belangrijke ontwikke lingen. Dat spoort met de ontwikke lingen in Canada en Australië en in iets mindere mate het Verenigd Koninkrijk. Op het Europese conti nent lopen wij weer voorop. Daar zijn veel opleidingen, zoals die in Marburg, teveel blijven steken in de historische kant en als 'historisch departement' gericht op historische informatie en geschiedenis." Alle hoop op Amsterdams model De afgelopen acht jaren waren tropen jaren: het omspitten van het onderwijs en de energie die is opgegaan aan de vele discussies met alle geledingen van het Nederlands archiefwezen over een ander beroepsprofiel. Het werk is gedaan in een school met een veel te kleine staf, amper adequate admini stratieve ondersteuning en met meren deels part-time docenten. In Amster dam zal de komende jaren moeten blijken of de nieuwe weg ook leidt naar het beoogde resultaat. f KON. WILHELMINAHAVEN ZZ 19 3134 KG VLAARDINGEN TELEFOON 010 234 02 91 06 529 758 79 06 539 468 40 06 514 048 48 TELEFAX 010 460 34 37 K.v.K. ROTTERDAM 190851 102/4 juni 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 4