24
Jeroen van Oss winnaar Duparc-prijs
1997
23
Haar woorden waren niet aan dovemansoren gericht, een
kleine vier duizend mensen bezochten het Gemeentearchief
dit weekend. Vooral op de Atlas was het een drukte van
belang, ledereen boog zich over foto's en prenten van zijn of
Een drukbezochte dag
haar woonhuis. Door alle geopende laden ontstond een
kruip-door-sluip-door situatie, maar de meeste bezoekers
gedroegen zich zeer voorkomend. Het personeel stond
bezoekers met raad en daad terzijde. Mensen die met een
lichte aarzeling naar een computer keken, werden direct
geïnstrueerd. Met de computer kunnen in de toekomst een
gigantische hoeveelheid beeldmateriaal ontsloten worden. En
via Internet komen al die gegevens dan beschikbaar bij de
mensen thuis.
De dagen werden opgeluisterd met een forumdiscussie over
een nieuwe stadsgeschiedenis van Amsterdam, Amsterdams
cabaret en een Amsterdam-Quiz. Burgemeester Patijn, zelf
uit de residentie afkomstig, ontpopte zich als de beste Am-
sterdam-kenner van het panel gezagsdragers. Ook bekende
Amsterdammers lieten zich niet onbetuigd. Simon Vinken
oog sprak over dichters en Amsterdam en Boudewijn Buch
gaf een lezing over Amsterdam als reisdoel van illustere
personen. Het VPRO-radioprogramma OVT maakte een
live uitzending op locatie en in samenwerking met het
Historisch Nieuwsblad werd er gediscussieerd over stads- en
regiogeschiedschrijving. Schrijver/publicist Nicolaas Matsier
had een tentoonstelling samengesteld uit de collectie van het
Gemeentearchief aan de hand van het thema 'Amsterdam en
de vier elementen'. De vaak verrassende keuzes die hij
Wil in haar element
De burgervader van Amsterdam middendie het meest wist bij de quiz
(foto's: Freerk de Vos, GAA)
maakte tonen dat het laten samenstellen van zo'n expositie
door een buitenstaander zijn vruchten afwerpt. De vorig jaar
gemaakte introductiefilm met Geert Mak in de hoofdrol
werd verschillende malen vertoond.
Deze activiteiten en de publiciteit in de media hebben
ongetwijfeld bijgedragen aan het succes van het weekend.
Uiteraard bleef de grootste attractie het Gemeentearchief
zelf. Zelfs tijdens het optreden van Jenny Arean zaten
bezoekers op hun knieën bij laatjes en noteerden zij namen,
jaartallen en code's op notitieblokken. Alsof er geen dagen
meer komen. Terwijl het Gemeentearchief Amsterdam
geopend is van maandag tot en met zaterdag van 10.00 uur
tot 17.00 uur. En zelfs 24 uur per dag via Internet,
www.amsterdam.nl/gemeentearchief. Het e-mail adres luidt
gaasecr@xs4all.nl.
Marieke de Haan aangevuld met fragmenten uit een bijdrage van
Peter Hofland)
Om de studie van de archivistiek en het archiefrecht te
bevorderen werd destijd ter gelegenheid van het afscheid van
dr.mr. F.J. Duparc als raadsadviseur voor culturele zaken
van het Ministerie van CRM, door de algemene rijksarchi
varis de F.J. Duparc-prijs ingesteld. Deze prijs wordt
eenmaal in de drie jaar uitgeloofd ter bekroning van een
studie over een onderwerp op het gebied van de archivistiek
en het archiefrecht. Op 23 april werd tijdens de voorjaarsver
gadering van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen
in Nederland de prijs, een geldbedrag van fl. 2000,=
(bekostigd uit de opbrengst van het N.O.T.-fonds) door de
voorzitter van de jury, drs. F.J. Duparc uitgereikt aan drs.
J.D.J. (Jeroen) van Oss. Hiermee werd zijn artikel Onder
behandeling. De reductie van het cliëntenarchief van de afdeling
geestelijke gezondheidszorg van de GG&GD Amsterdam
bekroond.
Het gehele juryrapport luidde:
Rapport van de jury van de F.J. Duparcprijs 1997
"De jury van de F.J. Duparc-prijs begon in 1997 haar
werk-zaamheden met een vernieuwd reglement. Het
reglement van 1972 was verouderd, vooral ten gevolge
van de recente wijzigingen in de opleiding tot archivaris.
Op 20 juni 1997 werden de artikelen 3 en 5 van het
reglement dan ook opnieuw vastgesteld. Het oude
artikel 3 stelde deelneming open voor diegenen die niet
langer dan tien jaar in het bezit waren van de hoedanig
heid van hoger of middelbaar archiefambtenaar. Het
nieuwe artikel 3 spreekt nu van het bezit van een van de
diploma's archivistiek A, hoger archiefambtenaar of
archivistiek B, middelbaar archiefambtenaar. Bovendien
is daarin de doelgroep uitgebreid tot degenen die als
student zijn ingeschreven aan een aangewezen opleiding
als bedoeld in het tweede lid van artikel 2 van het
Tijdelijk besluit opleidingen en diploma's archivistiek. Artikel
5 heeft betrekking op de samenstelling van de jury.
Hier werd de plaats voor de voorzitter van het curatori
um van de Rijksarchiefschool, dat sinds 1 januari 1996
had opgehouden te bestaan, toegewezen aan de hoogler
aar in de archiefwetenschap aan de Universiteit van
Amsterdam.
De jury ontving ditmaal drie inzendingen. Eén inzend
ing kwam bij nader inzien niet voor beoordeling in
aanmerking. De inzender had het betrokken artikel
geschreven met een co-auteur die langer dan tien jaar in
het bezit was van het archiefdiploma en dus niet aan de
voorwaarden tot deelneming voldeed. Omdat de
inzender niet had aangegeven voor welk deel van het
artikel hij zelf verantwoordelijkheid droeg, zag de jury
zich tot haar spijt genoodzaakt deze inzending buiten
beoordeling te laten.
Met de thematiek die in de inzendingen werd behandeld
was de jury zeer ingenomen. De drie werkstukken
hadden betrekking op drie onderdelen van de archief
wetenschap die sterk in ontwikkeling zijn: de her-ijking
van de archivistische concepten onder invloed van de
ontwikkelingen in de informatie- en communicatietech
nologie, het streven naar controle op de bedrijfsproces
sen als context van de vernieuwing van de documentaire
informatievoorziening en de problematiek van de
selectie.
Het werkstuk dat was ingezonden door Marianne Vos
droeg de titel: Het archiefivezen van de Bataafse Petroleum-
maatschappij 1890-1930. De systematisering van een
bedrijfsadministratie. Een case-study in vroeg twintigste-eeuws
informatiemanagement. Het andere werkstuk dat ter
beoordeling van de jury stond was de bijdrage van
Jeroen van Oss aan de KVAN-bundel Steekproeven uit
massale archiefbestanden ter wille van het historisch belang
(red. Paul M.M. Klep) getiteld: Onder behandeling. De
reductie van het cliëntenarchief van de afdeling geestelijke
gezondheidszorg van de GG&GD Amsterdam. Beide
werkstukken kwamen naar het oordeel van de jury voor
bekroning in aanmerking en het was dan ook pas na
lang beraad dat zij haar eindoordeel kon bepalen.
Het essay van Marianne Vos is een verslag van een case
study naar de plaats van de reorganisatie van de
administratie bij de Bataafsche Petroleummaatschappij
na 1910 (waar de fameuze J. AZaalberg bij betrokken
was) in de veranderingen in de bedrijfsorganisatie van de
Koninklijke/Shell. Met behulp van het analysemodel
van Jo Anne Yates (Control through Communication) heeft
mw. Vos geprobeerd inzichten ontleend aan de Neder
landse onderzoeksliteratuur en een aantal bronnen
samen te vatten en toe te passen op de BPM-adminis-
tratie. De jury stelde vast, dat mw. Vos zich daarmee
begeven heeft op een in Nederland nog vrijwel onont
gonnen gebied (de context van bedrijfsarchieven) vanuit
een andere benadering dan archivarissen gewend zijn
(herinrichting van archief als onderdeel van manage-
ment-vernieuwing). Zij toont aan dat de toepassing van
het analysemodel van Yates tot verrassende inzichten
kan leiden, al was het alleen maar over de context
waarbinnen Zaalberg opereerde. Ze heeft hiervan
bovendien verslag gedaan in een helder, plezierig
leesbaar en aansprekend betoog.
Het artikel van Jeroen Van Oss is een verslag van een
onderzoek naar de beste manier om een representatieve
steekproef te nemen uit een massaal archiefbestand van
de GG&GD, met het oog op het historisch belang van
het materiaal. Beschreven wordt hoe aan de hand van
formele eisen een wetenschappelijk verantwoorde keuze
is gemaakt uit de verschillende bewaaropties, waarbij
ook gebruik is gemaakt van publicaties van gezagheb
bende archivarissen in het buitenland. De jury had veel
102/4 mei 1998