Het is hetzelfde als wanneer je uit huis gaat en af en toe hij je moeder op visite komt, dat gevoel heb ik hij de VNG 16 17 zakelijke dienstverlening en perso neelsvoorzieningen. Praktische en theoretische kennis op archiefgebied was hen vreemd en toch zijn zij een bureau begonnen voor archiefpro jecten. Waarom het archief? Breddels: "Het werd toevallig het archief. Wij zijn zakelijke dienstverleners die een niche hadden gevonden. Het klinkt misschien raar, maar of we nou in de archieven diensten verkopen of aan andere zaken geld verdienen dat had gekund. Wij sturen en regelen, wij zorgen dat de klant gekoesterd wordt, maar het vakinhoudelijke, daar hebben we altijd de mensen voor aange trokken. Die achtergrond bleek heel verfrissend te zijn op de markt." Het werkterrein was door de jaren heen altijd heel verspreid. Vermeulen: "Onze diensten zijn geschikt voor alle branches, overal werkt men met informatie; mensen willen gewoon dat de boel op orde is, dat is natuurlijk niet alleen bij de overheid zo." Wat kan ODRP-facilitair? Bestuursambtenaar Ad van Heijst is een doorgewinterde SOD-er. In 1974 begon hij bij de gemeentelijke over heid, rond 1980 raakte hij als docent en examinator betrokken bij de SOD en sinds 1984 is hij werkzaam bij ODRP. "ODRP-facilitair is heel wat ouder dan Breddels Vermeulen. In 1997 vierden we dat er 75 jaar een bureau voor de registratuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeen ten (VNG) bestaat. Zaalberg, destijds gemeentesecretaris van Zaandam, is in 1908 begonnen met het Nederlandsch Registratuurbureau, dat de VNG in 1922 heeft overgenomen. Een van de eerste activiteiten van de VNG was het organiseren van een gezamenlijke inkoop, de voorganger van het nog bestaande centraal inkoopbureau, en het starten van een registratuurbureau. Jarenlang is dat een klein bureau geweest, zo'n vier adviseurs die het hele land door reisden. Vanaf 1957, '58 is het registratuurbureau zich meer met uitvoerend werk gaan bezig houden, met uiteindelijk ongeveer twaalf medewerkers. In de jaren tachtig, met de nieuwe Archiefwet in het vooruitzicht, nam dat werk een enorme vlucht en sindsdien is ODRP enorm gegroeid." Is de markt van ODRP een andere dan die van B&V? Van Heijst: "ODRP zit in hoofdzaak in de gemeentelijke sector, vooral bij de kleinere gemeenten die niet zelf de deskundigheid in huis hebben om het archief op orde te houden, en ook bij waterschappen. Wij hebben abonne menten met een groot aantal gemeen ten zodat medewerkers één of meer keer per jaar daar heen gaan om een deel van de archiefwerkzaamheden uit te voeren. Op dit moment houden ongeveer 45 mensen bij ODRP zich bezig met archiefbewerkingen." De klantenkringen vullen elkaar aan, geldt dat ook voor de werkzaamheden? Beide partijen richten zich volledig op het dynamisch archief. Zowel ODRP als B&V houden zich bezig met uitvoerend werk en advisering. Vermeulen: "In advisering hebben wij te maken met nieuwe ontwikkelingen binnen bedrijven. Het 'flexibel-kan- toor' concept, het kantoor waar personeel niet langer op een vaste werkplek zit, heeft consequenties voor de informatievoorziening. Veel bedrij ven werken al met dat concept of denken er over dat in te voeren. Aan ons wordt dan gevraagd de gevolgen in kaart te brengen. Dat is vernieu wend. En dat gebeurt vaker. De in schakeling van een organisatiebureau bijvoorbeeld dat het hele bedrijf doorlicht en bij een reorganisatie adviseert, kan leiden tot onvoorziene problemen. De keuze voor een decen traal of centraal archief steunt op managementoverwegingen: inkrimpen of mensen herplaatsen. Zo'n bureau ziet over het hoofd dat (en hoe) bijvoorbeeld de postregistratie in de nieuwe situatie moet worden geregeld. Daar worden wij dan bij gehaald." Van Heijst: "Dienstverlening is ook voor ODRP de hoofdzaak: archiefbe werkingen, het adviseren over archief beheer, het ontwerpen van een nieuw basisselectiedocument voor de gemeen ten, het aanpassen van de gemeente lijke thesaurus aan de basisarchief- code." Op welke wijze blijft de band met de VNG gehandhaafd? Van Heijst: "Het is hetzelfde als wanneer je uit huis gaat en af en toe bij je moeder op visite komt, dat gevoel heb ik bij de VNG. Het lijkt op een familieband. Er liggen afspraken over werk dat wij voor de VNG uitvoeren, bijvoorbeeld het ontwerpen van de nieuwe gemeentelijke basisse- lectiedocumenten. Daarnaast zijn er zakelijke overeenkomsten afgesloten die doorlopen, zoals de halfjaarlijkse trendrapportage over informatisering en automatisering. Twee keer per jaar interviewen we tweehonderd gemeen telijke organisaties in Nederland over de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van informatisering en automa tisering; die gegevens worden door ons geanalyseerd." Alles is tegenwoordig 'div' wat de klok slaat. Keert de term 'archiefprojecten' nog wel terug bij het nieuw gevormde bedrijf? Vermeulen: "Bij archiefprojecten den ken sommige mensen dat we alleen maar iets met papier doen, terwijl advisering zich uitstrekt over bijvoor beeld het aanschaffen van een docu mentair informatiesysteem. Andere mensen denken bij archiefprojecten dat we aan verhuizingen doen, ze verwach ten dat we stellingen meebrengen. En DIV, documentaire informatievoorzie ning, ligt niet makkelijk, ook niet als je het moet vertalen." Vanwaar de fusie: is er wel ruimte voor uitbreiding? Van Heijst: "Voor ODRP lag een breekpunt in 1984. Toen stond het bedrijf op het punt om snel door te groeien maar we besloten om dat niet te doen. Wij zijn ons gaan richten op over onze strategie. Dat heeft er uit eindelijk toe geleid dat we toch weer een bureau zijn geworden dat alle activiteiten uitvoert. Dat was ongeveer in 1990." Daarna is de explosieve groei van commerciële projectbureaus niet gestagneerd, integendeel. Van Heijst: "Het zou eens onderzocht moeten worden, maar er is volgens mij een verband tussen het decentraliseren van het archiefbeheer binnen de rijks- en de gemeentelijke overheid en de nei ging tot uitbesteding. Mogelijk ligt daar een verklaring voor die explosieve groei: door decentralisatie verdwijnt kennis uit je eigen organisatie en daar door ontstaat een beheersingsprobleem in de gedeconcentreerde units. Deze kan niet anders worden opgelost dan Driemensschap van DOXIS: Mayke BreddelsMonique Vermeulen en Ad van Heijst (foto: Fotopersbureau Dijkstra BV) het hooggekwalificeerde werk; dat hield in dat verschillende uitvoerende werkzaamheden zijn geschrapt, zoals het wegwerken van achterstanden of het schonen van financiële archieven. Op dat moment verscheen het eerste uitvoerende bureau op de markt omdat de vraag sterk toenam. Ik heb het idee dat op de gemeentelijke markt een enorme vraag naar dit soort uitvoerend werk is gekomen zo tussen 1984-'85 en 1990. Vergeet niet, tot 1984 was ODRP monopolist. Maar door de komst van andere bureaus werden we gedwongen ons te beraden door externen in te huren." De rede nering van Van Heijst is helder. De vraag naar extern advies en project ondersteuning is gegroeid vanaf het moment dat het centraal archief of de centrale post- en registratuur is opge heven en gesplitst en de verschillende afdelingen in een organisatie een grotere autonomie kregen in het regelen van het archiefbeheer. Maar vroeg of laat breekt decentralisatie van het archiefbeheer het management op. Van Heijst: "De vraag over centraal of decentraal speelde binnen de gemeen telijke wereld in het midden van de jaren tachtig. In veel gemeenten is daarna het sectorenmodel ingevoerd waarbij managers een eigen bevoegd heid kregen op het gebied van de informatievoorziening. Daarvóór bestond overal het secretariemodel, één centrale afdeling. En nu is de tendens weer dat het centraal moet, ook op gemeentelijk niveau. De eerste signalen zijn er al. Dat hangt ook samen met de digitalisering van de informatie: centraal digitaliseren en de informatie beschikbaar stellen op het interne netwerk. Centraal registreren, archiveren en toegankelijk maken. Maar niet alleen automatisering en digitalisering, ook het 'flexibele kan toor' roept bij sommige organisaties de noodzaak van nieuwe vormen van centraal beheer op. De mensen hebben op zo'n kantoor geen vaste werkplek meer. Vroeger was in vrijwel iedere bureaula archief opgeborgen, dat kan nu gewoon niet meer want de werkne mer heeft geen bureaula meer. Je moet wel één centraal archief hebben." Hoe staat de markt er voor? Breddels: "We gaan voort op onze bestaande markt, een fusie kost tijd, daar richten we ons eerst op. De sectoren waar we werken kunnen we uitbouwen, we gaan niet meteen op zoek naar een nieuwe doelgroep." Van Heijst: "Onder de paraplu van Moret Ernst Young, met zijn accountants en organisatie-adviseurs die in zo veel organisaties binnenkomen, ligt in het bedrijfsleven voor ons een markt. Voor een accountant is dat altijd het eerste wat hij ziet, hoe het staat met de documentaire informatievoorziening. Dat is ODRP altijd gebleken toen er een verbinding was met het Verifi catiebureau van de VNG. Regelmatig kwamen er opdrachten binnen van accountants die ons zeiden 'dat archief moet eens op orde gebracht worden'." Is er een schaarste aan tijdelijk personeel? Breddels: "Er is schaarste aan goed gekwalificeerd personeel, en dan denk 102/2 maart 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 9