Onbegon nen werk of last van een dubbele moraal? 8 Door Elio Pelzers Voorgeschiedenis groot zijn. "Het bezoek in Tilburg is fors toegenomen. Voor de medewer kers van de studiezaal is dat een enor me druk, hun eigen Tilburgse archie ven kennen ze van haver tot gort, nu zijn er vele archieven bij gekomen en bezoekers komen met nieuwe vragen. De studiezaal is nodig aan verbouwing toe. Er zijn uiteraard praktische problemen als je twee gebouwen hebt, maar voor de dienstverlening hoeft dat geen problemen op te leveren. In het algemeen wordt de nieuwe situatie door de bezoeker positief ontvangen." De komende jaren komen er voor de bezoekers van Brabantse archieven veel meer zoekmogelijkheden. Mede dankzij de ontwikkeling van het studiezaal-infor-matie-systeem (SIS), zal de digitale informatieverstrekking aanzienlijk worden uitgebreid. De toegangen op doop-, trouw- en begraafboeken, burgerlijke stand en bevolkingsregisters van alle Brabantse archiefdiensten zijn dan overal op dezelfde wijze via het beeldscherm te raadplegen. Nu al draait de eerste versie. Ontwikkelingen te over De Almanak voor het Nederlands Archiefwezen maakte in 1997 voor Noord-Brabant nog melding van 19 archiefdiensten. Dat zijn er in 1998 een paar minder. Samenwerking is, on geacht gemeentelijke herindeling, een onderwerp dat meer archiefdiensten in Noord-Brabant bezighoudt. Volgens Van den Heuvel is niet de maat van een streekarchief het belangrijkste om bundeling te realiseren. "Het gaat er om dat gemeenten die deelnemen in een steekarchief bereid zijn om voldoen de geld te investeren in de noodzakelijke werkzaamheden, niet alleen om de wet telijke taken uit te voeren maar ook om de bezoekers ten dienste te zijn. Jammer genoeg heeft 'de politiek' niet zoveel over voor het archief, ook niet voor de bekostiging van de wettelijke taken. Maar daarnaast krijgt het archief met zoveel ontwikkelingen te maken - denk alleen maar aan de digi talisering - dat men in de toekomst wel móet samenwerken om het betaal baar te houden. Ik weet zeker dat in Brabant iedereen in het archiefwezen dat ook wel inziet. Tussen verschillen de mensen wordt ook al gesproken over samenwerking, en misschien op termijn fusering. Nassau Brabant en De Markkant zijn daarvan een voor beeld. De aanleiding was hier de wens van De Markkant tot centralisatie van het eigen streekarchivariaat. Dat heeft geleid tot inwoning bij Nassau Bra bant met de afspraak om te onderzoe ken of een fusie binnen vijf jaar moge lijk was. Zowel voor de bezoekers als voor de mensen die er werken is de in woning zo goed bevallen dat het pro ces van fuseren eerder kon starten. De gemeentelijke herindeling gaf hierbij een duwtje: over en weer 'verloren' beide archiefdiensten gemeenten aan elkaar. Het besluit om te friseren is daardoor sneller gevallen, 1 januari 1998 is het ingegaan. Men heeft hier goed ingezien dat het archiefbelang is gediend met fu seren: samen staan we sterker. Kring Oosterhout is een overleg gestart met het Land van Heusden en Altena om voor bepaalde zaken te gaan samenwerken; die overleggen trouwens ook met Zevenber gen over samenwerking. Om te beginnen op facilitair gebied, maar wie weet gaat dat in de toekomst nog verder Het is volop in beweging in Brabant." Studiezaal Tilburgs Gemeentearchief: toeloop bezoeken met nieuwe vragen heeft gevolgen voor dienstverlening {foto: Frans van Ameijde Gemeentearchief Tilburg Werkgebied: gemeenten Tilburg, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand en Oistenvijk. Een vaste personeelsformatie van 13,26 fte (15 ambtenaren) Capaciteit van de depots in Tilburg en Oisterwijk: 6.200 m' Beheert 4-300 m' archieven; foto's, prenten, affiches e.d 240.000 stuks; bewegend beeld en geluid 2.300. Jaarlijkse aanwas van 5%. 1996 1997 t/msept. Bezoekers 1201 1773 Bezoeken 4874 4086 Vanaf juli 1997 is het aantal bezoeken in vergelijking met dezelfde periode in 1996 toegenomen met 37 Op jaarbasis medewerking aan ca. 100-125 publicaties, variërend van krant tot boek. Recente publicaties: Ach Lieve Tijd Tilburg, congresbundel over Piet er de Vreede. Speciaal project 'Geschiedschijvingvan Tilburg' (1995-2000). Website op Internet: www.tilburg.nl/archief/index.htm. Het werk, van de Registratiekamer In 1995 bekritiseerde de Registratiekamer de Criminele Inlichtingen Dienst. Haar politieregisters zouden veel dubieuze persoonsgegevens bevatten. In hetzelfde jaar tikte de Registratiekamer de gemeente Oss op de vingers. De gemeente verstrekte adresgegevens uit de gemeentelijke basisadministratie aan een elektri citeitsbedrijf en schond daarmee de verplichting tot geheimhouding. Twee gebeurtenissen uit een lange rij feiten, gepubliceerd in de jaarverslagen van de Registratiekamer. Zij komt geregeld in het nieuws, wakend over de privacy van het individu. Slechts weinigen weten echter wat de Kamer precies doet. Vecht zij tegen de technologische bierkaai? Is het onbegonnen werk? Wat doet de registratiekamer? De in 1989 als zelfstandig bestuursorgaan opgerichte en in Den Haag gevestigde Registratiekamer: ziet toe op het zorgvuldig gebruik van persoonsge gevens en op de naleving van de relevante wettelijke bepalingen, zoals de Wet Persoonsregistraties en de Wet Politieregisters; adviseert de regering; geeft voorlichting over wet- en regelgeving; behandelt geschillen tussen burgers en (overheids)- organisaties; verricht onderzoek naar bepaalde persoonsregistraties naar aanleiding van klachten of op eigen initiatief; toetst gedragscodes die door organisaties binnen een bepaalde sector worden vastgesteld over het gebruik van persoonsgegevens; is het aanmeldadres voor reglementen en persoons registraties Zie: http:/cwis.kub.nl/dbi/regkamer/ Reeds in de achttiende eeuw was er al min of meer sprake van bescherming van de persoonlijke levenssfeer. In de Grondwet van 1798 kwam bijvoorbeeld een passage voor, waarin het huisrecht was gegarandeerd. De privacybescher ming kenmerkte zich aan het begin van de jaren zeventig, aldus de juriste G. Overkleeft-Verburg in haar dissertatie De Wet Persoonsregistratie. Norm, toepassing en evaluatie (1995), door verbrokkeling in de wetgeving. Ze was gericht op diverse soorten inbreuken. In de rumoerige jaren zestig en zeventig kwam de aandacht voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in een stroomversnelling. Overkleeft stelt dat twee zaken de toon bepaalden: de televisieserie De Bezetting van dr. L. de Jong, waarin werd getoond hoe de tot in de puntjes verzorgde bevolkingsadministratie had bijge dragen aan de wegvoering van de Nederlandse joden, en de door de literatuur gevoede angst voor de vermeende almacht verkregen door het gebruik van computers. De plannen van de rijksoverheid om te komen tot een geautomatiseerde en centrale persoonsadministratie en een persoonsnummer en de Volkstelling in 1971 waren onderwerp van een fel pu bliek debat. Begin jaren zeventig werd een driesporenbeleid voor de privacybescherming ontwikkeld, dat van grote in vloed is geweest op de verdere rechtsontwikkeling: de voor bereiding van een privacywet, de invoering van een wettelij ke grondslag van de automatisering van de bevolkingsadmi nistratie en de modernisering van de grondwettelijke be scherming van de persoonlijke levenssfeer. In 1972 stelde de regering de Staatscommissie Koopmans in om een privacy wet voor te bereiden. Het zou tot in 1989 duren voor dat die wet er kwam. Nederland werd, zo schrijft Overkleeft, van koploper achterblijver. De ontwerpers van de Wet Persoons registraties (WPR) lieten zich leiden door angst voor de informatietechnologie en mogelijk misbruik ervan. "In de wet is geprobeerd zo precies mogelijk te definiëren op welke technische manieren je gegevens mocht opslaan en gebrui ken...Het waren de hoogtijdagen van het mainframe, waar informatie nog centraal beheerd werd. Op zich kun je zo'n situatie nog enigszins preventief beschrijven, maar in de hedendaagse context werkt dat niet" zegt Overkleeft in Automatisering Gids van 1 maart 1996. Met de komst van de WPR was ook de Registratiekamer geboren om toe te gaan zien op naleving van de privacywet. 101/1 januari/februari 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 5