a
Voorouders
op de
digitale snelweg:
www. archief.dnl
Werk in
<8
O
De 'werktitel' Digitale Stamboom dekte de
lading niet echt, maar was in het besluitvor
mingstraject zo snel ingeburgerd dat het stra
tegisch onmogelijk was geworden een andere
naam te introduceren
Logische stappen
14
Door Gerrit Verhoeven
15
Archeologische Dienst (inclusief het
depot voor bodemvondsten), het
Provinciale Steunpunt Monumenten
zorg, de Provinciale Museumconsulent
en de consulent regionale geschied-
doorgaat kan 'Historisch Centrum
Zeeland' doorgroeien tot 'Zeeuws
Centrum voor Cultureel Erfgoed'. Los
hiervan heeft de gemeente Vlissingen,
waarvan het Gemeentearchief vier jaar
Driedimensionale impressie van hoe het interieur van het Historisch Centrum Zeeland er uit gaat zien. Op de
eerste verdieping kunnen toekomstige bezoekers het 'archiefcafé' bezoeken of de daarboven vrijhangende collegezaal
beoefening Zeeland. Naast het
bovengenoemde 'Historisch Centrum
Zeeland' komen als onderdeel van de
nieuwbouw enkele panden leeg. Het
Rijk heeft deze aan de Provincie
aangeboden voor de huisvesting van
deze provinciale steunfuncties. Als dit
geleden een nieuw gebouw betrok, te
kennen gegeven met de nieuwe
geïntegreerde archiefdienst te willen
praten over samenwerking. Dit is des
te begrijpelijker gezien de stadsgewes
telijke samenwerking tussen Middel
burg en Vlissingen.
De meeste initiatieven om tot samen
werking te komen ontstaan begrijpe
lijkerwijs tussen de rijksarchieven in de
provincies en de gemeentearchieven
van de provinciehoofdsteden. Gedeelde
ruimtenood en het op elkaar afstem
men van nieuwbouwplannen stimu
leert gemeenschappelijke huisvesting.
Integratie van de afzonderlijke part
ners is de volgende en logische stap.
Zonder deze ruimtelijke component,
bij gescheiden huisvesting dus, ligt
integratie niet direct voor de hand en
kan de samenwerking ook op een
andere wijze vorm krijgen. Zoals uit
het Zeeuwse voorbeeld mag blijken,
kan de samenwerking en/of integratie
van een rijksarchief met het gemeente
archief van de provinciehoofdstad
aanleiding zijn voor samenwerkings
vormen met andere instellingen op het
terrein van het culturele erfgoed.
R.L. Koops is rijksarchivaris in Zeeland.
Dit artikel is de geactualiseerde versie van
de toespraak die hij op 9 oktober 1997
hield voor de Zweedse Coördinatie
Commissie voor Gemeentearchieven tijdens
haar werkbezoek aan Nederland. Voorjaar
1998 zal het tevens gepubliceerd worden in
het 'Journal of the Society of Swedish
Archivists'.
Wie gegevens uit de doop-, trouw- en begraafboeken van Delft nodig heeft, kan zijn onderzoek tegen
woordig starten via het internet. Binnen een jaar zijn ook gegevens uit de burgerlijke stand van Delft op
deze manier raadpleegbaar. Deze service is een initiatief van de Gemeentelijke Archiefdienst Delft.
Meer dan de helft van de bezoekers
van de Gemeentelijke Archiefdienst
Delft (GAD) komt voor genealogisch
onderzoek. De meest gebruikte
bronnen zijn de doop-, trouw- en
begraafregïsters (DTB, 1575-1811) en
de registers van de burgerlijke stand
(1812-1940, niet volledig openbaar).
De toegankelijkheid van deze bronnen
was al lange tijd van behoorlijk niveau.
De DTB is in de jaren zestig geklap
perd, wat resulteerde in 450 laden. De
studiezaal stond toen wel vol met
ladenkasten. In vervolg op de microfi-
chering van de originele DTB-registers
zijn ook de klappers op microfiche
gezet, met als gevolg een enorme
ruimtewinst en dus meer studieplaat
sen. De burgerlijke stand was toegan
kelijk via eigentijdse 'tafels', die
tegelijk met de originele registers
werden verfilmd. De huwelijksregisters
waren in feite maar half toegankelijk,
omdat in de tafels alleen de bruide
goms zijn opgenomen. Hierin is
voorzien door gedrukte indices op
bruiden, die werden uitgegeven door
de Genealogische Vereniging Prome
theus en de GAD.
Automatisering als kans
Het microficheren van klappers heeft
een groot nadeel: onvolkomenheden in
de gegevens en in de ordening daarvan
worden als het ware gefixeerd. Je kunt
immers geen systeemkaartjes meer
wijzigen, verwijderen of tussenvoegen,
tenzij je (een deel van) de klapper
opnieuw microficheert. Het aanbren
gen van correcties in de tafels van de
burgerlijke stand was natuurlijk al
helemaal niet mogelijk. De DTB-klap-
per was bovendien opgezet in blokken,
helemaal volgens het principe van de
namelijk de gegevens uit verschillende
bronnen (alsnog) in één verzamelbe
stand onderbrengen, zodat de onder
zoeker niet eindeloos in deelbestanden
hoeft te zoeken. In plaats van een
verzameling klappers op registers
creëer je een bestand van persoonsge
gevens, met verwijzing naar diezelfde
bronnen. Bovendien kun je een
archivaris die denkt vanuit de bron
nen. Er waren aparte klappers voor do
pen, trouwen en begraven en daarbin
nen weer afzonderlijke klappers voor
de Oude Kerk, de Nieuwe Kerk en
andere kerken, om nog maar te zwij
gen over de verdeling van sommige
klappers in verschillende periodes. De
onderzoeker moest dus altijd op vele
plaatsen zoeken om relevante gewen
ste gegevens op het spoor te komen.
Automatisering biedt fantastische
mogelijkheden om de beschikbaar
stelling te baseren op de vragen van de
onderzoeker. In een database kun je
database gemakkelijk muteren en
sinds kort ook op afstand beschikbaar
stellen via het internet.
Delft Kennisstad
De GAD kreeg de kans om al deze
mogelijkheden te benutten toen Delft
enkele jaren geleden besloot zich
voortaan te profileren als Kennisstad.
Deze keus lag enigszins voor de hand,
gezien de aanwezigheid van instellin
gen als de Technische Universiteit,
TNO en het Waterloopkundig Labo
ratorium en kennisintensieve bedrijven
100/10 DECEMBER 1997