Aan de schone groene Blauen Donau:
68. Deutscher Archivtag
27
i*
zoekgeleiding en
v.rangfiltering
sgaplicatie- en
ragteembeheer
monitoring
archiefVormer
inventarii
aangemeld bij het Consortium Digitaal Erfgoed. De mede
werkers aan het project willen graag in contact treden met
iedereen die op hetzelfde terrein activiteiten, plannen of
ideeën heeft. Samenwerking en bundeling van krachten leidt
hier tot de beste oplossingen.
Het project is een proeftuin. Het gaat om een poging, proef
ondervindelijk vast te stellen of ideeën over het wat en hoe
van een dergelijk systeem in de praktijk van de advisering en
onderzoeksondersteuning bruikbaar, nuttig en goed vorm
gegeven zijn. De ervaringen en aanvullingen van derden (of,
om het hoopvoller te zeggen: nieuwe participanten) kunnen
in beginsel vlot worden ingepast, en opnieuw getest.
Informatie over het project is te verkrijgen (en ideeën,
op- en aanmerkingen zijn welkom) bij:
Project Proeftuin Archiefvormersoverzicht
Rijksarchief Gelderland: Markt 1, 6811 CG Arnhem
{tel. 026.4420148; fax 026.4459772;
E-mail: ragld@worldonline.nl Maarten van Driel, projectleider;
Inge de Jong)
Rijksarchief Zeeland: Sint Pieterstraat 38,4331 EW Middel
burg, tel. 0118.638920; fax 0118.628094 (Alben Meijer,
projectleider, P. van Dun)
Het is een genoegen als enige Nederlander een Archivtag
van de Verein deutscher Archivare (VdA) bij te wonen. Je
wordt aangesproken als vertegenwoordiger van een land
waar het archiefwezen voorbeeldig georganiseerd en bemid
deld is en dat ook vaktechnisch een gidslandfunctie vervult.
Had ik niet het aards bewustzijn gehad dat ik als waarnemer
en niet als vertegenwoordiger aanwezig was, plus een zeker
gevoel voor de betrekkelijkheid van onze prestaties, ik zou
wellicht wat aan de zweef geraakt zijn.
De ambiance van het driedaagse congres was geëigend
daartoe bij te dragen. Want een congres mag een Duitse
Archivtag wel genoemd worden. Meer dan 850 deelnemers,
waarvan bijna 10% afkomstig uit 14 andere landen (vooral
uit het voormalige Oostblok, de andere Duitssprekende
landen, en Skandinavië). Een modern congresgebouw, waar
van de open ruimten bezet waren met stands van toeleveran
ciers voor het moderne archiefwezen: automatiseerders,
digitaliseerders, microverfilmers en restauratiewerkplaatsen
(waaronder enkele Nederlandse), fabrikanten van stellingen
en materialen en apparaten voor het materieel beheer van
archieven en verzamelingen.
Verder: levendig en opgewekt communicerende deelnemers
(het beroepsbeeld van de archivaris als stoffige oudere werd
weer eens geloochenstraft). En tenslotte: aangenaam na
zomers weer.in een stad die in de oorlog zwaar beschadigd is,
maar veel heeft bewaard dat voor een romanticus opwek
kend is: de kolossale Münsterkerk aan het immense 19de
zalen van de beide Rijksarchieven worden getest. Het is
uitdrukkelijk het plan op korte termijn ook collega's binnen
en buiten de Rijksarchiefdienst van het werkstuk kennis te
Situering van het archiefvormersoverzicht in het toegankelijkheidssysteem
laten nemen. Aan materiaal voor presentaties wordt ge
werkt, en in kleinere kring (Hoofden Inventarisatie en
Hoofden Externe Dienstverlening RAD; Gelders Dienst-
hoofdenoverleg; Diensthoofdenoverleg Zeeuwse Archieven)
is of wordt het systeem al gedemonstreerd. Met het project
archieven Website Nordrhein-Westfalen (zie het verslag van
de Deutsche Archivtag te Ulm, elders in dit nummer)
worden ervaringen uitgewisseld.
Het is echter zeer nadrukkelijk de bedoeling meer te berei
ken dan bekendheid. Wij zijn er van overtuigd dat er in
Nederland slechts plaats kan zijn voor één geautomatiseerd
systeem van toegankelijkheid of "toegankelijkheid op af
stand".
Dat komt door omvang en aard van de op te lossen proble
men (bijvoorbeeld inhoudelijke ontsluitingsmiddelen zoals:
trefwoorden, rubrieksindeling, definities van taken van
archiefvormers; geografische zoekmogelijkheden). De in
vesteringen (materieel en intellectueel) in ontwikkeling,
vulling eri onderhoud van een dergelijk systeem zullen zo
groot zijn dat zij alleen door gezamenlijke inspanning zijn op
te brengen. En vooral: het lijkt ons volstrekt onwenselijk dat
onze archiefgebruikers geconfronteerd zullen worden met
meer dan één archief-zoekmachine, met verschillende
sytematieken, trefwoordensystemen of vormgevingen. Er zal
vergaande standaardisering nodig zijn.
En hoewel we er natuurlijk van overtuigd zijn dat we iets
aan het doen zijn dat kwalitatief goed is, de pretentie dat wij
de standaarden zetten of de enig juiste oplossingen hebben:
die pretentie hebben we niet.
Om te benadrukken dat het gaat om een project dat ten
nutte van het hele archiefwezen wil zijn, is de Proeftuin
nadere t
on/ABS
[beheersysteem
eeuwse plein (waar los rondzwervende tuinstoelen dag en
nacht de vermoeide passant ter beschikking staan). Tussen
kerk en Donau een goedbewaarde danwel gereconstrueerde
oude wijk, die en mooie indruk geeft van het verleden van
deze voormalige vrije Rijksstad. Hier zijn de stadsmuren met
bolwerk, poorten en Donaupromenade, de grote stedelijke
gebouwen, de patriciërshuizen en het handwerkers- en
visserskwartier waar de zijrivier de Blau doorheenstroomt
(die net als de Donau groenig is, maar schoon oogt geurvrij
is, beter waarschijnlijk dan toen leerlooiers en anderen hier
hun bedrijf hadden). Voeg daarbij voor eigen projecten
vruchtbare ontmoetingen, en het mag begrijpelijk zijn dat ik
over Ulm en Duitse Archivtage positief gestemd ben.
Op de aanreisdag was er een bijeenkomst van de buitenland
se deelnemers met het bestuur van de VdA, waar ondermeer
werd aangedrongen op het ontwikkelen van praktische
samenwerkingsprojekten en waar aandacht was voor de
problemen van het archiefwezen in arme landen, 's Avonds
was het raadhuis decor voor een geanimeerde ontvangst door
stadsbestuur en Land.
Het congres zelf werd geopend met toespraken van de Ober-
bürgermeister van Ulm en van de minister voor wetenschap
en cultuur van Baden-Wiirttemberg (een deelstaat die niet
ten onrechte prat gaat op zijn belangstelling voor de archie
ven). Zij spoorden de archivaris aan om zich te zien en te
profileren als cultuurhoeder en -verbreider, maar ook en niet
op de laatste plaats als actief beheerder van waarden die voor
een levende democratie onmisbaar zijn. Dat werd geaccen
tueerd door de aanleiding om in Ulm bijeen te komen, het
600-jarig jubileum van de Schwörbrief de stedelijke grondwet
waarnaar de Rijksstad tot 1802 geregeerd werd.
Het thema van de bijeenkomst was Vom Findbuch zum Inter
net: Erschliessung von Archiv-gut vor netten Herausforderungenvrij
vertaald: modernisering van het toegankelijk maken. Een
aantrekkelijk thema: hoe staat het bij onze Oosterburen
daarmee? Kunnen we souverein voortgaan, in het besef
voorop te lopen, of valt er daar iets te leren, is daar iets om
nog eens nader naar te kijken of over na te denken?
Direct moet ik twee opmerkingen toevoegen. In de praktijk
ging het soms ook nog wel over andere zaken, die met het
hoofdthema slechts zijdelings of niet verband hielden; en
bovendien was het congres goeddeels in parallelzittingen
georganiseerd, wat tot keuzes dwong. Ik was immers, tot
verbazing van menige collega, maar een 1-mansobservatie-
team. Hier dus geen alomvattende verslaglegging, maar
meer een impressie. Uitgebreider bericht zal te zijner tijd in
Der Archivar verschijnen.
Na de openingstoespraken gaf de voorzitter van de VdA, Dr.
Norbert Reimann, het woord aan Joachim Gauck, leider van
het voor beheer en bewerking van de archieven van de
Staatssicherheitsdienst van de voormalige DDR speciaal in
het leven geroepen instituut. Ik had hier een technisch
referaat verwacht, maar kwam bedrogen uit. Of eigenlijk
100/8 oktober 1997
ook niet. In een meermaals door applaus onderbroken be
toog beperkte Gauck zich tot de fundamentele betekenis van
het werk van zijn instelling: het mogelijk maken van de
verwerking van het dictatoriale verleden door de individuele
betrokkenen - Stasi-medewerkers en Überwachten - en door
de samenleving als geheel. Gauck deed een felle aanval op
wat hij de 'streep-eronder' mentaliteit noemde, waarbij hij
een parallel trok met de verdringing van de herinnering aan
de NS-dictatuur na 1945 en de gevolgen daarvan voor het
publieke bewustzijn.
Nu dan de meer vakinhoudelijke waarnemingen. Veel aan
dacht was er voor Internet. De daaraan gewijde zitting kon
ik niet volgen, maar ik noem enkele aandachtspunten die in
andere voordrachten en in gesprekken naar voren gebracht
werden. Auteursrechtelijke problemen, beveiliging, Daten-
schütz, vormgeving van sites en van zoekmogelijkheden (te
rekenen is met een non-specifiek publiek met zeer uiteen
lopende belangstelling, voorkennis en vaardigheid). Maar
ook werd waarschuwend gesproken over de kosten van
ontwikkeling, vulling en onderhoud van een site die meer is
dan een folder, en werd gewezen op de noodzaak een site
dynamisch te houden.
Internet als productief communicatiemiddel tussen vakge
noten werd benadrukt; juist in de week van de Archivtag is
daarvoor een speciale discussiegroep ingericht: http://
utww. archivnet. de
Van praktische betekenis voor Nederland is het, kennis te
nemen van het Internet-project dat in Nordrhein-Westfalen
loopt. Hier is men er (deels met zachte financiële drang) in
geslaagd voor alle ca. 560 archiefdiensten die de deelstaat
schijnt te kennen één website in te richten, die in juni 1998
geopend zal worden. Voor elke dienst worden op uniforme
wijze de algemene informatie en het archievenoverzicht
Bestanclsübersichtgepresenteerd. Een daad van praktische
klantvriendelijkheid die navolging verdient.
Het was overigens bij deze op high-tech en toekomst gerich
te bijeenkomst (een spreker ontvouwde zelfs het visioen van
verbale dialogen met de zoekmachines) enigszins vermake
lijk, want misschien symbolisch voor de afstand tussen
droom en werkelijkheid, hoe de communicatie tussen vraag
stellers uit de zaal en spreker moest verlopen. Wegens
akoustische problemen was die soms alleen mogelijkdoor de
spreker van het podium te laten afdalen in de zaal om daar
de opmerkingen aan te horen. Het antwoord volgde dan
weer vanaf het podium.
De zitting die aan het eigenlijke toegankelijkmaken was
gewijd vond ik betrekkelijk weinig opleveren. Er werden
enkele projecten gepresenteerd die betrekking hadden op het
reconstrueren van dooreengeraakte Provenienzen en het
opwaarderen van onbevredigende toegangen met behulp van
de computer. Interessant was de uiteenzetting over de
planmatige opzet waarmee het Zwitsrse Bundesarchiv in
Bern zijn toegankelijkheidssyteem opbouwt. Hierin, en bij