Nieuws 5 if Het vak opgewaardeerd of opgeblazen? 24 Proeftuin archiefvormersoverzicht bij Rijksarchieven in Gelderland en Zeeland 25 Verslag van de studiedag 'Digitale duurzaamheid: een haal bare kaart!', 23 september 1997 Stadsarchief's-Hertogen- bosch DD, DIS, MLG, IT, RKS... af en toe duizelt het mij, een net beginnend archivaris-in-opleiding. En mij niet alleen: hoewel archivarissen zo langzamerhand vertrouwd raken met al deze afkortingen, meenden de leerlingen van het studiejaar 1996- 1997 oude stijl dat hun kennis van automatisering en digi tale bestanden op bepaalde punten tekort schoot. Zij namen het initiatief voor een studiedag over het thema Digitale Duurzaamheid (DD). Marieke Smits van Oyen, stagiaire bij het Stadsarchief's-Hertogenbosch, nam de organisatie op Organisator Marieke Smits van Oyen in gesprek met Rolf Hage en Thijs Laeven (foto: Albert Scheurs) zich in samenwerking met de Archiefschool. Zij stelde een interessant programma op waarin theorie en praktijk elkaar konden ontmoeten. De eerste spreker, Charles Noordam (GA Amsterdam), ging in op de juridische consequenties van de ontwikkeling van digitale informatie. De vanzelfsprekende verbondenheid tussen gegevens en gegevensdrager, die we gewend zijn van m papieren archiefbescheiden, bestaat in een digitale omgeving niet. De eisen die de Archiefwet 1995 stelt wat betreft duurzaamheid gelden echter onverminderd. Op dit moment worden proeftegels ontwikkeld die ervoor moeten zorgen dat ook digitale archiefbescheiden authentiek, betrouwbaar en toegankelijk zijn en blijven. Formulering van deze proeftegels is een van de doelstellin gen van het programma DD. Hans Hofman (RAD) gaf een inleiding over dit gezamenlijke project van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur Weten schappen. Naast de bevordering van regelgeving onder steunt men enkele proefprojecten, waaronder het ontwikke len van een Record Keeping System (RKS) voor de Tweede Kamer. Peter Horsman (RAD) houdt zich als adviseur voor het programma DD vooral bezig met de vaststelling van vereisten voor dergelijke systemen. Hij redeneert hierbij vanuit de functies van archieven: verantwoording, bewijsvoe ring en 'institutioneel geheugen'. Record Keeping Systems dienen zodanig te worden opgezet, dat deze functies ook op lange termijn gewaarborgd zijn. We zien dat men op verschillende fronten probeert vanuit bestaande regelgeving en functies van archieven een manier van omgaan met digitale archiefbescheiden te vinden. Het is nog aftasten en uitproberen. Dat dit zowel voor de theorie als de praktijk opgaat, werd duidelijk uit de lezingen van het middagprogramma. Daarin behandelde Gerard Kuypers (Prof/z/e bv) het Randstedelijk project Machineleesbare Gegevensbestanden (MLG). Dit project heeft tot doel beleidsaanbevelingen te formuleren voor het beheer van digitale archiefbescheiden volgens de wettelijke normen. In het kader hiervan is geïnventariseerd welke digitale informa tiesystemen (DIS) de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht gebruiken en op welke wijze zij de informatie momenteel archiveren. Ik vond het jammer dat Kuypers weinig zei over concrete gegevens uit dit onderzoek. Ook in de lezing van Ad van Heijst (ORDP facilitair bv) over werkgroepen Documentaire Informatievoorziening (DIV) bij gemeenten zou een enkel voorbeeld een welkome geweest zijn. De praktijk kwam wel uitgebreid aan bod bij de laatste spreker, tevens gastheer, Rolf Hage. Hij signaleerde enkele ontwikkelingen en problemen die zich concreet voordoen in de Gemeente 's-Hertogenbosch. Bijvoorbeeld hoe een gemeentearchivaris toezicht kan houden op de invoering van nieuwe informatiesystemen als er al 300 verschillende systemen officieel en ook nog eens 250 illegaal in gebruik zijn. Bij alle drie de lezingen 'uit het veld' kwam duidelijk naar voren dat er op uitvoerend niveau grote behoefte is aan een samenhangend beleid en formele procedures op het gebied van DIV. Er is nog genoeg werk te doen, maar de deskundigheid van de traditionele archivaris schiet hiervoor vaak tekort. Hij zou zijn eigen kennis moeten verbreden en samenwerking moeten zoeken met bijvoorbeeld specialisten in de informa tietechnologie (IT). Deze studiedag maakte duidelijk dat daaraan hard wordt gewerkt. Het vak van archivaris dient 'opgewaardeerd' te worden, maar we moeten wel zorgen het niet op te blazen. De traditionele archivistische begrippen kunnen heel goed als basis dienen; wel vraagt het opnieuw invullen en aanpassen van de oude kaders creativiteit en enige 'acrobatiek in het hoofd' (Hofman). Belangrijk is hierbij de nadruk die Horsman legt op de verantwoordings functie van archieven. Die blijft gelden, ongeacht de vorm van de informatie. Beroepsdeformatie kan snel intreden. Als net begonnen oude-stijler ben ik bijna vanzelfsprekend geneigd me aan te sluiten bij het door vrijwel alle sprekers verwoorde gevoel dat er sprake is van verandering en vernieuwing van het vak. Het was dan ook verhelderend om eens te praten met enkele studenten van de leerroute archivistiek van de Universiteit van Amsterdam. Voor hen is het vanzelfsprekend dat een archivaris een brede kennis van informatietechnologie heeft en zich ook op het terrein van de archiefvorming beweegt. Tenslotte dit: als de archiefwereld zich realiseert dat ze zich dient open te stellen, zal zij intern moeten beginnen. De oude jongens-krentenbroodsfeer die af en toe ontstond tussen de heren sprekers en de toehoorders op de eerste rij past hierbij niet. Deze kanttekening doet echter niets af aan mijn lof voor de manier waarop het initiatief gestalte heeft gekregen. De goede organisatie, kundige sprekers en niet in de laatste plaats de zeer competente dagvoorzitter Thijs Laeven hebben gezamenlijk een leerzame en gezellige dag verzorgd. Marie-Anne van de Griekstagiaire Rijksarchief in Zeeland Bij de Rijksarchieven Gelderland en Zeeland wordt gewerkt aan een geautomatiseerd archiefvormersoverzicht. Het pro ject is opgezet als proeftuin voor het verder ontwikkelen van het archievenoverzicht dat in de nieuwe geïntegreerde versie van de archiefbeheersystemen ARCHEION (Rijks archiefdienst) en ABS (gemeentearchieven) zal zijn opgenomen. Het gaat om de bouw van een proefmodel voor geautomati seerde beantwoording van de traditionele standaardvraag stelling: welke archiefvormer(s) had(den) in de tijd en de geografische ruimte waarop mijn onderzoeksvraag betrek king heeft bemoeienis met het onderwerp van mijn onder zoek? Is die vraag eenmaal beantwoord, dan kan worden doorgestoten naar de vraag: waar berust het archief en wat zit erin? De onderzoeksvraag kan in het systeem gesteld worden in termen van: naam archiefvormer (ook onderdelen, benaderingen, alternatieve benamingen) periode geografie (vestigingsplaats, ressort, invloedssfeer; dit laatste begrip is ingevoerd om archiefvormers waarvan de werkingssfeer het formele ressort te buiten ging goed te kunnen opnemen) onderwerp (taken archiefvormer, systematische rubrieks indeling, trefwoorden, vrije tekst). Heeft men de archiefvormer(s) die aan de gestelde vraag beantwoorden gevonden, dan kan men vervolgens nadere informatie opvragen: gegevens over de archiefvormer: institutionele samen vatting, wet- en regelgeving, literatuur gegevens over het archief: bewaarplaatsen, volledigheid, omvang en toegankelijkheid van het archief (waarbij het archief door het systeem als het ware gereconstrueerd wordt: uit alle nog voorhanden, eventueel verspreide onderdelen) opvolgers en voorgangers; hogere en lagere organen; overige archiefvormers die een relatie met de geselec teerde hebben (en voor al deze archiefvormers kunnen dan weer dezelfde gegevens worden opgevraagd). Het systeem begeeft zich dus niet op het niveau van de eigenlijke toegangen of van de nadere toegankelijkheid. Ook bestrijkt het, zoals gezegd, in beginsel alleen de automatisering (of computerondersteuning) van het traditionele archiefonder zoek. We proberen oplossingen voor de beantwoording van de pertinente onderzoeksvraagstelling te leveren en het systeem presenteert zich aan de onderzoeker als vraaggeoriënteerd, maar we blijven ferm met beide voeten staan op de 100 jaar geleden geformuleerde grondslagen van het vak. De bijgevoegde illustratie (fig. 1) geeft een idee hoe het archiefvormersoverzicht in een totaal systeem van toegan kelijkheid te plaatsen is. Wanneer alles volgens plan verloopt zal het archiefvormers- overzicht vanaf eind oktober/begin november in de studie- 100/8 oktober 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 18