Praktijk
Gepensioneerd en gepassioneerd:
dwalingen op het spoor
Door Annabelle Meddens-van Borselen
14
15
gemiddelde maandsalaris in het Bijzon
dere Archief bedraagt nog geen 100,
of ongeveer tweemaal de prijs van een
maandabonnement op de Moskouse
metro. De oude bon mot uit de Sovjet-
tijd - wij doen net of we werken, en zij
doen net of ze ons betalen - is geheel in
werkelijkheid omgezet.
De situatie word nog verergerd door
het voortbestaan van een groot aantal
regels en voorschriften die vooral uit
verveling lijken te zijn bedacht voor de
lege studiezalen van de Sovjet-Unie.
Om de een of andere reden zijn die
voor de doorsnee Russische archivist
niet meer uit het leven weg te denken.
De beruchte propusk,het document
dat onontbeerlijk is om een archief
gebouw in en uit te gaan, schept zicht
baar werkgelegenheid. Het stempelen,
tellen en natellen van de ter inzage
gegeven velletjes is tot kunstvorm ver
heven. De magazijnen zijn zo ingericht
dat alleen medewerkers met een doc
torstitel er de weg in kunnen vinden.
Het afsluiten van een kamer is een
ceremonie die Lodewijk XIV blind van
jaloezie zou hebben gemaakt. Maar het
kost allemaal haast niets, en veel te
bezuinigen valt er dus evenmin.
...Voor het militarisme
Een van de maatregelen die Rosarchiv
overweegt om de financiële problema
tiek het hoofd te bieden, is de samen
voeging van verschillende archieven.
Het Bijzondere Archief is daarbij een
van de meest besproken kandidaten:
het ligt op een steenworp afstand van
het Militaire Staatsarchief, dat op een
nieuwe directeur wacht. In plaats van
twee archieven zonder geld, is er dan
nog maar één. Het is geruststellend
te weten dat de Duma zich zo sterk
om cultureel erfgoed bekommert,
Hoe kun je archiefonderzoek aanwenden voor heel praktische doeleinden? Als eerste aflevering
Hoe een oud hoofdcommisaris in de paparassen duikt om de waarheid alsnog bloot te leggen
misdaad, politieonderzoek en archieven
Na precies veertig jaar dienst nam hoofdcommissaris Blaauw in
1990 afscheid van de Rotterdamse politie. Sinds zijn pensionering
publiceert hij vrijwel jaarlijks boeken over beruchte moordzaken die
hij -mede op grond van rechtbank- en politiearchieven- recon
strueert.
Geïnspireerd door de beruchte moord
zaak op een haltechef van de spoor
wegen in Giessen-Nieuwkerk uit de
twintiger jaren, publiceerde Blaauw in
1996 het boek 'Verdacht van moord.
Reconstructie van zes dubieuze Nederlandse
moordonderzoeken'Hiervoor deed hij
onderzoek in het rijksarchief in Noord-
Holland. Zijn laatste boek, 'De moord
op Mandje van Os en andere geruchtma
kende moordzaken verscheen in 1997.
Eigen carrière
Van zijn vader, zelf ook politieman,
leerde Blaauw de heilige uitgangs
punten van het vak. In de veertig jaar
bij de Rotterdamse politie doorliep hij
alle diensten: van de geüniformeerde
dienst tot de recherche, de zeden- en
kinderpolitie en de verschillende
recherchediensten zoals moordzaken,
narcotica, centrale recherche en het
regionaal bijstandteam. Na de de
agentenschool volgde hij de politie
academie te Hilversum en kreeg al snel
na het behalen van zijn inspecteursdi
ploma in 1956, zeer tot zijn verbazing,
een aanbod van de toenmalige hoofd
commissaris om inspecteur te worden
in Rotterdam. Van twee strepen naar
twee sterren, dat was niet gebruikelijk.
In 1985 behaalde hij de eindrang van
hoofdcommissaris van politie te
Rotterdam.
Onderwerpen vinden
"Ik ken veel zaken. Vaak had ik er
beroepshalve mee te maken, het zij
zelf, dan wel door mijn interesse. Op
het gebied van serie-moorden heb ik
vrij veel onderzoek gedaan in archieven
of literatuur. Bijvoorbeeld naar legen
darische Duitse serie-moordenaars.
Mij interesseert de werkwijze, de
verhoortaktiek en de tactiek bij het
opsporen. Vervolgens selecteerde ik
een aantal zaken en schreef daar tot nu
toe vijfhoeken over. In 1990 zag ik in
Amerika bij toeval een encyclopedie
van seriemoordenaars en daar stond
een Duitser bij, een zekere Bruno
Lüdke. Deze Lüdke zou de grootste
sex-moordenaar van West-Europa
zijn, met 83 moorden op zijn naam.
Dat vond ik vreemd, want ik had
nog nooit van hem gehoord, terwijl
ik dus juist veel Duitse seriemoorde
naars heb bestudeerd. Terug in Ne
derland wilde ik daar onderzoek naar
doen.
van een kleine serie een blik achter de schermen van politieonderzoek.
heeft hem langs psychologische weg
ingepakt en er ontstond een band
tussen hem en de verdachte. Lüdke
werd mishandeld en met de dood
bedreigd als hij niet bekende, wat hij
dan ook deed.
Geen respons op nieuw onderzoek
"Op mijn boek en artikel heb ik van de
Duitse justitie en politie nooit respons
gekregen. Maar ook spreekt niemand
het tegen. Alleen een Duitse crimino
loog en ex-spion van de KGB, beweert
in een brief aan een Engelse misdaad
schrijver, dat mijn verhaal eenzijdig
zou zijn en dat de Berlijnse recherche
in 1943 zoiets niet deed. Ik heb hem
uitgedaagd zijn verhaal ook in het
tijdschrift Kriminalistik te publiceren.
Tot op dit moment: geen letter. Dit is
een voorbeeld hoe ik een verhaal
afrond vanuit het archief, interviews en
bezoek aan plaatsen van de moord.
Door het archiefonderzoek ontdekte ik
ook een fout in de werkwijze van de
reconstructie. Ik legde bloot dat hier
groot onrecht is geschied, er blijft
kortweg geen donder van over en er is
geen hond die er op reageert."
En in Nederland?
"Ook hier krijg ik naar aanleiding van
de zaken die ik beschreef in 'Verdacht
van moord. Reconstructie van zes dubieuze
moordzaken (van de bij de zaken
betrokken politieautoriteiten) vrijwel
dezelfde reactie: namelijk geen. Wel
veel positieve reacties uit de politiewe-
reld. Men vindt het mooi, als een soort
geschiedschrijving en heel leerzaam.
Maar in Verdacht van moord' ging het
over zaken (onder andere over de
paskamermoord van 1984), waarbij ik
rechtstreeks schreef over politie-
instanties waarvan het onderzoek niet
deugt. Er is niemand die mij weer-
Gepensioneerd en gepassioneerd:
oud-hoofdcommissaris Blaauw
zoek naar die dossiers en in 1991
hoorde ik dat ze in het Brandenburgi-
sche Landes Hauptarchiv zouden
kunnen zijn. Ik daar naar toe. Op een
tafel lagen tien dikke dossiers -onder
het stof- van de zaak Lüdke. En in de
kelder waren er nog driehonderd
veertig! Ik begon bij de laatste moord
waarvoor hij gearresteerd was. Als je
twintig jaar kans ziet uit handen van
de politie te blijven, dan wil ik weten
hoe het komt dat je na deze zoveelste
moord gearresteerd wordt. Ik verge
leek de achthonderd pagina's verhoren
met het rapport van de plaats van het
misdrijf. Dat klopte niet, er zaten man
co's in. Ik ben diverse malen terugge
gaan en heb alle belangrijke stukken ge
kopieerd. De zaak analyseren kan ik niet
in het archief doen, dat doe ik thuis."
En de waarheid blootleggen
Geleidelijk aan ontstond voor mij het
beeld dat die bekente
nissen vals waren.
Lüdke had drieënvijf
tig moorden bekend.
Men heeft hem naar
nog dertig andere
plaatsen gebracht en
gevraagd of hij ook
die moorden had ge
pleegd. En hoewel hij
ontkende, zijn ze in
latere publicaties toch
aan hem toegekend.
Ik heb interviews in
Duitsland gehouden
en er een boek over
geschreven. In het
Duitse blad Krimi
nalistik publiceerde ik
hier een samenvatting
van. Ik stelde dat het
allemaal valse beken
tenissen waren en dat
Lüdke, 35 en een wat
zwakzinnige figuur, zelfs niet één
moord had gepleegd. In Potsdam
stond hij bekend als 'domme Bruno',
maar deed geen vlieg kwaad. Ooit had
hij, tijdens de oorlog, een konijntje
gestolen en werd betrapt toen hij dat
in de plaatselijke kroeg wilde verko
pen. Naar aanleiding van een moord
op een vrouw in het park te Potsdam
werd ook hij bij een routine-onderzoek
ondervraagd. Na zijn aanhouding werd
hij in Berlijn op het hoofdbureau drie
dagen lang verhoord. De verhoorder
Het spoor volgen
Ik las een artikel van een Kriminal-
kommissar uit Hamburg uit begin
jaren vijftig. De moorden waarvoor
Lüdke opgepakt was, speelden tussen
1922-1943. Hij schreef dat hij twijfel
had over twee of drie bekentenissen
van Lüdke, maar de dossiers zouden
waarschijnlijk bij een bombardement
verloren zijn gegaan. Nou interesseren
mij valse bekentenissen enorm. Met
hulp van Berlijnse collega's ging ik op
100/7 SEPTEMBER 1997