Lite
ratuur
Litera-
Fusieproces N1WI
Archief huns naar Algemeen Rijksarchief
Tweede Leidse 'Zomerschool
Cursus Archiefassistent
32
aanbieden van het eerste exemplaar van de inventaris, orga
niseert het Algemeen Rijksarchief in samenwerking met het
Koninklijk Huisarchief een symposium onder bovengenoem
de titel. Het symposium zal plaatsvinden op vrijdag 18 april
1997, in Paleis Het Loo te Apeldoorn.
Op die dag zullen spreken: drs. B. Woelderink (over de the
saurier en rentmeester-generaal mr. J.C. Reigersman), dr.
P.J.M. Martens (over visrechten en domeinbeheer in de
Biesbosch), drs. A.C. Kranenburg-Vos (over de restauraties
van Koninklijke Paleizen) en E.A.T.M. Schreuder (over de
raden en rekenmeesters en over het archief).
De kosten voor dit symposium bedragen 50,00. Dit is in
clusief koffie/thee, lunch en borrel, maar exclusief de toegang
tot het Paleis.
Belangstellenden kunnen zich opgeven door overmaking van
de kosten op postbanknummer 507588 t.n.v. de Compta
bele van het Algemeen Rijksarchief, onder vermelding van
Symposium Nassause Domeinraad.
Voor meer inlichtingen of voor een volledig programma
kunt u zich wenden tot mw. M.C.J.C. van Hoof, tel. 070-
3315412.
Tijdens het symposium kan worden ingetekend op de
nieuwe inventaris. De verkoopprijs bedraagt 80,00.
Leidse Zomerschool: Advanced methods for historians and archivists
met Toolbook'. Een opstapcursus Windows van één dag gaat
aan het programma vooraf.
Leiden, 13 - 28 juni 1997. Informatie bij het NHDA,
Postbus 9515, 2300 RA Leiden, tel: 071 5272742,
fax: 071 5272615, e-mail: NHDA@rullet.leidenuniv.nl.
De fusie van vijf KNAW-instituten tot één nieuw Neder
lands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten
(NIWI) ligt aardig op schema. Het NIWI wordt een insti
tuut dat informatiediensten levert voor verschillende weten
schappelijke disciplines. Bij de fusie zijn betrokken de insti
tuten BBN, Bibliotheek KNAW, NBOI, NHDA, SWIDOC
en ADL/SVO. Het NIWI zal starten met vijf product
groepen: bibliografische bestanden, datadiensten, document
leverantie, electronische diensten, onderzoeksinformatie.
De archieven van de voormalige minister van Buitenlandse
Zaken en oud-secretaris-generaal van de NAVO Joseph Luns
(85) zullen naar het Algemeen Rijksarchief worden overge
bracht. De inventarisatie van de ruim 10 meter documenten
zal in de loop van dit jaar worden afgerond.
Archivarissen, afgestudeerden in de geschiedenis en aan
verwante disciplines zijn welkom op de cursussen van de
Leidse Zomerschool. Het programma bestaat uit losse twee-
en driedaagse cursussen met de volgende onderwerpen:
'Digitalisering van historische bronnen: voorbeelden uit de
praktijk'; 'Database technieken voor historici'; Structurering
en ontsluiting van teksten met behulp van SGML, HTML,
en het World Wide Web'; Multi-media voor geschiedenis
geschiedenis is nu een open boek
oud handschrift lees je met het soort gemak
luaarmee je klokkijkt: in een oogopslag
ontcijfer je de gruwelijkste teksten
op feestjes of gelegenheidspartijtjes
citeer je de archiefwet uit het hoofd
bewonderend hangt men aan je lippen
ivanneer je hen artikel drie verklaart
nooit stuur je een bezoeker meer het bos in
methodisch leid je 'm naar het paradijs
waar hij zich laaft aan authentieke bronnen
mocht men ooit twijfelen aan je gezag
handschoenen dragenhier? da's ongepast!')
dan haal jij je diploma uit de kast
Piet er Breman
Dit gedicht werd op 20 februari jl. uitgedeeld tijdens de
uitreiking van de diploma's archiefassistent in Amsterdam.
Toepasselijker kon haast niet. Twintig leerlingen ontvingen
het felbegeerde diploma Archiefassistent. In 15 cursusdagen
is de leerlingen elementaire kennis bijgebracht van archi-
vistiek, archiefwetgeving, beschikbaarstelling, materiële
zorg, paleografie, geschiedenis en methodiek.
RECENSIES
Aan de Katholieke Universiteit Nij
megen promoveerde in 1994 Gerard
Rooyakkers, medewerker van het P.J.
Meertensinstituut, op bovengenoemd
proefschrift: een zeer lijvig werk van
meer dan 700 pagina's, dat terecht als
het standaardwerk op het gebied van
volkscultuur in Noord-Brabant wordt
beschouwd. Rooyakkers is in deze pro
vincie geen onbekende. Zo verzorgde
hij onlangs tien radiovoordrachten over
volkscultuur, die inmiddels zijn gebun
deld in 'Eer en schande. Volksgebrui
ken van het oude Brabant' (Nijmegen
1995). Het is een populaire compilatie
van zijn proefschrift.
Noch de aard van dit tijdschrift noch
mijn deskundigheid zijn geschikt om
het proefschrift inhoudelijk te bespre
ken, ik beperk me dus tot een enkele
opmerking over het bronnengebruik
door Rooyakkers. Interessant is dat
hij veel, maar ook kritisch gebruik
ge-maakt heeft van artikelen door
amateurhistorici in diverse lokaal-his
torische tijdschriften. Daarmee bracht
hij dit losse onderzoek in een breder
perspectief. Daarnaast deed hij zelf
standig onderzoek met als belangrijk
ste archiefbronnen de kerkvisitatiever
slagen van de r.k. dekenaten, de acta
van de classes en kerkeraden, in het
bijzonder de acta deputatorum van de
classis 's-Hertogenbosch, de bijlagen
bij de resoluties van de Staten-Gene-
raal en de processtukken van de Raad
van Brabant.
Wat betreft de twee laatste bronnen
komt Rooyakkers tot een belangrijke
conclusie: over de Generaliteitslanden
is op centraal niveau meer lokale con
text-informatie te vinden dan in de
plaatselijke archieven. De vaak lijvige
dossiers bevatten informatie van aller
lei instanties -zowel de lokale schepe
nen als de advocaat-fiscaal-. Daardoor
ontstaat er volgens Rooyakkers de
nodige perspectiefwisseling, die meer
geschikt is voor een verantwoorde
analyse van de gebeurtenissen. Wie
historisch onderzoek doet in Noord-
Brabant kan dat enigszins beamen.
Het relativeert niet alleen de inhoud
van de lokale archieven, maar moet
voor de Brabantse archivarissen een
aansporing zijn om hun bezoekers
adequaat op die mogelijkheden te
wijzen. Het is bovendien een reden om
de bronnen op centraal niveau beter te
ontsluiten, zoals inmiddels de archie
ven van de Raad van Brabant. Het
wachten is nog op een goede ingang
op de resoluties van de Raad van State,
die immers het dagelijks bestuur over
de Generaliteit uitoefende. Dit is nog
steeds een belangrijk desideratum van
de rijksarchieven in Limburg, Noord-
Brabant en Zeeland.
De erkenning van de grote waarde van
deze bronnen mag echter niet leiden
tot een geheel voorbijgaan aan de lo
kale archieven. In het bijzonder de
notariële en schepenbankarchieven zijn
rijk aan materiaal die getuigen van het
dagelijks leven van de Brabantse
inwoners. Rooyakkers spitte echter
weinig lokale archieven door, maar
vertrouwde volledig op de informatie
in de hierboven genoemde lokaal-his
torische tijdschriften. Opmerkelijk is
dat hij, getuige zijn literatuurlijst, zelfs
bepaalde bronnenuitgaven, zoals Sas-
sen's Protocollen van Helmondse No
tarissen 1595-1798, niet raadpleegde.
Daarmee liep hij enkele prachtige
staaltjes van charivaria's mis. Voor de
speurder naar uitingen van volkscul
tuur is er in de plaatselijke archieven
nog heel veel te ontdekken. Voor de
context raadplege men Rooyakkers.
M.W. van Boven
De titel van het proefschrift van his
torica Lotte van de Pol, Het Amster
dams hoerdom, prostitutie in de
zeventiende en achttiende eeuw geeft
de inhoud van het boek goed weer: de
geschiedenis van betaalde seks in
voornoemde periode en stad, waarbij
alle mogelijke aspecten worden belicht.
Ze gaat in op de prostituées zelf, de
klanten, de opvattingen van de maat
schappij, de rechtspraak met betrek
king tot prostitutie, de rol van de
handhavers van de wet, de rol van de
overheid en de economische aspecten.
Tot de negentiende eeuw is weinig
serieuze literatuur over dit thema
verschenen totdat de medici er eind
vorige eeuw belangstelling voor kre
gen. Maar deze interesse was strikt
professioneel. Zij wilden achterhalen
wat het verband was tussen prostitutie
en de verspreiding van syfilis. Later
bemoeiden onder andere ook dominees
zich met dit zedenvraagstuk. Histori
sche interesse voor het onderwerp
prostitutie op wetenschappelijk niveau
ontstond pas in de tweede helft van de
twintigste eeuw.
Nu dus dit lijvige boek, met als basis
de rechtsgeschiedenis en de vrouwen
geschiedenis. Vanwege het illegale
karakter van prostitutie en hoeren-
lopen wroette Van de Pol eerst in de
100/3 maart 1997