Colu mn i Door Jan Folkerts 23 cfil/ZKyjlbmypct u Cnoprn. IQS2 archivalia die van de Nazi's op de Sovjets zijn overgegaan, mogen naar huis. Daar is echter pas toestemming voor gegeven nadat de groot-hertog bereid was gebleken voor een aanzien- Finders Weepers Is er in Moskou een begin van zo'n verandering te zien? Het Russische Lagerhuis heeft één uitzondering op de regels gemaakt. De Liechtensteinse lijk bedrag bij Sotheby's enige Russische docu menten te kopen die betrekking heb ben op het einde van het tsarenge- zin. Het is dus, meent de Duma, niet meer dan een ruil, waarin van haar kant een col lectie wordt inge bracht die 'niets met de geschiedenis van Rusland te maken heeft'. Dat is iets heel anders dan, zeg, de collec tie van het Inter nationaal Archief voor de Vrouwen beweging. Of is het mede een signaal aan de steenrijke Hollanders? Vaduz wacht vol spanning af, want er zijn stemmen opgegaan die de deal te mager vinden. En op 5 februari nam de Duna opnieuw een nationalisatie-voor- stel aan dat op 5 maart ook de Fede- ratieraad passeerde en nog slechts wacht op ondertekening door de president. Er is dit jaar veel aandacht voor Peter de Grote. Misschien een goede gele genheid om er aan te herinneren dat ook in de archiefwereld de cost voor de baet uytgaet? Dus zitten de Russische afgevaardigden op al dat voor hen onleesbare papier en verdrinken een nederlaag met een toast op de overwinning. De oorlog was al in de Sovjet-Unie tot zijn essentie teruggebracht: een heroïsch volk, dat onder leiding van de Partij en met steun van de Kerk in de traditie van Kutuzov enorme offers bracht om de vijand uit het Westen te verslaan, na het verradelijk verbreken van het Molotov/ Ribbentrop pact. In de omkeerbare tijd van de mythe kunnen Partij en pact achteraf best worden gemist; het maakt het verleden des te glorieuzer. Het zou prettig zijn te weten dat zulke onbezon nenheid zichzelf straft. Helaas, de jurisprudentie leert anders. De Nederlan der is bijvoorbeeld een jongen van Jan de Witt, maar vermoedt niet dat de helft van de werkende be volking in de Republiek uit buitenlanders bestond. Daar vloeit geen straf uit voort, of het moest voor hedendaagse buitenlanders zijn. Historische onbezonnenheid verandert alleen mettertijd, in een andere vorm ervan. 'Hoe ouder de traditie, des te geruststellender' (affiche voor het blad Schaken in de USSR, 1952, coll. IISG) Ontgrijzing als bewuste keuze vzor 9? Nog niet zo lang geleden was een enkele blik in een studiezaal van een archiefdienst voldoende om te weten op welke pu blieksgroepen archiefonderzoek de meeste aantrekkingskracht uitoefende. De stereotiepe archiefbezoeker was toen de wat oudere genealoog, die zich met overgave op een nieuwe hobby had gestort. Meer dan ooit zijn de Nederlandse archieven nu in de gelegenheid meer jongeren te trekken. De oorzaak is eenvoudig: sinds de invoering van de basisvorming in het voortgezet onderwijs staat in het vak geschiedenis niet alleen zelfstandig leren wer ken, maar vooral ook het doen van bronnenonderzoek centraal. Als in 1998 het bovenbouwprogramma wordt vernieuwd zal ook daar de plaats van het bronnenonderzoek nog belangrijker worden. Het dynamische Nederlandse archiefwezen heeft natuurlijk bijtijds op deze trend gean-ticipeerd en zich met veel energie op de nieuwe doelgroep gericht, door de aanbieding van specifieke produkten, zoals lesbrieven, folders etc. Talloos zijn de publikaties van archivarissen op dit gebied en het ritselt van de sym-posia en congressen, in goed overleg met docenten geschiedenis georgani-seerd. Tot zover de wensdroom. De wer kelijkheid is helaas een andere. Rond de relatie archief en voortgezet onder wijs heerst een bijna oorverdovende stilte. Het archief wacht af en zal zich dan op den duur wel weer aanpassen aan de veranderende vraag. Het is echter ronduit verbazingwekkend hoe het archiefwezen kansen laat liggen. En dat terwijl op dit gebied met relatief geringe inspanning al grote resultaten kunnen worden bereikt. Structureel contact met docenten geschiedenis is daarbij een belangrijke voorwaarde. Bij het Gemeentearchief Zwolle hebben we positieve ervaring met een korte videoproduktie voor het onderwijs en met een groot internet- aanbod van toegangen die al op school bekeken kunnen worden. vzot s? gn jg n;euwe digitale expositie Van Revolutie tot Rusthuis, werd (samen met Illustratie: Peter Vlot Zutphen en Kampen) gemaakt naar aanleiding van het landelijke eindexamenthema geschiedenis HAVO-VWO in 1997 en 1998, de periode 1780-1830. De grote toestroom uit het onderwijs kan - zo blijkt in Zwolle - in korte tijd het beeld en de sfeer van de studiezaal radicaal veranderen. Archivarissen zouden hun afwachtende houding moeten laten varen en zich vol energie op deze jongere doelgroep moeten richten. Wie nu de kans die de veranderingen in het voortgezet onderwijs aan onze instellingen bieden niet grijpt, loopt grote risico's. In zekere zin kan bronnenonderzoek immers ook in bibliotheken plaatsvinden of in andere instellingen. Het archief als veelzijdig centrum van historische informatie kan daarom niet anders dan inspelen op de nieuwe behoeften. De keus is volgen of sturen: passief vasthouden aan een vergrijzende doelgroep of doelbewuste verjonging nastreven. Passief toekijken wordt op den duur 'beloond' met maatschappelijke irrelevantie. Voor verjonging - en daarmee ontgrijzing - is daarom geen alternatief. 100/3 maart 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 16