Het archiefwezen in de 21e eeuw De verhouding tussen staats- en privé-geheimen lijkt dan ook nog het meest op die tussen commu nicerende vaten: meer in het ene betekent minder in het andere, maar de richting is omkeerbaar Een "archiefdienst zonder murenheeft méér te bieden dan hetgeen "in huisis en biedt ook toe gang tot historische informatie elders 16 door F.C J. Ketelaar stukken ergens onder te brengen waar zij zelf de regels voor de toegankelijkheid kunnen bepalen. Nabestaanden die ge- erfde papieren onder zich houden of zelfs vernietigen, zijn bij historici niet geliefd, maar worden evenmin vervolgd. Wetgeving beschermt individuen tegen archiefgebruik dat zou leiden tot smaad, de ongewenste gevolgen van persoons registratie of wat aantasting van de persoonlijke levenssfeer is gaan heten. Verhouding staats- en privégeheim Maar of het nu aan de "culturele doelmatigheid" ligt of niet, buiten het Westen is de door Simmel aangeduide tendens vaak moeilijk zichtbaar. Het Russische voorbeeld is met tal loze andere aan te vullen. Archivalia betreffende het mo derne Turkije zijn vooral in Amsterdam te raadplegen. In China blijkt zelfs door de overheid gepubliceerd drukwerk als staatsgeheim te kunnen worden beschouwd. De com binatie van hermetisch gesloten nationale archieven en gere gelde inbeslagname van particuliere collecties is in grote delen van de wereld schering en inslag. De verhouding tus sen staats- en privé-geheimen lijkt dan ook nog het meest op die tussen communicerende vaten: meer in het ene bete kent minder in het andere, maar de richting is omkeerbaar. Dit mechanisme werkt natuurlijk tot ver buiten de archief wereld. Amartya Sen heeft bijvoorbeeld betoogd dat hon gersnoden steeds mede een gevolg zijn van door politici bevolen geheimhouding. Daar kunnen de Russen van mee praten. De Sovjet-Unie hield een hongersnood geheim die het land tweemaal zoveel doden kostte als de beide wereld oorlogen samen. Haar Chinese bondgenoot deed later het zelfde met een nog enkele malen grotere ramp. In deze ex treme gevallen zou men kunnen zeggen dat het ene vat ten slotte vol was en het andere volkomen leeg: tegenover het absolute geheim van de staat stond de absolute opheffing van iedere privacy. Not In From The Cold Overal op het terrein is voortdurend beweging waar te ne men. In het Westen lijkt de frontier sinds enige tijd door de dossiers van de inlichtingendiensten te lopen. Het gaat daar om een geheim in het kwadraat: niet alleen het archief maar ook de vormer ervan wordt zelden aan daglicht blootgesteld. Misschien mag zelfs wel van een derde macht worden gespro ken, want de documenten in kwestie raken maar al te vaak de persoonlijke levenssfeer van de gedocumenteerden. Het interessantst is de situatie in Midden en Oost-Europa, waar vrijwel alle facetten van het geheim tegelijk aan de orde komen in de discussie over de politie-archieven van het ancien régime. De voor standers van opening willen hun eigen dossier kunnen inzien, of ook dat van anderen op wie de verdenking van collaboratie rust, of zelfs alle dossiers om de eigentijdse geschiedenis te schrijven. De tegenstanders zijn voor de vernietiging van hun dossier, de instandhouding van het inlichtingenapparaat, de invoering van een Westerse archiefpraktijk, of de voorkoming van de gevolgen van het onoordeelkundige of malafide gebruik dat er nu eenmaal van dergelijke stukken te maken is. Zowel voor- als tegenstanders vormen een bonte mengeling van autoritairen en liberalen, gewetensvollen en sensatiebe- lusten, fatsoenlijken en onfatsoenlijken. Alle denkbare en ondenkbare oplossingen zijn intussen wel eens door iemand voorgesteld. Het is, kortom, een individualiseringsmoment van de eerste orde. Aan de rand van Praag verrijst een hypermodern archief complex, terwijl de onverwarmde Russische archieven hun deuren sluiten voor de winter. Het geheim van dat verschil zit hem in het geheim. Op weg naar de 2 le eeuw wordt het archiefwezen beïnvloed door een aantal trends, die elkaar deels overlappen en versterken: digitalise ring, individualisering, de vorming van netwerken, verzakelijking van de overheid. De algemene rijksarchivaris F.C.J. Ketelaar hield op 30 oktober tijdens een studiedag van de Kring van Archivarissen bij Lagere Overheden in 's-Hertogenbosch een voordracht over dit onderwerp. Op verzoek van de redactie van het Archievenblad bewerkte hij zijn lezing. Als goeroe op het gebied van digita lisering, individualisering, de vorming van netwerken en verzakelijking van de overheid dient Nicholas Negro- ponte van het Media Lab van het Mas sachusetts Institute of Technology, die in 1995 het boek Being digital publiceer de. Voor het archiefwezen brengt digi talisering met zich mee het inzicht dat we niet meer alleen fysieke, maar ook en vooral logische gegevensverzame lingen beheren en beheersen. Via Internet kun je archieven over de hele wereld vanaf je eigen PC raadple gen. Maar alleen een archivaris zoekt naar archieven, alle andere gebruikers zoeken op Internet naar informatie, historische informatie. Wij beheren geen archieven, maar informatie (ik zei dat in 1981, toen de VAN voor het eerst studiedagen over automatisering hield).1 Informatie die naar zijn aard verschilt van informatie in bibliothe ken en musea, omdat archiefinforma tie procesgebonden informatie is. Maar toch: informatie, waar iemand behoefte aan heeft. Historische infor matie, ongeacht de plaats waar deze zich bevindt. De grenzen, de muren die ons scheiden van bibliotheken, musea en andere informatiebeherende instellingen zijn niet langer relevant, omdat die onderscheidingen gebaseerd zijn op de fysieke eigenschappen van toe de klant nadrukkelijk als uitgangs punt van organisaties te zien. Ik denk dan o.a. aan Peters/ Waterman/Austin (A Passion for Excellence, 1985), al kon den zij nog niet de enorme mogelijk heden van informatietechnologie voor klantgerichte organisaties voorzien, iets waar Negroponte wel op wijst. Ook het archiefwezen zal de klant, de gebruiker als uitgangspunt moeten nemen. Hiervoor is noodzakelijk dat we overgaan van een collection-driven naar een access-driven archiefdienst, van aanbodgericht naar vraaggericht. We moeten onze inspanningen ombuigen van het beheren van archieven en het verschaffen van toegang tot de archie ven, naar: antwoorden geven op de vragen van gebruikers. We kunnen dit aan de eerste trend koppelen. Voor archieven geldt ook wat voor biblio theken is opgemerkt: As librairies... at local and national level move from being collection driven to access driven, new service and acquisition models will be needed, al dus de Call for proposals (december het object. Een archiefdienst zonder muren past in wat Terry Cook op het internationale archiefcongres in Beijing noemde een post-custodial mind set: The new post-custodial paradigm re places our traditional intellectual focus on the physical record - that thing which is under our physical custody - by a focus on the context, purpose, intent, interrelation ships, functionality, and accountability of the record and its creator and of its creation processes, wherever they occur. Individualisering Negroponte voorspelt dat in de post- information age alles is made to order, and information is extremely personalized. De individualisering leidde er al eerder 1996) van het Telematicaprogramma van de Europese Commissie. Netwerken De vervanging van hiërarchieën door netwerken in private en publieke or ganisaties was een van de Megatrends in hetgelijknamige boek uit 1982 van John Naisbitt. Een andere megatrend was en is: decentralisatie, wat ook een belangrijk thema is van Negroponte's boek. Al in 1977 wees de Engelse Kee per of Public Records Mabbs erop dat de hoge kosten die gepaard gaan aan de complexe technologische en intellec tuele opgaven van modern archief- en informatiebeheer het noodzakelijk ma ken om, wanneer men een nationaal 1 Nederlands Archievenblad 85 (1981) 432. 100/1 JANUARI 1997

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 9