Ove\ Jheid in commercie door Joyce Pennings en Elio Pelzers Mensen 26 27 Eind 1995 stelde de werkgeversorganisatie VNO-NCW de toenemende problematiek van oneerlijke con currentie door commerciële activiteiten van de overheid publiekelijk ter diskussie. Dit veroorzaakte een stroom van klachten bij het VNO-NCW onder andere over archiefdiensten van overheden. Ondertussen stelde minister Wijers van Economische Zaken een werkgroep Markt en Overheid in die onlangs advies C. Noordam Waarschijnlijk als één van de eerste Ne derlandse archieforganisaties van de over heid verricht het Gemeentearchief Amster dam sinds de jaren tachtig commercieel werk op het gebied van archiefbeheer. Deze activiteiten zijn ondergebracht bij de afdeling Inspectie, Registratuur en Acqui sitie, een afdeling die het -met Noordam aan het hoofd-duidelijk voor de wind gaat. Om welk soort werk gaat het? Het archiefburo Voorzee D.T.S. Waalwijk is een van de vele archiefbewerkingsbureau's in het zuiden des lands. Er werken acht mensen. De helft van de archieven die worden bewerkt, betreffen dynamische en semistatische archieven van de overheid. Wat vindt archivaris en teamleider M.J. Voorzee van het commercieel bewerken van archieven door openbare archiefdiensten M.J. Voorzee "Dat kan zijn de detachering bij de registraturen van ge meentelijke diensten, schoningswerkzaamheden in semi statische archieven en dergelijke. Deze activiteiten zijn ontstaan naar aanleiding van gemeentelijke reorganisaties, zoals de decentralisatie sinds 1981. De afdeling begon met twee mensen en we zijn nu met meer dan vijftien!" De kri tiek van het bedrijfsleven trekt Noordam zich niet al te zeer aan. Hij meent dat Amsterdam het netjes heeft geregeld: "Wij brengen onze klanten van buiten Amsterdam BTW in rekening. Ik zou het onzuiver vinden als dat niet gebeurde, maar binnen het gemeentelijk apparaat hoeft dat niet. In 1995 heeft de fiscus ons op dit punt doorgelicht en hele maal in orde bevonden." Noordam zegt verder dat het gemeentearchief niet met belastinggelden commercieel werk verricht. "Wij hebben dat strikt gescheiden. Het personeel op de commerciële projecten verdient er zijn eigen salaris. Dat komt dus niet ten laste van de gemeentelijke begroting. Ook zaken als opleiding, computers, zelfs de huur van het gedeelte van het gebouw waarin zij werken komen ten laste van die projecten." De projectmedewerkers zijn in dienst van de gemeente en dus ambtenaar. "Ik denk dat wij een redelijke set arbeidsvoorwaarden bieden die het zelfde zijn als die van andere ambtenaren in Amsterdam. Men kan bij ons tot drie schalen doorlopen." Tot slot bena drukt Noordam dat er in personele zin een strikte scheiding bestaat tussen inspectie- en projectwerkzaamheden. "In Brabant zijn er ook openbare archiefdiensten die op hun begroting inkomsten opvoeren voor het commercieel be werken van archieven. Deze markt is blijkbaar interessant; er komen steeds meer instellingen die een graantje proberen mee te pikken. Binnen de wereld van particuliere archief- bewerkingsbureau's is de discussie over het commercieel werken van de overheid dan ook actueel. In principe mag de overheid van mij de markt wel op, als ze dat maar onder gelijke voorwaarden doet als particulieren. Zo berekent de overheid vaak geen omzetbelasting. Verder zou ik graag zien dat grote bewerkingsprojecten openbaar worden aanbesteed. Een project als dat van de bewerking van het archief van de Nederlandse Spoorwegen had bij voorbeeld openbaar aanbesteed moeten worden. Het is mij wel eens opgevallen dat men bij openbare archiefdiensten soms al is geïnformeerd over de offertes van particuliere bureau's. Daardoor is er geen sprake meer van eerlijke con currentie als zo'n dienst besluit zelf zo'n project te gaan uit voeren. Hier speelt de mijns inziens ontoelaatbare verstren geling van twee functies - die van inspecteur en die van commerciële archiefbewerker - een belangrijke rol. Ten slotte zou het juist zijn als iedereen die zich op deze markt begeeft, werkt volgens van te voren vastgelegde normen. Zo worden wij bij het bewerken van semistatische archieven van de overheid geacht de richtlijnen van het LOPAI te hanteren." uitbracht. De werkgroep stelt voor dat overheidsinstellingen hun commerciële activiteiten minstens onder gelijke marktcondities aanbieden, maar eigenlijk zouden moeten afstoten of privatiseren. Het Archievenblad vroeg enige betrokkenen om hun mening. P. Janssen De bezorgdheid van de het VNO-NCW betrof dus ook werkzaamheden van archief diensten van overheden. Door zich met commerciële dienstverlening bezig te houden concurreren zij in toenemende mate en op oneerlijke wijze met de particuliere onderne mer. Peter Janssen, secretaris economische zaken van het VNO-NCW verwoordt het standpunt vanuit de benadeelde onderne merszijde en ondersteunt het advies van de werkgroep Markt en Overheid. "De overheid heeft vanuit haar nutstaak een aantal voorde len waarover de marktsector niet beschikt. Die voordelen worden bijna per definitie ook gebruikt bij de commerciële activiteiten, waardoor er geen evenwichtige verhoudingen op de markt zijn. Dat betekent oneerlijke concurentie. Het gaat om fiscale bevoordeling en gedwongen winkelnering. Daarmee bedoel ik dat de nutstaak en vaak ook de commer ciële taak aan de overheidsorganisatie voorbehouden wor den. De particuliere onderneming komt daardoor niet eens tot een fatsoenlijke aanbesteding, omdat ze niet gevraagd wordt. Verder zijn subsidies en het gebruiken van alle fa ciliteiten door overheidsdiensten vanuit de nutszaak ook bestemd voor de commerciële dienstverlening. Janssen heeft ook kritiek op het combineren van controlerende en uitvoerende taken door de overheid. Dit laatste raakt de archiefinspecties. De werkgroep Markt en Overheid onder voorzitterschap van prof. M.J. Cohen stelt in een tussen rapport aan minister Wijers voor de commerciële activitei ten van overheidsdiensten af te stoten of te privatiseren. Janssen kan zich hierin vinden en wil de prioriteit leggen bij archiefdiensten. "Het VNO-NCW heeft zoveel klachten binnengekregen uit de branches archiefbewerking en -on derhoud dat wij er hard over denken het ministerie van Eco nomische Zaken te vragen een onderzoek in te stellen." Hij wijst er op dat particuliere archief- en restauratiebureaus nog steeds bij zijn organisatie terecht kunnen met klachten. J. Sterken 100/1 JANUARI 1997 Een van de vormen van concurrentiever valsing die het VNO noemt, betreft res tauratiewerkzaamheden door rijks- en gemeentearchieven. J. Sterken onderschrijft deze kritiek. Hij begon bijna 17 jaar geleden een eigen restauratie-atelier en werkte daar voor als restaurator bij het Rijksarchief in Gelderland. Aijn atelier heeft tien restaura toren in dienst en leidt daarnaast ook stagiaires van de opleiding Restauratoren op. "Onze kosten kunnen inderdaad hoger uitvallen dan bij de overheid. Zo zijn wij volledig BTW-plichtig en vallen wij onder het inkomstenbelastingregime. Verder moeten wij zon der subsidie alle faciliteiten zoals gebouw, gas, water, licht etc. bekostigen en lopen ook privé alle risico's. Dit geldt niet voor de overheid. Met ons belastinggeld financieren wij eigenlijk een deel van de overheidskosten. In feite bevoordelen wij dus onze eigen concurrentie. Verder werkt de overheid als een non profit instelling met behoudsmedewerkers en andere zwaar gesubsidieerde arbeidsplaatsen. Deze zijn niet beschikbaar voor particuliere ateliers. Ook werkt het in ons nadeel dat potentiële opdrachtgevers regelmatig onze offertes voorleggen aan "onafhankelijke" deskundigen van een openbare archief dienst. De visie van een onafhankelijke restaurator kan ver helderend werken en inzichten verbeteren en daar is natuurlijk ook geen enkel bezwaar tegen. Het wordt pas vervelend als de opdrachtgever denkt werkelijk met een onafhankelijke instel ling te maken te hebben en daarbij al gauw denkt, het is de overheid, dus vertrouwd. Het is mijn atelier en ook andere meer dan eens overkomen dat een gemeente met ons restau ratieplan en onze offerte naar een restaurator van een openba re archiefdienst stapte voor een onafhankelijk en deskundig advies en dat deze restaurator vervolgens zelf de opdracht be sloot uit te voeren. Zo raakt de overheid haar imago van onaf hankelijkheid en betrouwbaarheid natuurlijk wel snel kwijt. Particuliere ateliers worstelen al jaren met dit probleem en durfden geen openbaar standpunt in te nemen omdat dat het wel eens tegen hen zou gaan werken. Ik ben blij dat deze dis cussie door het VNO nu in de openbaarheid is gebracht. Ove rigens ben ik er van overtuigd dat indien wij mee mogen doen met het maken van offertes en restauratieplannen wij de bij klussende overheid zullen pareren met onze geweldige erva ring en praktische deskundigheid."

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1997 | | pagina 16