067 n Model 2: Doorzoekbaar maken van documentbeschrijvingen Aan het doorzoekbaar maken van de trefwoorden die toentertijd gegenereerd zijn, kleeft natuurlijk een probleem. Bezoekers van nu zijn immers geneigd op begrippen van nu te zoeken. Ze zijn zich wellicht niet eens bewust van het feit dat gezocht moet worden op eigentijdse woorden. Dit probleem kan ondervangen worden door enerzijds een taalmodel of thesaurus in te bouwen, dat automatisch woorden omzet naar woorden uit de tijd dat het archief is gevormd. Anderzijds zou je de mogelijkheid kunnen bieden om gebruikers tags te laten toevoegen, die meegenomen worden in de zoekresultaten. Naar het hertalen of met een omweg zoeken op het juiste begrip, zou nog verder onderzoek gedaan moeten worden. Belangrijk is wel dat onderzoekers altijd te zien krijgen onder welk eigentijds trefwoord de treffer geplaatst is. In dit model wordt de laatste stap van het onderzoek, namelijk het via de scans van de index vinden van de onderliggende stukken, aan de onderzoeker gelaten. Dit kan als een nadeel worden gezien. Daar staat tegenover dat het doorzoekbaar maken van de trefwoorden al grote winst oplevert voor de vindbaarheid van informatie uit seriearchieven. Het tweede uitgedachte model richt zich op het transcriberen en doorzoekbaar maken van de individuele documentbeschrij vingen die worden genoemd in de index (bron 2 uit het generiek model). De eerste bron uit het generiek model, de eigentijdse trefwoordeningangen, wordt hierbij dus grotendeels over geslagen. Wel wordt, net als in model 1, de optie aangeboden om via de zogenaamde rubrieken (hoofdenlijst) te zoeken. Afbeelding 2: Scan van indexpagina uit archief Ministerie van Koloniën (index 1910 Statius Muller) Op afbeelding 2 is een voorbeeldpagina uit de index op het verbaalarchief van het Ministerie van Koloniën uit het jaar 1910 te zien. Bovenaan is de naam van de rubriek zichtbaar (Regeering in de Koloniën), het trefwoord waaronder de diverse daaronder opgesomde besluiten (verbalen) zijn ingeschreven. De eerste drie kolommen verwijzen naar de datum en het volgnummer van het besluit (bijvoorbeeld 3 januari 1910, nummer 49). Ook wordt, onder kolom 7, een korte inhoud weergegeven van ieder besluit. Om model 2 werkbaar te maken, moeten voor iedere individuele inschrijving uit de index minimaal deze drie elementen overgenomen worden: de rubrieksnaam, verwijzing naar onderliggende documenten (in dit geval het besluit) en korte inhoud. Daarnaast verdient het aanbeveling om iedere inschrijving uit een indexpagina digitaal te voorzien van een doorloopnummer. Dit maakt het mogelijk om online dezelfde volgorde van inschrijving te representeren. Het is (in dit voorbeeld) niet noodzakelijk om informatie uit andere kolommen uit de index over te nemen. Hoewel van ondergeschikt belang, kan deze informatie echter zeer relevant zijn (bijvoorbeeld bij doorverwijzingen). De onderzoeker kan de informatie uit deze kolommen wel raadplegen omdat de scans van de index in dit model gekoppeld zijn aan de individuele documentbeschrijvingen en online worden getoond. Via deze scans kan bovendien de gevonden documentbeschrijving worden gecontroleerd. Een uitwerking van dit model is te zien op schermweergave 6 en 7, waarbij een fictieve zoekopdracht wordt uitgevoerd naar de op de scan uit de index van het Ministerie van Koloniën voorkomende persoonsnaam 'Statius Muller' (zie afbeelding 2). De in de index voorkomende informatie uit de kolom 'korte inhoud', de rubrieksnaam (trefwoord) en de verwijzing naar de

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2016 | | pagina 66