n p 055 Botsing tussen twee werelden Zo ontwikkelden veel collegiale bestuursorganen vanaf het einde van de zestiende eeuw een vergelijkbare wijze van ordenen die gebaseerd was op een vergelijkbare manier van werken van deze bestuursorganen. Als besluitvormend orgaan moest het college alle stukken die het ontving in de vergadering behandelen. De stukken werden gepresenteerd, besproken en er werd een besluit geformuleerd dat meestal in de eerstvolgende vergadering werd vastgesteld. De genomen resoluties vormden als het ware de ruggengraat van de administratie en ze werden opgeborgen in de volgorde waarin ze ter vergadering waren gekomen. De ingekomen stukken die de aanleiding vormden voor het nemen van een resolutie en de minuten van de uitgaande stukken fungeren binnen deze systematiek als bijlagen bij de resoluties en zijn in afzonderlijke series in dezelfde volgorde geplaatst als waarin de resoluties zijn genomen. Toegang tot de ingekomen en minuten van uitgaande stukken binnen dit informatiesysteem kan dus uitsluitend verkregen worden als men de datum van de resolutie kent. Om op de inhoud van de resoluties te kunnen zoeken, werden ze veelal geïndexeerd, aanvankelijk door in de marge een korte samenvatting te plaatsen en later via trefwoorden die in eerste instantie vaak nog achter in de resolutieboeken werden geplaatst. Naarmate de complexiteit en de omvang van de administraties groeiden, werden de indexen steeds vaker in afzonderlijk registers aangelegd met een verwijzing naar het folionummer waar de resolutie kan worden gevonden. Hoewel deze in het verleden gevormde informatiesystemen nog steeds prima kunnen worden gebruikt, is het niettemin een arbeidsintensieve en omslachtige aangelegenheid om, meestal per jaar, via beschikbare klappers en indexen op zoek te gaan naar voor de hedendaagse onderzoeker relevante trefwoorden. Als het professionele historici in spe al moeite kost om met deze archieven te werken, hoe moet het dan wel niet zijn voor de mensen die zich uit liefhebberij met geschiedenis en archief onderzoek bezighouden? Google lijkt met zijn ogenschijnlijk eenvoudige en door iedereen te gebruiken manier van zoeken, dan ook te knagen aan de fundamenten van dergelijke in het verleden gevormde informatiesystemen. Want wat is vanuit het perspectief van de hedendaagse gebruiker makkelijker dan gewoon een woord intikken en binnen een paar seconden het resultaat op het scherm te krijgen? Ligt hier een belangrijke opgave voor de archiefinstellingen? Op basis van de Gids voor de archieven van de ministeries en Hoge Colleges van Staat, 1813-1940 van Frank Otten en de beschikbare inventarissen van een aantal ministeries heb ik ooit eens een grove berekening gemaakt van het aandeel van de verbalen ten opzichte van de totale omvang van de ministeriële archieven in genoemde periode. Van de in totaal ruim twaalf strekkende kilometer archief van de in de tabel genoemde ministeries is bijna 75% volgens het verbaalstelsel gevormd. Ik heb niet berekend hoe groot het aandeel van de archieven is dat in het ancien régime en op lokaal niveau volgens het resolutiestelsel en nadien volgens het agendastelsel is gevormd, maar ik vermoed dat de verhouding niet veel anders zal zijn. Het probleem is niet zozeer dat deze seriearchieven in absolute zin niet goed toegankelijk zijn. Ze zijn immers, uitzonderingen daargelaten, in het algemeen goed toegankelijk indien het systeem begrepen wordt. We kunnen echter wel stellen dat de relatieve toegankelijkheid sterk verslechterd is sinds de inventarissen, die toegang geven tot deze archieven, gedigitaliseerd zijn en in toenemende mate uitsluitend nog online kunnen worden geraadpleegd.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2016 | | pagina 54