Schurende systemen De hoedanigheid van seriearchieven seriearchieven in de digitale wereld Charles Jeurgens Sinds 2004 geef ik ieder jaar de module "Zoeken en vinden in archieven" aan bachelor-studenten geschiedenis aan de Leidse universiteit. Voor de meesten van hen is het vak de eerste echte kennismaking met het archief. Ieder jaar is het weer een interessante gewaarwording te zien hoe groot de kloof is tussen de verwachtingen die studenten aan het begin van de cursus veelal hebben van het zoeken in archieven en de moeite en vooral de tijd die het hen kost om daadwerkelijk hun weg te kunnen vinden. Een enkeling vindt het vanaf het begin prachtig om de logica van archiefordeningen te doorgronden en te begrijpen hoe je je weg erin kunt vinden door je te verplaatsen in de verbanden van het verleden. Voor de meesten vallen de eerste schreden in het doen van archiefonderzoek echter niet mee. Dat geldt in het bijzonder voor het werken in zogeheten seriearchieven. De manier waarop toegang tot dit type archieven kan worden verkregen, wordt veelal als een omslachtige, tijdrovende en zelfs achterhaalde methode beschouwd. Kan de toegankelijkheid van deze archieven verbeterd worden? Die vraag stond centraal in twee onderzoeken die in het Atelier Digitale Onderzoekomgeving en Dienstverlening werden verricht en waar de volgende bijdragen in dit schetsboek verslag van doen. De term "seriearchieven" is bedacht door archivarissen om een bepaald type archieven aan te duiden. De Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen definieert een serie als een "archiefbestanddeel bestaande uit formeel gelijksoortige archiefbescheiden". De toelichting preciseert waar die gelijksoortigheid betrekking op kan hebben: op de functie van die bescheiden (bijvoorbeeld als bijlage bij een ander document), op het ontwikkelingsstadium (bijvoorbeeld klad, minuut of net) of op de redactionele vorm (bijvoorbeeld besluit, brief, notulen). Bij seriearchieven is de structuur van het archief bepaald door dergelijke series van gelijksoortige archief bescheiden die meestal chronologisch zijn geordend. Voorbeelden hiervan zijn chronologisch geordende series van (minuut) besluiten of chronologisch geordende series van ingekomen stukken. Een belangrijk ander kenmerk van dit type archieven is dat de verschillende series binnen het archief niet op zichzelf staan maar dat ze aan elkaar gerelateerd zijn. Daarmee zijn deze archieven meer dan simpele series met gelijkvormige bescheiden maar veelal ingenieus geconstrueerde informatiesystemen. Toegang tot deze archieven kan slechts verkregen worden als je begrijpt hoe dergelijke systemen in elkaar zitten. Als je snapt hoe ze in elkaar zitten, zijn ze nog steeds heel goed te gebruiken om er je weg in te vinden. De belangrijkste en meest omvangrijke seriearchieven zijn de archieven die gevormd zijn volgens het resolutiestelsel, verbaalstelsel en agendastelsel. Daarbij moet meteen de kanttekening gemaakt worden dat het resolutiestelsel en het agendastelsel - in tegenstelling tot het verbaalstelsel dat bij Koninklijk Besluit van 4 september 1823 een wettelijke grondslag kreeg voor de ministeries - geen voorgeschreven of gereglementeerde ordeningssystematiek kennen. Deze in de praktijk gegroeide vorm van ordenen heeft zich in verschillende organisaties op min of meer dezelfde manier ontwikkelde waardoor de archieven vergelijkbare kenmerken hadden.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2016 | | pagina 53