n 023 De inspiratiedag, het Atelier en het vak vergelijkende archiefwetenschap archiefbestanddelen, bezien vanuit het gezichtspunt van de archiefvormer, dan op het gebruik dat potentiële onderzoekers er later van kunnen maken. De archieven die voor blijvende bewaring zijn bestemd moeten in toegankelijke staat zijn, of er nu vraag naar is of niet. Maar archiefinstellingen hebben bij hun keuze in wat ze online zetten en wat niet, meer vrijheid om in te spelen op een vermoedelijke vraag. Ze kunnen daar de meest populaire archieven en collecties in het zonnetje zetten die gemakkelijk te ontsluiten en gemakkelijk te bevragen zijn en waarvoor je als gebruiker niet naar een studiezaal hoeft. Aan zo'n vraaggericht internetaanbod kleven verschillende risico's. In een wereld waarin informatie die niet online beschikbaar is niet bestaat, groeit het risico dat de minder populaire, moeilijker te ontsluiten en lastiger te bevragen archieven minder zichtbaar en onderzoekbaar worden. Dat kan ertoe leiden dat de potentiële gebruikers daarvan niet worden bediend, zeker wanneer archiefinstellingen op hun websites niet duidelijk aangeven wat ze wel en niet gedigitaliseerd hebben en waarom. Bovendien brengt deze benadering het risico mee dat het aanbod niet zozeer aan een vraag voldoet, maar de vraag in grote mate bepaalt. Want weten archiefinstellingen eigenlijk wel in welke archieven en collecties hun klanten onderzoek willen doen, over welke hulpmiddelen ze daarbij online zouden willen beschikken en hoe ze de digitale onderzoekomgeving het liefst hadden zien ingericht? Het antwoord daarop is nee, zeiden zeven archivarissen die op 23 maart 2015 Inspiratiedag Digitale Klantkunde organiseerden. "Zo goed we onze studiezaalbezoekers kennen, zo slecht kennen we onze digitale klanten. Wie zijn ze, wat komen ze doen en hoe kunnen we ze daarbij zo goed mogelijk helpen? Onderzoek naar hun zoekgedrag doen we nauwelijks, webstatistieken gebruiken we alleen voor het jaarverslag, digitale studiezalen blijven beperkt tot toegangen met scans en keuzes voor platformen maken we eerder op basis van subsidies en mode dan strategie en marktonderzoek." De inspiratiedag was een groot succes. Maar liefst 150 archiefmedewerkers wisselden met elkaar van gedachten over de digitale onderzoekomgeving, web statistics, zoekgedrag en zoeksystemen en platforms en communities. Het was de grote belangstelling voor dit thema die de gezamenlijke archiefopleidingen van de Universiteit van Amsterdam, de Hogeschool van Amsterdam en de Reinwardt Academie deed besluiten om de digitale onderzoekomgeving en dienstverlening tot het centrale thema te maken van het Atelier van 2015-2016. Het vak vergelijkende archiefwetenschap van de UvA werd in het Atelier ingepast (zoals ook in 2014 het geval was geweest) en aan de digitale onderzoekomgeving gewijd. De relevante literatuur over dit onderwerp werd niet alleen gelezen en bediscussieerd door de UvA-studenten, maar ook door de studenten van de Reinwardt Academie die in het kader van hun afstudeerscriptie onder leiding van hun archiefdocent Ellen van Veen voor het Atelier relevant onderzoek deden en door geïnteresseerde archiefmedewerkers, vooral op de collegedagen waar ze ook aan een Open Atelier konden deelnemen. De behandelde literatuur sloot ook aan bij de projecten die in het kader van het Atelier door studenten van de UvA en de RWA werden uitgevoerd. Op de literatuur en de discussie daarover is dit artikel voor een belangrijk deel gebaseerd.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2016 | | pagina 22