Het digitale LAB Secundaire gebruikersgroepen Primaire gebruikersgroep; Digital humanities De primaire en secundaire gebruikers Yorna Aimée Friemann Na het lezen van het artikel Laboratoriumonderzoek door het E-team, mag duidelijk zijn dat een LAB in vele vormen kan voorkomen. Bij mijn onderzoek ben ik ervan uit gegaan dat een LAB een digitale onderzoekomgeving is waar hulpmiddelen voor iedereen gratis worden aangeboden, met als doel de data beschikbaar te stellen voor hergebruik. Een voorbeeld van zo'n lab-omgeving is het KB Research Lab. In het KB Research Lab worden tools (hulpmiddelen) aangeboden om de gebruiker te helpen data te doorzoeken en te gebruiken. In mijn onderzoek De data, het delen en de gebruikers maak ik een verdeling tussen een onderzoek naar data, de mogelijkheden van data delen in een digitale lab-omgeving en de potentiële gebruikers van het LAB. De begrippen Open Data, API en datadump zijn voor velen niet meer nieuw. Veel archiefdiensten passen deze methoden al toe om data met anderen te delen, daarvoor is nog geen lab-omgeving nodig. Het experiment en de innovatie beginnen bij de potentiële gebruikers van het LAB. Mijn onderzoek richtte zich in eerste instantie vooral op de behoefte aan data van deze gebruikers groep. Om daarachter te komen moest ik de potentiële gebruikers eerst identificeren. Ik ben praktijkgericht te werk gegaan en heb aan medewerkers van archiefinstellingen gevraagd met wie zij nu al data delen. Uit de antwoorden bleek dat de professionele onderzoeker, de geïnteresseerde en de bibliotheekmedewerker de grootste gebruikers zijn van de archiefdata. Vervolgens heb ik afgevaardigden uit die gebruikersgroepen ondervraagd. Ik wilde van hen weten aan welke data zij behoefte hebben in een LAB. Op basis van de antwoorden concludeerde ik dat deze gebruikers vooral behoefte hebben aan een antwoord op hun zoekvraag. Hier hebben zij geen specifieke data voor nodig maar wel een grote hoeveelheid, zodat er altijd relevante data beschikbaar is. Zij willen via known item searches snel door data heen kunnen zoeken om die informatie te vinden die het antwoord op hun vraag bevat. De experimentele factor waar je bij een LAB aan denkt, ontbreekt volledig in hun behoefte. Deze gebruikers groepen kunnen wellicht beter worden gezien als de secundaire gebruikersgroepen van een LAB. Zij maken wel gebruik van de hulpmiddelen die in een LAB worden aangeboden, maar ze experimenteren niet met data en ontwikkelen dus ook niets nieuws. Een gebruikersgroep die wel nieuwe toepassingen zou kunnen ontwikkelen zijn de onderzoekers uit de Digital Humanities. Digital Humanities is het onderzoeksgebied binnen de geesteswetenschappen waarin gebruik wordt gemaakt van een technologisch component. Dat varieert van casual gebruik van technologie in onderzoek tot het ontwikkelen van eigen software en methoden om onderzoek te vernieuwen. Zij hebben hier niet direct het LAB voor nodig, maar wel de data. Dit is een belangrijk verschil met de secundaire gebruikersgroepen die expliciet de hulpmiddelen in het LAB nodig hebben om gebruik te maken van de data. Digital Humanities creëren die mogelijkheid door middel van experiment en dat maakt hen de primaire gebruiker van de data. Deze primaire gebruikersgroep wil namelijk niet met een known item search zoeken, maar ze willen de data

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2016 | | pagina 131