Het experiment n n 109 Het Atelier DOD kan wel eens de geschiedenis in gaan als het startpunt voor de oprichting van een heus archieflab. In zo'n experimenteeromgeving kunnen tools worden bedacht en gerealiseerd en kan nieuwe kennis ontwikkeld met digitale data. Zulke Labs bestaan al in verschillende andere sectoren maar de archiefsector beschikt er nog niet over. Waarom eigenlijk niet? Sinds enige tijd zijn big data booming in de geesteswetenschappen en we mogen toch stellen dat archieven over big data beschikken. Een labomgeving ondersteunt in de uitwisseling van kennis tussen verschillende disciplines. In een labomgeving voor archieven kan inzicht worden gekregen in de wensen en vragen van onderzoekers; bovendien kan worden bijgedragen aan het ontwikkelen van een nieuw instrumentarium om archiefbronnen te analyseren. Wat is nodig om nieuw manieren te vinden om de collecties te ontdekken? Wat is nodig om met visualisatie data te kunnen analyseren, om data van verschillende kennisinstellingen te verbinden, om data te verrijken door middel van OCR, linked open data, user generated content, participatie? Het antwoord is dat het allemaal kan door via één platform gedachten, ideeën en resultaten te delen. Babette van Alphen, Roosanne Goudbeek en Harriet de Man doen in de volgende pagina's uitgebreid verslag van hun zoektocht naar de potentie van een E-lab voor archiefdata en doen aanbevelingen voor de realisatie daarvan. Twan Mars beschrijft tot welke nieuwe rol er voor een archivaris is weggelegd en introduceert een nieuwe term: de ruisverdelger. Yorna Friemann schetst tenslotte een beeld van enkele potentiële gebruikersgroepen voor het lab, waarmee ze de groep waarvoor de archivarissen het allemaal doen zichtbaar en levendig wordt. Links: Yorna Friemann en Twan Mars Foto; Erwin van Amstel, Amsterdam Rechts: Harriet de Man Foto; Angeline Swinkels, Den Bosch

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2016 | | pagina 108