n 087 deelnemers dan naar believen afbeeldingen gebruiken en met een nieuwe beschrijving aan hun eigen collectie toevoegen. HBW functioneert weliswaar nog niet optimaal, maar samenwerking zal juist verdere ontwikkeling stimuleren en wellicht ook nieuwe mogelijkheden voor participatief verzamelen creëren. Dit voorbeeld toont aan dat het SAMH ook kan doorverwijzen naar tools: de archiefinstelling hoeft niet alles zelf te ontwikkelen maar kan ook doorverwijzen naar al bestaande tools die voldoen aan archivistische standaarden. Voorwaarde is dat het SAMH goed op de hoogte blijft van de ontwikkeling van interessante tools elders. De belangrijkste rol van een archiefinstelling de komende tien jaar is anders dan vaak wordt gedacht: niet het managen van archieven maar mensen bewustmaken van het belang van (digital born) archieven. Millar zet deze rol op scherp met haar opmerking dat we morgen geen archieven meer hebben als we niet zorgen voor de documenten die vandaag ontstaan. Als het SAMH zich wil richten op bewustmaking van het publiek is ook een interessante rol weggelegd voor een zogenaamde archiefscout, iemand die gemeenschappen met het archief verbindt. Hij of zij is in staat om via een groeiend netwerk binnen de eigen wijk of omgeving hotspots en trends waar te nemen en de relevante gebeurtenissen te documenteren. Archiefscouts moeten in ieder geval plezier hebben in hun werk, want het is vrijwilligerswerk. Volgens plan brengt een scout het SAMH op de hoogte van bijvoorbeeld een nieuw burgerinitiatief, waarna de scout en de archivaris de initiatiefnemers adviseren over het beheer van hun archief, dat ook uit informatie op sociale media bestaat. De archiefscout is dus vooral een waarnemer en een contactpersoon die bemiddelt tussen de gemeenschap en de archivaris. Bij wijze van pilot zou het SAMH voor elke wijk in Gouda één of twee archiefscouts kunnen zoeken:

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 86