Van onderop, op eigen initiatief en buiten beeld van de gemeente wordt Twitter, hoewel het daarvoor niet is bedoeld, wel degelijk als archiveringsinstrument gebruikt, al is die functie voor verbetering vatbaar. Behalve in de technische mogelijkheden zijn archivarissen misschien nog wel meer geïnteresseerd in de sociale aspecten van Twitter. Hoe waarderen zij Twitter als neerslag van het hedendaagse leven van alledag dat we ons over 20 jaar misschien niet meer kunnen herinneren? Over deze vraag heb ik met 12 professionals uit de archief- en museumwereld gesproken. Daarnaast heb ik een enquête gehouden onder de bezoekers van de ateliers Documenteren van de Samenleving en Actieve Openbaarheid en nog één onder de deelnemers van een 'twittinar', een digitale en tevens fysieke bijeenkomst met professionals, zogenaamde community archivists en betrokken inwoners van Gouda. De meeste van de onder vraagden zien in Twitter een goed middel om te peilen welke maatschappelijke thema's twitteraars in de rol van eigentijdse archiefvormers belangrijk vinden, maar inhoudelijk plaatsen zij veel kanttekeningen. Het medium is vooral populair onder hoogopgeleide mannen van boven de veertig en de tweets zijn dus allesbehalve representatief. Gebruikers zetten voornamelijk leuke boodschappen op Twitter en ook door hun beperkte lengte bevatten tweets niet veel informatie. Er is verder weinig sprake van structuur en de context van een tweet is vaak onbekend of moeilijk te vangen waardoor het als archiefdocu ment onvoldoende waarde heeft. Volgens bijna alle archivarissen moet Twitter dan ook niet als een behoudens-waardige archiefbron worden gezien, maar als een communicatie- en documentatiemiddel. De praktijk laat echter zien dat steeds meer mensen sociale media ook gebruiken om maatschappelijke gebeurte nissen te initiëren, te delen of te bekritiseren. Tweets worden in dat opzicht steeds waardevoller: als communicatiemiddel, als drager van informele informatie en volgens het SAMH daarom ook als interessante archiefbron. In de visie van het SAMH vindt er in onze samenleving een ingrijpende paradigmaverschuiving plaats van een bureaucratie, gerelateerd aan de overheid, naar een participerend lokaal bestuur. Kenmerkend voor deze ontwikkeling is volgens bestuurskundige Mark van Twist een toename van burgerinitia tieven, gericht op het realiseren van bijvoorbeeld een speeltuin, een plantsoen, een festival of een culturele avond. Zo krijgen publieke waarden vorm van onderop, op eigen initiatief, vaak buiten beeld van de gemeente en al helemaal niet gestuurd door de gemeente. De burgerinitiatieven maken bovendien veelvuldig gebruik van informele informatiestromen zoals e-mail, blogs, Facebook, Twitter en YouTube. Ze verspreiden zich via sociale media, ze raken vervlochten met elkaar of ze houden op te bestaan. En door informatie via sociale media te delen, verandert de ordening ervan, zoals ook de gebruikersnetwerken steeds van samenstelling veranderen. Burgerinitiatieven, gedragen door sociale media, hebben volgens Van Twist dan ook veel invloed op de inrichting van het archiefbeheer. Allereerst omdat informele informatiestromen niet in de bestaande structuren en indelingen van archiefinstellingen passen. Belangrijker is dat participerend lokaal bestuur andere eisen stelt aan archiefbeheer. Er is primair behoefte aan een goed en voor anderen bruikbaar platform waarop archivering plaatsvindt door de verschillende gemeenschappen zelf. Welke rol speelt een archivaris in zo'n zichzelf (in sociale media) documenterende samenleving? Met die vraag heb ik onderzoek gedaan naar Pauzelandschap Potterspoort.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 83