Wie doet er mee schoenendozen voornamelijk gevuld met fotoalbums en veel minder met andere typen documenten. De foto's in de schoenendozen lijken juist weer wel op de fotoverzameling van AE. Ze missen eveneens samenhang en kunnen beter als een collectie dan als archief worden gezien. Misschien zouden ze wel geschikt zijn voor opname in de collectie van AE. Maar die omvat al 45.000 foto's en AE hanteert daarom strenge acquisitiecriteria: het beeld moet echt een aanvulling zijn op de huidige collectie of een onderwerp betreffen waar AE heel weinig materiaal van heeft. Overigens past AE met HBW alleen een vorm van passieve acquisitie toe: AE legt het initiatief bij de gebruikers en vindt van wat zij inbrengen vooral de foto's van belang. Met de losse documenten kan het archief niet veel en dagboeken en briefwisselingen, waarvoor wel belangstelling is, zitten er vaak niet bij. Die zijn voor veel mensen waarschijnlijk te persoonlijk. Het archief heeft wel sinds kort besloten om een acquisitieplan op te stellen voor het actief verzamelen van foto's via HBW. Een bijkomend voordeel is dat de kans dat HBW-foto's worden opgenomen in de beeldbank van AE ook positief kan uitwerken op de deelnamecijfers van HBW. Voor de vraag hoe de deelname aan het HBW kan worden bevorderd, heb ik eerst gekeken waarom mensen überhaupt meedoen. Kloppen de intenties van HBW met de verwachtingen van de gebruikers? Het eerste wat opvalt is dat veel gebruikers 65+ zijn en dat de jongere generatie de spullen van hun ouders in HBW plaatst en niet de 'schoenendoos' van henzelf. Verder wijst publieksonderzoek uit dat mensen vooral aan HBW meedoen om andere mensen met hun materiaal en informatie van dienst te zijn, om nuttig te zijn. Gebruikers zien HBW vooral als een archiefdatabase en niet als een community. Ze zijn zich vaak helemaal niet bewust van de sociale functies van de website. Wat blijkt is ook dat het digitaliseren en delen van oude foto's en documenten voor veel mensen simpelweg geen prioriteit heeft. Degenen die wel enthousiast met HBW werken, lijken dat vooral te doen omdat ze er plezier in hebben om hun collectie te delen. Het is aan het AE om degenen die die intrinsieke motivatie niet hebben extrinsiek te motiveren. Publieksobservatie laat bovendien zien dat het openbare gebruik van internet, computers en de website van HBW voor veel oudere gebruikers een drempel vormt. Zij zijn, anders dan jongeren, niet gewend om hun foto's te delen op internet. Ze zijn bovendien banger dat hun foto's ongevraagd worden gebruikt voor bijvoorbeeld commerciële doeleinden, of dat de andere personen op hun foto's misschien niet op de website willen staan. Veel mensen zijn zó gesteld op hun privacy, dat het voor hen niet uitmaakt of iemand die als kind op een foto staat als volwassene nog herkenbaar is. Het meest opvallende uit het publieksonderzoek is dat veel mensen HBW een goed initiatief vinden, maar het duwtje missen om daadwerkelijk mee te doen. Ze hebben bijvoorbeeld van hun foto's (en documenten), al dan niet met de hulp van een foto- en albumbedrijf, zelf al een fysiek album gemaakt. Zij nemen dan vaak niet meer de tijd en moeite om er digitaal nog iets mee te doen, zelfs niet met één foto. Want dat was de verwachting van de makers van HBW, dat veel mensen een account zouden aanmaken, er één foto p zouden plaatsen en het daar bij zouden laten. De praktijk is anders, die laat twee soorten deelnemers zien: gebruikers die serieus aan de slag gaan met HBW en een zeer gevulde 'schoenendoos' hebben én gebruikers die alleen een account aanmaken zonder die te vullen. Nu gaat de service van HBW verder dan alleen documenten en foto's op de website plaatsen. Wie wil kan reacties achterlaten op andermans herinneringen en schoenendozen. Helaas lijkt niemand van

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 62