n Deviantie als graadmeter literatuur blijkt een voorkeur voor specifieke minderheids groepen: etnische minderheden, migranten en de zogenoemde LGBT-groepen. Bij dit verschijnsel zijn, naar mijn oordeel, wel wat vragen te stellen. Misschien zijn de geselecteerde gemeenschappen relatief goed georganiseerd of gewend om voor hun rechten op te komen? Of mogelijk staan zij om andere redenen in het gezichtsveld, bijvoorbeeld omdat zij sympathie of compassie opwekken in hun achterstelling? Welke andere ondervertegenwoordigde (groepen) actoren zijn er? Als samenwerking met maatschappelijke groepen de aangewezen route is om de samenleving in vele facetten te documenteren, is het essentieel dat de selectie van deze groepen veelzijdig is. De methode die men gebruikt bij die samenwerking moet dan ook uitvoerbaar zijn ten opzichte van maatschappelijke actoren die geen sympathie of zelfs weerzin opwekken. De hamvraag (Cox indachtig) is dan: wie wil samenwerken met de Ku Klux Klan? Het is uitgesloten dat archiefdiensten de samenleving volledig kunnen documenteren of dat zij volledig onpartijdig te werk kunnen gaan, daar zal iedereen het over eens zijn. Tegelijkertijd klinkt steeds vaker de roep om een evenwichtige en veelzijdige archiefcollectie als afspiegeling van de samenleving. Het is dus zaak om te analyseren hoe veelzijdig die archiefcollectie kan zijn. De grootste belemmering voor de opbouw van die evenwichtige collectie is volgens mij onze kortetermijnblik (ons door tijd begrensde denkraam). Agnes Jonker heeft een waarderingsmodel geïntroduceerd dat een op een langetermijnperspectief geënte benadering bepleit. Haar model beoogt essentiële onderwerpen van de contemporaine samenleving te signaleren vanuit een historisch sociologisch gezichtspunt. In de erkenning dat de perceptie van wat belangrijk is in de samenleving voortdurend verandert, stelt Jonker voor de afstand of de spanningsrelatie tussen 'wij en zij' te hanteren als 'sensitizing' concept. Dit is een sociologisch concept om op zoek te gaan naar nog niet herkende verschijnselen; een soort denkbeeldige voelsprieten. Zij licht dit toe met een aantal historische voorbeelden waaruit blijkt dat wijziging van het oordeel over wat belangrijk is, steeds samenhangt met deze spanningsrelatie (bijvoorbeeld: veranderingen in de maatschappelijke verhouding tussen mannen en vrouwen, acceptatie van religieuze minderheden, spanningen tussen generaties na de Tweede Wereldoorlog). Deze benadering kan helpen om distantie in te bouwen in onze historisch beperkte gezichtsveld bij de waardering van de contemporaine samenleving. Ik denk dat er meer manieren zijn om onze beperkte, tijdgebonden visie op de proef te stellen. In dit verband wil ik het begrip deviantie als graadmeter introduceren. Deviantie is een veelzijdig en gecompliceerd begrip. De meest neutrale betekenis is afwijkend. In de sociologie, psychiatrie en criminologie wordt de term geassocieerd met negatief afwijkend en met norm doorbrekend of dissident gedrag. Deviantie is een van de meest bestudeerde onderwerpen binnen de sociologie. David Downes en Paul Rock geven een overzicht van de verschillende stromingen die zich hiermee bezig hielden in hun studiegids (Understanding Deviance. A Guide to the Sociology of Crime and Rule- Breaking, New York 2011). Historisch gezien is deviantie een instabiel begrip. Gedrag of verschijningsvormen die in een zekere tijd als negatief afwijkend worden beschouwd, kunnen eerder of later binnen de norm vallen en andersom. Dit geldt bijvoorbeeld voor uiteenlopende verschijnselen als homoseksualiteit, ongehuwd moederschap en topless zonnebaden op het strand. Die diversiteit bestaat ook tussen subculturen binnen een grotere gemeenschap. Een invloedrijke stroming binnen de sociologie die zich bezig hield

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 50