Een evenwichtige archiefcollectie samenleving (en hun interactie) te reconstrueren" (Gewaardeerd Verleden: 37-38). Het gaat er dus om een zo breed mogelijk omschreven publiek de mogelijkheid te bieden om a) de eigen geschiedenis te ontdekken en b) verleden van staat en samenleving en hun interactie te reconstrueren. Dit is een doelstelling die ik vanuit de positie van de openbare archiefdiensten kan onderschrijven. Als overheids instellingen hebben zij de zorg voor behoud en toegankelijkheid van authentieke en betrouwbare bronnen over het handelen van de overheid in relatie tot de samenleving. Uit de archivistische literatuur, maar ook uit contacten met archivarissen en andere erfgoedbeheerders, blijkt echter dat de praktijk (in en buiten openbare archiefinstellingen) verder gaat dan het bijeenbrengen en veiligstellen van bronnen. Wanneer het gaat over waardering, selectie, acquisitie en verzamelen valt dikwijls de term representatief. In algemene zin staat dat begrip min of meer gelijk aan vertegenwoordigend (bijvoorbeeld een groep mensen). Een representatieve steek proef van een populatie beoogt relevant te zijn om conclusies uit te kunnen trekken (voor datgene wat men onderzoekt). In ver band met documenteren van de samenleving is het een moeilijk begrip, want het suggereert de mogelijkheid de contemporaine samenleving in historisch perspectief te door-gronden. De com missie Jeurgens stelt representatief gelijk aan dat wat 'gewoon' is voor de samenleving en voegt belangrijk, bijzonder en uniek als criteria toe om aan de veelvormigheid van de samenleving recht te doen. BRAIN en KVAN noemen in hun gezamenlijk visierapport archieven 'maatschappelijk kapitaal' (Archiveren is vooruitzien, 2009: 6). Een van hun doelstellingen is: "het zorgen voor een evenwichtige Archiefcollectie Nederland die de samenleving in al haar facetten documenteert". De zorg voor een evenwichtige archiefcollectie die de samen leving in 'al haar facetten' vertegenwoordigt; een lastige opgave die ook internationaal de gemoederen bezig houdt. In de Verenigde Staten leidde dit midden jaren tachtig van de vorige eeuw tot de ontwikkeling van de zogenaamde documentation strategy (Snowdon Johnson, 2008). In deze proactieve waarderingsstrategie wordt een afgebakend geografisch gebied, een specifiek thema, proces of maatschappelijk relevant geachte gebeurtenis systematisch in kaart gebracht. Records managers, archivarissen en gebruikers analyseren gezamenlijk zowel het onderwerp zelf als de wijze waarop het in documenten is vastgelegd. Deze analyse vormt de basis voor selectie van documenten voor blijvende bewaring die, indien nodig, gecomplementeerd worden door vervaardiging van nieuwe documenten. Mede door de complexiteit en tijdrovendheid is het succes van deze methode twijfelachtig. Wel heeft ze haar invloed op de waarderingspraktijk doen gelden en bijgedragen aan de internationaal gevoerde discussies binnen de beroepsgroep. De opkomst van deze strategie was ingebed in een ontwikkeling waarbij de aandacht voor minderheden in de samenleving toenam. Een belangrijke impuls was het groeiend besef van de onevenwichtigheid van collecties in archiefbewaarplaatsen. In Canada groeide dit inzicht eerder al, vanaf de jaren '60. Walter Neutel beschrijft hoe de Canadese National Archives sinds 1972 een speciaal programma voor de acquisitie van archieven van etnische minderheden ontwikkelde in zijn artikel uit 1978 ("Geschichte Wie Es Eigentlich Gewesen or Necessity of Having Ethnic Archives Programmes", Archivaria 7). De door de commissie Jeurgens voorgestelde waar deringsstrategie beschouwt particuliere actoren als leveranciers bij het documenteren van de samenleving. Particuliere archieven vormen in deze strategie een aanvulling op de voor blijvende bewaring geselecteerde overheidsarchieven. Vanuit deze

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 47