n 044 contemporary society and of its records creators by choosing the best records, not to add indiscriminately to the chaos of information explosion by keeping too much or by keeping that which distort or duplicates the image of the past" (Cook, 1991 33). Dat stelt hoge eisen aan het duiden van ontwikkelingen in de samenleving. Waar Cook, geheel in de voetsporen van Booms, de archivaris als de professional beschouwt die door middel van zorgvuldige selectie en acquisitie van archieven een zo scherp mogelijk beeld van de samenleving probeert te construeren, ziet Millar vooral een rol weggelegd voor de archivaris als adviseur en als iemand die anderen bewust maakt van het belang van archieven en pas in laatste instantie als hoeder en beheerder optreedt van een selecte groep archieven waarvan het voortbestaan van bijzondere maatschappelijke betekenis is. Die risicogeoriënteerde benadering in het ontwikkelen van documentatiestrategieën is een interessante vorm van het (ver) delen van verantwoordelijkheden in het documenteren van de samenleving en het beheren van de informatie die hieruit voortvloeit. Iedere documentatiestrategie leidt uiteindelijk tot de vraag wie verantwoordelijkheid neemt om de informatie te beheren. Zonder beheer van het gedocumenteerde kan het voortbestaan ervan immers niet worden geborgd. Documenteren van de samenleving en het beheren van de informatie die daaruit voortvloeit hoeven, zoals Millar terecht stelt, helemaal niet noodzakelijkerwijze door instellingen van het openbare archiefwezen te gebeuren. Het Internet Archive is een goed voorbeeld van een particulier initiatief, maar we kennen dergelijke initiatieven van oudsher. Het huidige Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Katholiek Documentatiecentrum en ATRIA zijn daarvan het bewijs. Een van de belangrijkste verdiensten van het archiefatelier Documenteren van de Samenleving is zonder twijfel de hernieuwde poging het thema op de agenda te krijgen. Binnen het atelier werd niet alleen kritisch gereflecteerd op de uitgangspunten van waardering, selectie en acquisitie van archieven; er werd ook gekeken naar wat er op dit gebied buiten Nederland gebeurt. Behalve Millar hebben tal van andere archiefwetenschappers als Terry Cook, Richard Cox, Helen Samuels en Barbara Craig zich in de afgelopen decennia intensief met vraagstukken van waardering en selectie bezig gehouden en er wordt in de verschillende vaktijdschriften met regelmaat over gepubliceerd. Steeds weer durven deze wetenschappers de vraag te stellen of archivarissen wel succes vol zijn in het documenteren van de samenleving. De rollen die archivarissen aannemen vormen vanuit die invalshoek een belangrijk thema. Om die rollen te kunnen definiëren is visie nodig en visie komt tot stand door onderzoek, discussie en debat. Wat dit laatste betreft is in Nederland nog een wereld te winnen. Na de tumultueuze PIVOT-periode in de eerste helft van de jaren negentig is het debat over waardering, selectie en acquisitie van archieven binnen Nederland verstomd. De Raad voor Cultuur probeerde de discussie nog wel aan te zwengelen door zich in 2005 kritisch uit te laten over de eenzijdigheid van het Nederlandse archiefbeleid dat zich vrijwel uitsluitend richtte op overheidsarchieven. De door de algemene rijksarchivaris ingestelde commissie waardering en selectie bepleitte vervol gens weliswaar een bredere oriëntatie, maar een fundamenteel debat werd binnen de Nederlandse vakwereld niet gevoerd. Waardering, selectie en acquisitie verdienen intellectuele scherpte en voortdurend debat; dit heeft alles te maken met het verantwoorden van keuzes die archivarissen maken.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 43