Dat doel kan ook worden gediend door een grotere variatie in beheerstrategieën. De traditionele aanpak om archieven fysiek op een centraal punt onder de hoede van professionele archivarissen te verzamelen is niet meer de enige optie. Kunnen de archiefvormers er niet zelf voor blijven zorgen? En hoe ver moet de invloed van de archiefdienst reiken? Mag je als particulier bepalen of je gedocumenteerd wordt of niet? Deze vragen stonden centraal in twee colleges en de laatste bovendien in een Open Atelier. De vraag van Archief2020 naar professionele ondersteuning van archiefvormers sluit aan bij de alternatieve beheerstrategieën voor particuliere archieven die in de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. De samenleving, opgevat als een samenstel van gemeenschappen, kan ook worden gedocumenteerd als archivarissen degenen die bij het archief een direct belang hebben laten meebeslissen over wat wel en wat niet in het archief wordt opgenomen (participatief verzamelen); als het verzamelen, organiseren, duurzaam beheren, selecteren, presenteren en communiceren van archief niet op één centrale plek plaatsvindt, maar op meer plaatsen en eventueel op sociale platforms, al dan niet door archivarissen gefaciliteerd (distributed curation of gedecentraliseerd beheer); als archivarissen een (online) archiefomgeving opzetten waarin niet-archivarissen hun archiefdocumenten en de kennis daarover met elkaar kunnen delen en uitbouwen (participatory archives); als archivarissen gemeenschappen de gelegenheid geven om het verhaal van hun eigen gemeenschap te vertellen en hun eigen identiteit op te bouwen en te handhaven door archiefstukken bij elkaar te brengen en te recontextualiseren (community archives). Archivarissen gaan de rol van de onvermijdelijke bemiddelaar en van de onmisbare curator verliezen, zoals ook kranten, boekhandels en platenmaatschappijen die rol aan het verliezen zijn. Online kan iedereen informatie geven, gebruiken, herordenen, remediëren, delen en verrijken. De samenleving wordt ook zonder tussenkomst van archivarissen gedocumenteerd. Archivarissen zullen de intellectuele en fysieke controle moeten gaan delen en de rol op zich nemen van faciliteerders en gespecialiseerde adviseurs. Hoe moeilijk het opgeven van die controle kan zijn, bleek in het college en in een Open Atelier die waren gewijd aan de nieuwe Europese privacywetgeving. Die geeft die de Europese burger het recht om op het internet gepubliceerde persoonsgegevens die onjuist, verouderd of irrelevant zijn te laten verwijderen. Dat recht werd in dit verband geherformuleerd als het recht om niet gedocumenteerd te worden. Interessant aan de discussie hierover is dat de archiefdiensten in Europa hun claim op onpartijdigheid lieten varen en zich duidelijk opstelden als de behartiger van de belangen van archiefonderzoekers tegenover de belangen van individuen die greep willen hebben over hun identiteit, over het verhaal dat over hun leven kan worden verteld.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 115