Behoefte aan actieve openbaarheid bij overheidsinstellingen Om enig inzicht te verkrijgen in de behoefte van de overheids instellingen die de actieve openbaarmaking moeten realiseren in het werkgebied van het Noord-Hollands Archief zijn de afgelopen maanden gesprekken gevoerd met ambtenaren bij vier van deze instellingen. Uit deze gesprekken is een aantal, soms tegenstrijdige, noties naar voren gekomen met betrekking tot die behoefte, de motieven en argumenten die aan de keuzes ten grondslag liggen en de doelen die men ermee wil dienen. Unaniem komt naar voren dat er geen behoefte is aan (meer) actieve openbaarheid in de behandelingsfase van zowel vergunningverlening als handhaving. Men geeft er de voorkeur aan zich te beperken tot de verplichte publicaties - dat een vergunning is aangevraagd, dat een besluit is genomen - zonder de documenten zelf te publiceren. Wie dat wil kan ze komen inzien en de publicatie fungeert wel als attendering voor belanghebbenden. Dat is temeer het geval wanneer gepubliceerd wordt in een omgeving die burgers de mogelijkheid biedt zich te abonneren op een attenderings- service, bijvoorbeeld de website www.overheid.nl met de e-mailservice 'Berichten over uw buurt'. Als argumenten tegen meer actieve openbaarheid in de behandelingsfase worden genoemd: het gaat vaak om voorlopige informatie. Openbaarmaking kan onnodige reacties oproepen, onrust creëren en het proces en de verhoudingen tussen betrokkenen verstoren; het kan gaan om (bedrijfs)gevoelige informatie; openbaarmaking, zeker in beperkte vorm vanwege gevoeligheid van informatie, kan en zal leiden tot een vloedgolf aan Wob-verzoeken vanwege een behoefte aan nadere informatie; de kosten van Actieve Openbaarmaking wegen vermoedelijk niet op tegen de kosten van het afhandelen van Wob-verzoeken; de nadelen wegen niet op tegen het voordeel van grotere transparantie van de overheid. Er is op zich bij de geïnterviewde ambtenaren wel behoefte aan meer transparantie, ook gedurende de behandelingsfase, met name voor direct betrokken burgers. Men wil graag af van het imago van de overheid als black-box: je stopt er wat in en je moet maar afwachten of, wanneer en hoe er wat uit komt. Hierbij wordt gedacht aan het geven van toegang tot procesinformatie aan direct betrokkenen zoals aanvragers van een vergunning. Die kunnen dan bijvoorbeeld inloggen en kijken hoe het met hun zaak staat. Ook wordt wel gestreefd naar meer openbaarheid en transparantie door, met name bij 'gevoelige' zaken, de omgeving (burgers en bedrijven) te betrekken door informatieverstrekking over de zaak en proces, schriftelijk en/of via informatiebijeenkomsten. Er leeft bij de ambtenaren wel een brede behoefte aan het verlenen van actieve openbaarheid na afhandeling van de zaak. Na afhandeling wil zeggen na het onherroepelijk worden van de vergunningen en beschikkingen. Met name het bouwarchief wil men graag actief openbaar maken door publicatie op internet. Een enkele gemeente (niet één van de geraadpleegde) doet dit al, andere zijn druk bezig met de voorbereiding. Daarbij worden de persoonsgegevens niet openbaar gemaakt. In het verlengde van deze privacybescherming wordt wel overwogen vergunninghouders de gelegenheid te bieden de publicatie ongedaan te (laten) maken. Sommige instellingen vrezen nog voor de auteursrechtelijke repercussies van het publiceren van de bouwtekeningen en proberen daarover helderheid te krijgen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 48