114 De zachte aanpak Hoe ontwerp je dan een systeem dat werkt? Of hoe leg je probleemgebieden in het oorspronkelijke ontwerp bloot? Hoe kom je, met andere woorden, zo dicht mogelijk bij een informatiesysteem 'by design'? De zachte aanpak biedt een aantal methoden die de harde aanpak aanvullen en kunnen dienen als diagnostisch gereedschap. Deze methoden richten zich op het te bedienen systeem en nemen de bemiddelende menselijke component in aanmerking. Ze richten zich op hoe mensen staan tegenover het beleid/de standaarden/de systemen waarmee zij werken. En op hoe mensen (moeten) bemiddelen tussen voorschrift en praktijk. In feite meet de zachte aanpak de 'informatiecultuur' (als specifiek onderdeel van de bedrijfscultuur) van een organisatie. In hun publicatie Records Management and Information Culture. Tackling the people problem 2014) hebben Fiorella Foscarini en Gillian Oliver zich gericht op de informatiesystemen en het meten van die informatiecultuur met behulp van de zachte aanpak-methoden. Mijn deelonder zoek is met name gericht op drie meetinstrumenten: De Soft Systems Methodology richt zich op het macroniveau: de activiteiten van een organisatie; De Adaptive Structuration Theory richt zich op het mesoniveau: handelingen en acties binnen de organisatie; De Genre Theory richt zich op microniveau: het operationele reilen en zeilen van een organisatie. In hun boek gaan Oliver en Foscarini samen vooral in op Soft System Methodoloy en Genre Theory. Foscarini behandelt in haar artikel Understanding the context of records creation and use; 'Hard' versus 'soft' approaches to records management (2010) de drie meetinstrumenten.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 113