111 Twee invalshoeken: Het dienende systeem en het te bedienen systeem In zijn dissertatie "Abuysen ende desordiën. Archiefvorming en archivering in Dordrecht 1200-1920", geeft Peter Horsman een - inmiddels binnen de archivistiek ingeburgerde - definitie van een archiveringssysteem: het geheel van documenten, metadata, processen, procedures, kennis, regels, middelen en mensen waarmee een persoon of organisatie zich voorziet van betrouwbare en duurzame informatie ten behoeve van bedrijfsvoering, herinnering en verantwoording." Het deel dat begint met 'het geheel van' en eindigt bij 'mensen' is het in dit artikel bedoelde 'eerste deel' van de definitie. Het deel dat begint met 'waarmee' en eindigt met 'verantwoording' is het in dit artikel bedoelde 'tweede deel' van de definitie. Dit onderzoek naar informatiecultuur met behulp van de zachte aanpak maakt deel uit van mijn afstudeeronderzoek aan de Hogeschool van Amsterdam. Mijn afstudeeronderzoek richt zich op de rol van mensen, als bemiddelaars tussen gebruikte standaarden en de praktijk, bij het actief openbaar maken van informatie in Wabo-procedures. Ik verwacht in juli af te studeren. De tekst van dit artikel zal (geheel of gedeeltelijk) worden opgenomen in mijn afstudeerscriptie aan de Hogeschool van Amsterdam. De harde aanpak gaat uit van een gewenste situatie die bereikt moet worden en neemt het dienende systeem (zie kader Terminologie) als uitgangspunt. Met het dienende systeem wordt het informatiesysteem bedoeld. Dit is het systeem zoals dat is opgezet rondom de applicaties, standaarden, methoden en regels. Dit is vergelijkbaar met de binnen de archivistiek bekende definitie van een archiveringssysteem van Horsman en dan met name het eerste deel daarvan, dat betrekking heeft op de interne structuur en werking van het systeem (zie kader Het archiveringssysteem volgens Horsman). Het dienende systeem neemt een denkbeeldig ideaal als uitgangspunt; de standaarden, regels en gebruiksvoorschriften van de applicaties streven naar een ideale situatie die bereikt moet worden. Er wordt uitgegaan van een homogene 'wensgebruiker'. Bij homogeen 'ideaal gebruik' zal de gewenste situatie zich voordoen. De gebruiker (en daarmee de organisatie) wordt dus geacht zich te voegen naar het systeem en er wordt door dat systeem geen rekening gehouden met uitzonderingen op de regel, onverwachte situaties, etc. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Het archiveringssysteem volgens Horsman

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 110