Gemeentearchief Zwolle
historisch informatiecentrum voor stad en omgeving
jgAlpemene informatie
ffil .eeszaal
{«Agenda
ffRezoekersraad
jjNieuws
IgVragen en reacties
^Jaarverslag 1995
^Overzicht, van archieven en verzamelingen
jfDoop- trouw- en hegraafregisters Zwolle en Zwollerkerspel
i^Oud rechterlijk archief Zwolle 1383-1811
gArchief Gymnasium Celeanum Zwolle 1878-1977
^Archief stichting Vilsterenshuizen. 1555-1984
«{Archief gemeente Zwollerkerspel. 1803-1927
ygArchiefnet (andere archiefdiensten)
«De Nederlandse archiefdiensten en het gebruik van Internet/artikel)
Welke informatie op het net?
Belangrijker nog dan de vraag hoe de site eruit ziet,
is de vraag wat men eigenlijk wenst te bieden. In
beginsel is hier alles mogelijk. Heldere keuzes ma
ken het echter voor de klant ook duidelijk wat hij
wel en niet kan verwachten.
Voor de hand ligt dat behalve algemene bedrijfsin
formatie (openingstijden, adressen) het overzicht
van archieven en verzamelingen wordt geboden.
Dit is de minimale variant. Het kost weinig, zowel
in geld als in menskracht, en levert toch bekend
heid en rendement op.
Wie het net als krachtig communicatie-instru
ment wil gebruiken zal echter meer moeten doen.
De belangrijkste toegangen kan men beschikbaar
stellen, zodat de hele fase van het vooronderzoek
op afstand verricht kan worden. Voor de bronnen
zelf dient men dan nog naar het archief te reizen.
Maar het reserveren van stukken kan in beginsel
probleemloos via e-mail.
Essentieel is de vraag of men vervolgens nog verder
wenst te gaan. In beginsel is het immers mogelijk
om ook nadere toegangen, vaak in de vorm van ge
nealogische persoonsinformatie, op het net te zet
ten. Overal in Nederland bestaan al genealogische
Bulletin Board Systems (BBSen) met dergelijke in
formatie; die informatie ontbeert echter vrijwel al
tijd het kwaliteitskeurmerk van de archiefdienst
die de bron beheert. In de ergste gevallen is niet
duidelijk op welke bron(nen) de betreffende gege
vens zijn gebaseerd, en is de informatie voor de se
rieuze onderzoeker dus waardeloos.
Hierbij speelt nog een ander element een rol: bij
de digitale beschikbaarstelling van nadere toegan-
[6]
gen biedt een archiefdienst meer service dan waar
toe zij wettelijk gehouden is. Dat betekent dat
hiervoor geld kan worden gevraagd. Een interes
sante vorm van beschikbaarstelling van nadere toe
gangen zou zijn in de vorm van gratis appetizers.
De registers van de burgerlijke stand van gemeente
x van 1811 tot 1832 staan op het net en zijn gratis
te raadplegen, voor de rest dient men of naar het
archief te komen of te betalen.
Deze methode verhoogt de bekendheid op af
stand van de gebruikswaarde van diverse bronnen,
maar biedt tevens de mogelijkheid om inkomsten
of meer bezoeken te genereren. Of men op deze
wijze inkomsten, bezoek of allebei wil stimuleren
is een strategische keuze die elke archiefdienst in
de komende jaren moet maken.
Tot zover zou men de voornaamste activiteiten
van archiefdiensten op Internet kunnen samenvat
ten als het digitaliseren en via Internet beschikbaar
stellen van reeds aanwezige informatie. Dit mis
kent echter een wezenlijke element van de nieuwe
technologie: het communicatie-aspect. Op vele
web-sites (zie bijvoorbeeld bij Rijksarchief Over
ijssel en Gemeentearchief Zwolle) kan men al het
e-mail-adres aanklikken en vervolgens in een stan
daard format de reeds geadresseerde brief typen en
met een klik versturen. Men kan deze techniek na
tuurlijk op talloze andere wijzen toepassen: on
line vragen beantwoorden of doorverwijzen (een
on-line informatiedesk), men kan prijsvragen op
het net zetten, een klachtenformulier of een be-
zoekformulier dan wel een gastenboek laten invul
len, etc.
Het verloren gegane contact met de digitale be
zoeker kan zo op andere wijze weer hersteld wor
den.
Aarzeling
De catalogi van de belangrijkste bibliotheken in
Nederland zijn inmiddels via Internet raadpleeg
baar. Zo biedt Pica on-line toegang tot de Neder
landse Centrale Catalogus via http://www.pica.
nl.
In de bibliotheekwereld wordt niet alleen al
langer gebruik gemaakt van Internet, er wordt
ook fundamenteel nagedacht over de verregaande
implicaties voor de toekomst.4 Als belangrijke
trends worden onder meer gesignaleerd de groei
in het informatieaanbod via Internet, waaronder
ook het aanbod van primaire wetenschappelijke
informatie (full-text bestanden) en het samen
smelten van informatie-eilanden. Geconstateerd
wordt dat als gevolg van netwerkontwikkelingen
de klassieke informatieketen aan ingrijpende ver
anderingen onderhevig is. Door die veranderin
gen krijgen de betrokken partijen de kans zich an
ders te positioneren en nieuwe functies naar zich
toe te trekken. Naar analogie kan men redeneren
dat in de nieuwe ontwikkeling het niet vanzelf
sprekend is dat archiefdiensten hun sterke strate
gische positie op het vlak van historische infor
matie kunnen behouden.
Het archiefwezen lijkt tot nu toe langs de zijlijn af
te wachten. Terwijl de bibliotheken via een open
brief aan de bewindslieden van ocw een duide
lijk standpunt innamen met betrekking tot het
eind 1994 verschenen Nationaal Actieprogram
ma Elektronische Snelwegen (nap) is mij van een
positiebepaling van het archiefwezen terzake
niets bekend.5 Slechts een handjevol archiefdien
sten heeft zich pas op het Internet-pad gewaagd.
Hier is eigenlijk weinig nieuws onder de zon. Op
de studiedagen van november 1981 over automa
tisering van archieftoegangen constateerde de
huidige algemene rijksarchivaris prof dr F.C.J.
Ketelaar dat het Nederlands archiefwezen een
achterstand had in te halen van tien jaar op het
buitenland. Ketelaar beschouwde dit als een be
langrijk voordeel.6 Door sprekers op deze studie
dagen werd gerefereerd aan de voortgang in het
bibliotheekwezen.7
Het zou beslist onjuist zijn om te suggereren dat
Nederland op automatiseringsgebied nog steeds
een achterstand van tien jaar heeft op 'het' buiten
land. Sinds Ketelaars woorden van 1981 is zeer
veel gebeurd, vooral in de laatste acht jaar.8 Toch
heeft de periode sinds 1981 niet alleen maar posi
tiefs opgeleverd: het Nederlandse archiefwezen,
dat vroeger waar ook ter wereld een codificatie van
zijn vakmatige uitgangspunten wist te bewerkstel
ligen in de Handleiding, slaagde er niet in om een
standaardisering van de geautomatiseerde archief-
[7]