Voorbij de zuilen van Heracles Nederlandse Archiefdiensten en het gebruik van Internet drs J. Folkerts Aarzelend begeven (sommige) Nederlandse archiefdiensten zich op het ter rein van Internet. Sommigen zien Internet nog vooral als speeltje, anderen zien een meer revolutionaire ontwikkeling op gang komen. Drs Jan Fol kerts, gemeentearchivaris van Zwolle, behoort tot de laatste categorie. In dit artikel gaat hij in op de zijns inziens fundamentele veranderingen welke door Internet teweeggebracht zullen worden. Bijzonder interessant is de vraag hoe de verhouding archiefdienst-archiefconsument zich zal ontwikke len! [2] Inleiding In de klassieke oudheid vormden de zuilen van Hercules in de smalle zeestraat tussen Afrika en het Europese vasteland de uiterste grens van de be schaving. Daarachter bevond zich een onbekend niemandsland waar men zich niet waagde zonder gevaar voor eigen leven. Het wereldwijde Internet lijkt voor de Nederlandse archiefdiensten op die mythische wereld waarover men vreemde dingen hoort verhalen, maar waarover eigenlijk zo weinig vast staat. In dit artikel wordt de stelling verdedigd dat het Nederlandse archiefwezen wel degelijk wat op Internet heeft te zoeken en zich op korte ter mijn voorbij de Zuilen van Hercules zal moeten begeven. De vreemde wereld van het Internet wordt in kaart gebracht: de mogelijkheden van het World Wide Web voor archieven passeren de re vue. In het tweede gedeelte wordt de stelling on derbouwd dat het gebruik van Internet ingrijpen de gevolgen voor het Nederlandse archiefwezen zal hebben op drie terreinen: ontsluiting, dienstverle ning en communicatie. Het luidt een versnelling in van de digitale revolutie waarvan nu nog slechts de eerste contouren zichtbaar zijn. Internet Over de opkomst van Internet wordt doorgaans slechts in superlatieven gesproken. In de laatste twee jaar heeft het aantal gebruikers zich wereld wijd verdrievoudigd van circa tien miljoen naar circa dertig miljoen. Het aantal Nederlandse ge bruikers bedraagt volgens een schatting van okto ber 1995 circa 300.000.1 Het is niet de eerste hype op automatiseringsge bied, maar het is wel een heel bijzondere: Internet is het eerste systeem dat als het ware van onderop groeit; niet geregisseerd door overheid of bedrijfs leven. Als zodanig is het misschien enigszins verge lijkbaar met de opkomst van de popmuziek. Over eenkomst met de popmuziek is ook dat na het spontane ontstaan de commercie zich met onge kende gretigheid werpt op de exploitatie van deze nieuwe subcultuur. Toch is Internet minder nieuw dan het lijkt. Het is ontstaan uit de netwerken die universiteiten we reldwijd al tientallen jaren vormen, daarbij zowel gebruik makend van een eigen infrastructuur als van gewone telecommunicatieverbindingen als te lefoonlijnen. De doorbraak van Internet is vooral te danken aan de komst van een grafische, gebrui kersvriendelijke interface, waardoor het gebruik ervan een enorme drempelverlaging heeft onder gaan. Iedere computergebruiker die wel eens in Windows heeft gewerkt kan met hetzelfde gemak zich in het World Wide Web begeven. World Wi de Web is de naam van het grafische deel van het net waarin de meeste Internet-gebruikers zich be wegen. Behalve deze radicale drempelverlaging is ook de opkomst van snellere pc's en snellere modems een verklarende factor. Voor een aansluiting op het In ternet is niet veel nodig. Een modem, wat software en een abonnement bij een zogenaamde Internet- provider (bijv. Euronet, Planet Internet ofxs4alI). De eenmalige kosten bedragen circa vierhonderd gulden, voor zover men althans nog een modem moet aanschaffen; daarna per maand, afhankelijk van het gebruik, tussen twintig en zestig gulden. Op Internet zijn verschillende functies te onder scheiden. Men kan tegen lokaal telefoontarief de hele wereld een digitale brief sturen, de zogenaam de e-mail. De voordelen van deze razendsnelle communicatie zijn evident. Op vergelijkbare wijze kan men computerbestanden de hele wereld over sturen. Op de mogelijkheden van e-mail kom ik verderop nog terug. Daarnaast kan men zich aan sluiten bij een van de duizenden nieuwsgroepen, vanzelfsprekend al evenmin aan plaats gebonden. Men praat op Internet net zo gemakkelijk met vak genoten in Australië als met familieleden in Cana da. Men kan zelf een discussiegroep starten over een onderwerp dat men van belang acht: men kan de deelname openstellen voor iedereen die langs komt, men kan de toegang ook beperken door middel van een wachtwoord. Voor archiefdiensten is veruit de belangrijkste functie echter de beschikbaarstelling van informa tie op het net. Daarbij valt in de eerste plaats te [3]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1996 | | pagina 2