nemende 'output' van het zgn. PivoT-project van de rad. De daarin gedane investeringen begon nen juist in deze jaren hun effect te doen gevoelen in de vorm van een wassende stroom institutione le onderzoeksrapporten en daarop gebaseerde ontwerp-basisselectiedocumenten oftewel 'bsd's'. Helaas ging daarbij het bekende gezegde 'Als het op de groten regent, druppelt het op de kleinen' in het geval van de rca niet op: ondanks door de rcb ondersteunde démarches ten departemente bleek zij zelfs geen part-time secretariaatsmede werker extra te kunnen krijgen om de secretaris van de rca bij alle voor- en nawerk, aan de be handeling van deze toevloed van PlvoT-produk- ten verbonden, te ondersteunen. De enige 'reme die', die het ministerie de rca wist aan te bevelen, was een reductie van haar behandelingswijze van de haar ter advisering aangeboden ontwerp-selec- tielijsten tot een bloot procedurele toetsing. Deze suggestie heeft de rca in haar advies nr. 443 met kracht van argumenten van de hand gewezen. Voor zo n puur procedurele 'toetsing' heeft de Staatssecretaris waarlijk geen onafhankelijk ad viesorgaan nodig. Vormde dit snel aangroeiende getal van ontwerp- bsd s c.a. aldus bereids een ernstige overbelasting van de bescheiden verwerkingscapaciteit van de RCA en haar commissie-m, anderzijds werd zij juist vorig en dit jaar geconfronteerd met een niet gering aantal van buiten op haar afkomende zaken, die goeddeels van zo n complexe aard en verstrekkende betekenis waren (en zijn), dat de ad visering daaromtrent al evenzeer een de facto nau welijks op te brengen extra inzet van de leden en de secretaris vergde: de door de nieuwe Archiefwet 1995 noodzakelijk geworden algehele herziening van het Archiefbesluit, de nieuwe, in het reguliere hoger onderwijs te integreren archiefopleiding, de rol van de te privatiseren - en inmiddels geprivati seerde - Stichting Archiefschool daarbij en bovenal het achter die te vernieuwen opleiding opdoemen de eenentwintigste-eeuwse beeld van de archivaris- documentatiewetenschapper c.q. documentalist, de cause celebre van de illegaal vernietigde idb- archivalia, het door Binnenlandse Zaken gelan ceerde plan tot integratie van de cas in de rad, de intrigerende kwestie van de al dan niet voortijdig in de papierversnipperaar verdwenen vreemdelin gendossiers bij 'Justitie', waarvoor de rca na de BVD- en de idb affaires toch bezwaarlijk de ogen kon sluiten, de telkens andere vormen aannemen de experimenten op het stuk van de 'gewestvor ming met hun consequenties voor de regeling van het archiefbeheer, waarbij nu weer de gepro jecteerde 'stadsprovincie' Rotterdam de aandacht vroeg Voorts de zich buiten het bekende en geregelde kader van streekarchieven en streekarchivariaten manifesterende tendens tot 'regionalisatie' van het gemeentelijke archiefbeheer, onder meer via aan wijzing van de archiefbewaarplaats van een naburi ge (grotere) gemeente tot gemeentelijke archiefbe waarplaats (zoals in de casus Zwijndrecht-Dor- drecht), de experimentele 'joint ventures' van de rad en sommige archiefdiensten van lagere over heden op het stuk van huisvesting, geïntegreerde dienstverlening, mutuele personeelsintegratie en archiefbeheer, de conserveringsproblematiek te gen de achtergrond van het eindige 'Deltaplan Cultuurbehoud' (welks zegeningen zich overigens zeer tot ongenoegen van de rca nauwelijks tot de archieven van lagere overheden uitstrekken), het voortdurend actuele probleemveld van het beheer en behoud van digitale archieven, waarop de prak tijk nogal eens voorloopt op de pogingen voldoen de grip te krijgen op dit soort 'archiefbescheiden', de bewaring van de niet zelden verwaarloosde ar chieven van internationale organisaties, waarvan ons land deel uitmaakt, enz. enz. Is het verwonderlijk, dat zich bij zulk een toe vloed van elkaar in de strijd om een hoge plaats op het prioriteitenlijstje van de rca voortdurend beconcurrerende zaken een waar 'stuwmeer' van op afhandeling wachtende bsd's ging vormen? Dat de rca er after all toch nog in slaagde om in haar beide laatste bestaansjaren niet alleen een re latief groot deel van die evengenoemde heteroge ne hoop urgente zaken, maar óók nog 19 substan tiële ontwerp-selectielijsten af te handelen, mag m.i. een wonder genoemd worden, een wonder, dat zich slechts kon voltrekken dank zij de grote inzet van vele van haar leden in subcommissoriaal verband (mèt alle extra vergaderingen van dien) en bovenal dank zij die van haar onvermoeibare, [20] zelfs in zijn vacanties concepten wrochtende se cretaris, die, hoezeer hij ook menigmaal in de maalstroom van zaken ten onder dreigde te gaan, telkens toch weer worstelend bovenkwam 9 Toekomstperspectief Terwijl het 'adviseringsmachientje' van de rca krakend en kreunend op topcapaciteit draaide, stak de door het rapport 'Raad op maat' in een ra dicale saneringsstemming gebrachte wetgever, wiens hand eerst door de Minister van wvc, ver volgens door die van de Staatssecretaris van ocw gedirigeerd werd, pardoes zijn stok tussen dit bro ze raderwerkje. Op 22 november 1995 viel de 'machine consultative' van de rca plotsklaps stil, al kon zelfs deze abrupte ingreep niet beletten, dat zij, tot stilstand komende, nog enige postume ad viezen uitbraakte... Van de vijfjarige werkzaam heid van de rca zullen haar negentig adviezen - deels al gepubliceerd, deels nog te publiceren in bijlagen bij haar jaarverslagen over de jaren 1990 tot en met 199517 - blijvend getuigen. Daarenboven besloot de rca op haar voorlaatste en laatste vergadering zoiets als 'een testament' na te laten ten behoeve van hen, die in het kader van de nieuwe cultuurraad de jure en/of de facto meer in het bijzonder belast zullen zijn met de (pre)ad- visering op het stuk van het archiefbeleid. De spontaan opgekomen en niet van originaliteit ge speende wandelgang-benaming van 'testament' is overigens nogal misleidend. Een testament of laatste wil behelst immers één of meer wilsuitin gen van een overledene omtrent hetgeen na zijn of haar overlijden zal geschieden, wensen, die zo veel mogelijk gerespecteerd dienen te worden. Welnu, dat is in dit geval niet aan de orde. Wijlen de rca heeft er geen enkele behoefte aan 'over haar graf heen' te 'regeren'. Wat haar voor ogen zweefde was veeleer een soort 'aangeklede', in haar laatste jaarverslag (1995) te incorporeren of daaraan te annecteren thematische lijst van on derwerpen, die haar in de loop van haar vijfjarige bestaan intensief bezig gehouden hebben, die voorzienbaar ook in de komende jaren nog de aandacht zullen vragen en waaraan naar het ge voelen van de rca een hoge prioriteit dient te worden gegeven. Uiteraad kan en zal dit 'bood schappenlijstje' voor de zoeven bedoelde nieuwe (pre)adviseurs in 1996 en volgende jaren geen en kele bindende kracht bezitten. Het gaat veeleer om een soort 'aangevertjes' a prendre ou a laisser. Op de inhoud van dit 'testament' zij hier ter plaatse niet nader ingegaan. Daarvoor zie men het in 1996 verschijnende jaarverslag van de rcb/rca over 1995. Eén tipje van deze sluier moge evenwel reeds thans worden opgelicht: bovenaan dit prio riteitenlijstje zal een grondige evaluatie van de zgn. PivoT-methode prijken, die trouwens door de Staatssecretaris van ocw al in het vooruitzicht gesteld werd. In de laatste jaren van het bestaan van de rca kwam de problematiek van de selectie van archieven als gevolg van het in 1991 van start gegane en met zeventien miljoen gedoteerde pivoT-project van de rad steeds meer op de voorgrond te staan. Steeds duidelijker bleek in de door pivot bestreken praktijk van de vervaardi ging van ontwerp-selectielijsten van fundamente le verschillen van inzicht tussen de rad enerzijds en de rca anderzijds.18 Bij bijkans elke nieuwe, op de PivoT-methode gebaseerde ontwerp-selectielijst, die ter fine van advies aan de rca werd aangeboden, staken deze verschillen van inzicht opnieuw de kop op, het geen tot een tamelijk uitzichtloze herhaling van zetten en tot een zich al duidelijker aftekenende patsituatie dreigde te leiden19, eens temeer omdat bij de huidige departementale organisatiestruc tuur het gemis van een 'directie mma'2° met een in archiefzaken deskundige afdeling archiefbeleid, die juist in zo'n situatie een intermediërende rol zou hebben kunnen spelen, zich duidelijk doet gevoelen. In dit licht bezien is het daarom met het oog op de PivoT-problematiek misschien niet eens zo'n ongunstige gang van zaken, dat de rca van het adviestoneel is verdwenen. Hopelijk zal een nieu we commissie, opererend onder de banier van de nieuwe Raad voor cultuur, erin slagen om, de RCA-fakkel overnemend, de dialoog met de rad over 'pivot' nieuwe impulsen te geven en het met

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1996 | | pagina 11