en gebeurtenissen, die zich op dit deelgebied ma nifesteerden. Zo werd de rca wat die laatstbe doelde ontwikkelingen betreft onder meer gecon fronteerd met de 'affaires' van de bvd- en de iDB-archieven, alsmede met de intrigerende vraag of een partiële incidentele vernietiging van dos siers in zaken, de toelating of niet-toelating van vreemdelingen betreffende, al dan niet zou heb ben plaatsgevonden, plaats zou vinden, of zou dreigen plaats te vinden... Naar schatting - de jaarverslagen van de rca over de jaren 1993 tot en met 1995 zullen eerst in 1996 gepubliceerd wor den - heeft het aantal vergaderingen van Commis- sie-ni in deze vijfjarige periode een veelvoud van dat van de RCA-vergaderingen bedragen.11 De RCA is de leden van deze commissie12 dan ook een bijzonder grote dank verschuldigd voor het vele en qua uiteindelijk resultaat nu niet bepaald 'dankbare' werk, dat zij voor de rca verzet heb ben, zich met niet verflauwende alertheid door gi gantische paperassenstromen, die uitsluitend be trekking hadden op de veelzijdige problematiek van de selectie en vernietiging van archiefmateri aal, heenworstelend. Met deze 'vaste' subcommissies is het plaatje van het onder de rca ressorterende 'commissiewezen' overigens nog geenszins compleet. Naar mijn in druk vaker dan vroeger de Archiefraad, heeft de rca haar toevlucht moeten nemen tot het instel len van tijdelijke commissies, van commissies ad hoe uit haar leden ter voorbereiding van adviezen over gecompliceerde en/of 'specialistische' aange legenheden, die de rca niet rauwelijks in behan deling kon nemen. Dit was onder meer het geval bij de voorbereiding van de adviezen over de con servering van audiovisueel materiaal, over de zgn. MLG-bestanden, over de verzelfstandiging van de Rijksarchiefschool (ras) en over het voorontwerp van wet bijzondere bepalingen provincie Rotter dam. Doorgaans hadden de voorzitter of de vice- voorzitter van de rca de leiding van de beraadsla gingen in deze /w-commissies. Het secretariaat van alle vaste en tijdelijke com missies werd door de ambtelijke secretaris van de rca gevoerd, waaruit eens te meer blijkt, dat deze éénmansfunctie bepaald geen 'sinecure' was. In enkele gevallen 'assumeerde' de rca ter fine van de voorbereiding van adviezen over onderwerpen van gespecialiseerde aard een externe deskundige, die dan alleen daartoe gedurende één of meer ver gaderingen in het werk van de betrokken voorbe reidingscommissie participeerde. 7 Door de RCA uitgebrachte adviezen Het eerste door de rca qua talis uitgebrachte ad vies was dat van 2 juni 1990 inzake de ontwerp- vernietigingslijsten archiefbescheiden arrondisse- ments-rechtbanken, en raden van beroep en ambtenarengerechten (nr. 363), een tamelijk om- vangrijk en zeer substantieel advies, waarvan de voorbereiding reeds door de Archiefraad in het laatste jaar van zijn bestaan begonnen was. Als 'hekkesluiter' fungeerde het advies d.d. 21 decem ber 1995 inzake de ontwerp-selectielijst archiefbe scheiden beleidsterrein scheepvaart en maritieme zaken van het Ministerie van Verkeer en Water staat (nr. 453), de laatste van het reeksje 'postu me adviezen van de rca. Negentig adviezen in vijfjaren geeft een gemiddelde van 18 adviezen per jaar tegenover een gemiddelde van 17,2 per van de Archiefraad 111 zijn eén en twintigjarige be staan (1969-1989). '3 Daarbij dient overigens drieërlei aangetekend te worden. Onder de 362 door de Archiefraad geproduceerde adviezen zit ten de nodige kleintjes van amper één a ander halve pagina, die in het tijdperk van de rca am per meer voorkwamen.14 In de tweede plaats zijn die negentig RCA-adviezen nogal ongelijkmatig verdeeld over haar vijf bestaansjaren: na een be trekkelijk rustige start in de jaren 1990 en 1991 manifesteerde zich vanaf 1992 een opvallende stij- gmg vati de jaarlijkse aantallen adviezen, mede als gevolg van de aanzwellende stroom PivoT-pro- ducten (in 1992 nog deels semi-pivoT-produc- ten). Ten slotte dient er nog op gewezen te worden, dat het ressorteren van de rca onder de rcb met na me op het stuk van haar advisering zijn conse quenties had. Onderscheiden dient immers te worden tussen enerzijds de krachtens mandaat zij- [18] dens de rcb 'zelfstandig' door de rca uitgebrach te adviezen, zoals die betreffende selectielijsten, en anderzijds de advisering, die via de rcb plaats vond. Wat die laatstgenoemde categorie betreft dient dan weer onderscheid gemaakt te worden tussen enerzijds ongevraagde adviezen betreffende archiefzaken, die weliswaar door de rca geïni tieerd en geconcipieerd werden, maar die vervol gens, na door de rcb 'overgenomen' te zijn, door dit adviescollege op zijn naam uitgebracht wer den, en anderzijds andere gevraagde en onge vraagde RCB-adviezen het culturele erfgoed of enig onderdeel daarvan betreffende, waaraan de rca (evenals de andere afdelingen) meewerkte door preadvisering van de rcb.15 Uiteraard kunnen al die 90 zelfstandig uitge brachte adviezen hier ter plaatse niet de revue pas seren. Dat is ook niet nodig, want men kan ze in de gepubliceerde en nog te publiceren jaarversla gen van de rcb/rca nalezen.16 Uit dien hoofde zij hier ter plaatse volstaan met een greep illustrandi causa uit de 'zwaardere' ad viezen van de afgelopen jaren, waarvan verschei dene ook buiten de kring van de direct betrokke nen de aandacht trokken. In 1990 waren dat die inzake de archieven van de arrondissements-rechtbanken, de raden van be roep en de ambtenarengerechten (nr. 363), de me dische patiëntendossiers (nr. 366) en de conser vering en archivering van audiovisueel materiaal (nr. 365), in 1991 die over het aangekondigde voornemen tot incidentele vernietiging van per soonsdossiers van de bvd (nr. 368) en over het be leidsplan i990-'94 van de Rijksarchiefschool (ras; nr. 372). In 1992 adviseerde rca onder meer over het voorontwerp van een nieuwe Nota- riswet (nr. 391), over de ontwerp-vernietigingslijst waterschapsarchieven van na 1850 (nr. 393) en over de plannen tot verzelfstandiging van de ras (nr. 397). In 1993 onder andere over het contro versiële rapport 'Omslag in opslag' (nr. 403), over de door haarzelf geïnitieerde discussienota 'Ar chieven bewaren: cultureel investeren in de toe komst' (nr. 404), over de archiefrechtelijke bepa lingen in het ontwerp van een nieuwe Politiewet (nr. 405), over de ontwerp-vernietigings- en be- waringslijst met betrekking tot de BVD-archieven (nr. 412) en over de ontwerp-selectielijst provin ciale archief-bescheiden van na 1850 (nr. 415). In 1994 volgden adviezen over onder meer de ar chiefrechtelijke bepalingen in het voorontwerp van wet bijzondere bepalingen provincie Rotter dam (nr. 421), over het deskundigenrapport coör dinatieproblemen archieven in Europees verband (nr. 428) en (nogmaals) over de beoogde verzelf standiging van de ras (nr. 429), terwijl tegen het einde van dat jaar het substantiële basisadvies nr. 436 van de rca over het toekomstige beleid met betrekking tot. de selectie van archiefbescheiden uitkwam. In 1995 ten slotte adviseerde de rca onder meer. over de algehele herziening van het Archiefbesluit in verband met de nieuwe Archief wet (nr. 439), over de voorgestelde integratie van de Centrale Archiefselectiedienst (cas) in de Rijksarchiefdienst (rad) (nr. 440), over de plaats gevonden hebbende (illegale) vernietiging van de IDB-archieven (nr. 441), nogmaals over de selectie van de BVD-archieven (nr. 442), terwijl tevens een vervolgadvies op advies nr. 436 inzake de selectie problematiek tot stand kwam (nr. 443). 8 Ernstige congestie op het advise- ringstraject in de jaren 1994-1995 Ik heb mij weieens laten vertellen, dat een oude eik, die ten dode opgeschreven is, in de laatste herfst van zijn bestaan nog éénmaal overvloedig eikels afwerpt om aldus vlak vóór zijn sterven een maximale overlevingskans van zijn soort te creëren. Waar of onwaar, dit verschijnsel lijkt mij in overdrachtelijke zin bij uitstek van toepassing op de rca. In haar terminale fase van 1994 en 1995 ging zij letterlijken figuurlijk gebukt onder een veelheid van bepaald niet 'gemakkelijke' on derwerpen, waaromtrent deze moribunda moest adviseren binnen een met rasse schreden nade rende terminus ad quem. Het ongelukkige daarbij was, dat twee binnen de rca samenvloeiende toevoerstromen tot een ern stige congestie leidden. Enerzijds was daar de toe- [19 1

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1996 | | pagina 10