Bespreking van boeken
'Oude wijn in nieuwe zakken.
Machineleesbare gegevens en
archiefterminologie', nab 98
(1994) 126-128.
Zie over de 'status van de Hand-
leidingook W. E. Goelema, 'De
Handleiding: nieuwlichterij of
codificatie', in: P. Brood, red.
Respect voor de oude orde. Honderd
jaar Vereniging van Archivarissen
in Nederland (Hilversum, 1991)
61-72. Hierin ook: P. Horsman,
'Eeuwige roem. De van en de
archivistiek', 73-92.
In nab 55 (195°-Ï951) 107-116.
4 Documenten uit de tijd. Behouden
beheer van digitale informatie
('s-Gravenhage, 1993).
5 Op het terrein van de archiefbe-
heerprogrammatuur heeft zich
wel een mate van uniformiteit
afgetekend (abs, AskSam, e.d.).
6 Zie noot 4.
7 Het betreft een programma van de
firma Kv&van Alphen Informatica
Adviseurs bv te Woerden.
8 P.M. Toebak,'Het beheer van
semi-statische archieven. Verslag
van een studiedag', nab 91 (1987)
137-145; R. C. M. Jacobs, 'Gevol
gen van de verkorting van de
overbrengingstermijn. Verslag
van een studiedag', nab 93 (1989)
124-132; C.J. Heeren, 'De bewer
king van semi-statische archieven.
Een gemeentelijk praktijkvoor
beeld', NAB 96 (1992) 263-270,
P. M. Toebak, 'Die Inventur mo
derner Archive einer Gemeinde-
verwaltung. Bewertung, Beschrei-
bung, Ordnung und kassation in
Breda, in: Zweites Deutsch-Nie-
derlandisch-BelgischesArchivsym-
posion-Annalen (Brussel, 1993)
111-118.
[182]
Wilhelmina van Pruisen
C.J.M. EYMAEL, Inventaris van het archief van prin
ses Wilhelmina van Pruisen, 1751-1820 (1821), Den
Haag, 1994 [Inventarisreeks Koninklijk Huisar
chief nr. 1], 109 blz., isbn 90-802124-1-5.
Natuurlijk, het archief van prinses Wilhelmina van
Pruisen is bij lange na zo belangrijk en omvangrijk
niet als dat van haar echtgenoot, prins Willem v.
Toch is het zeker van betekenis. Door correspon
dentie die deze intelligente en energieke vrouw met
vele vooraanstaande personen in heel Europa voer
de, door haar actieve rol in de politiek van haar tijd
en door de wisselvalligheden die haar leven in an
cien régime, revolutie en restauratie kenmerkten, is
haar archief niet alleen rijk en verscheiden, maar
vormt het tevens een waardevolle aanvulling op dat
van de laatste stadhouder. Van het archief van prin
ses Wilhelmina werd in 1994 - als eerste in een reeks
van het Koninklijk Huisarchief - de inventaris ge
publiceerd.
Zoals gezegd was prinses Wilhelmina een vrouw
met een veelbewogen leven in een veelbewogen
tijdvak. Aangezien dit zich weerspiegelt in de door
haar nagelaten bescheiden, zou men van de inlei
ding in de inventaris meer mogen verwachten dan
de slechts drieënhalve paginas tellende levensschets
die de gebruiker nu wordt geboden. De zes fasen die
in Wilhelmina's leven kunnen worden onderschei
den - de jeugd in Berlijn (1751-1767), het leven aan
het stadhouderlijk hof in Den Haag (1767-1795),
de ballingschap in Groot-Brittannië(i795-i8o2) en
in Nassau (1802-1806), het verblijf op verschillende
plaatsen in Pruisen en elders (1806-1814) en de
laatste jaren in het Koninkrijk der Nederlanden
(1814-1820) - komen hierin onvoldoende tot ui
ting. Het is een tekortkoming die een goed begrip
van de aard en samenstelling van het archief meer
dan eens in de weg staat. Om één voorbeeld te noe
men: indien in de inleiding was vermeld dat het
stadhouderlijk paar in Groot-Brittannië de per
soonlijkegastvrijheid genoot van koning George in
in diens paleis Hampton Court en dat de prins en
prinses met hem en met talrijke leden van de Britse
koninklijke familie zeer vriendschappelijke betrek-
kingen onderhielden, dan zou dat de aanwezigheid
van de van hen afkomstige brieven in het archief
hebben verklaard (nrs. 137-146). De jaren na 1795,
met hun vele gecompliceerde verwikkelingen, krij
gen in deze inleiding trouwens toch al te weinig
aandacht, hetgeen opmerkelijk is daar de meeste
stukken in het archief juist op deze periode betrek
king hebben. Wat meer historische toelichting ware
daarom welkom geweest.
Hoewel Wilhelmina van Pruisen geen officiële rege-
ringsfuncties bekleedde, werd, gezien haar grote be
langstelling voor en bemoeienis met staatszaken,
toch gekozen voor een indeling naar persoonlijk en
openbaar leven, zo lezen we in de inleiding. Vrijwel
alle 648 nummers die het archief omvat, zijn daar
om ondergebracht in de twee hoofdbestanddelen
waaruit de inventaris bestaat, te weten de 'Stukken
van persoonlijke aard (1) en de Stukken betreffen
de haar openbare leven' (n). Daarnaast vormen
zes nummers die betrekking hebben op de commis
sie van nalatenschap het deel 'Gedeponeerd archief'
(m), terwijl vier nummers met uit andere archieven
afkomstige brieven het 'Aanhangsel' (iv) uitmaken.
Als bijlagen zijn voor een zestal archiefstukken cor-
respondentenlijsten opgenomen. De inventaris
wordt besloten met twee concordansen en een in
dex op namen van personen, instellingen, steden en
landen.
De gekozen tweedeling in persoonlijk en openbaar
leven is helaas weinig gelukkig. Deze noopt immers
tot selectie, wat vooral bij de vele correspondentie
die het archief bevat, nadelig uitwerkt. Er is daar
namelijk niet één ordeningscriterium gehanteerd,
maar twee: zowel afzender als onderwerp. Hierdoor
treffen we de aan prinses Wilhelmina gerichte brie-
[183