»enn/A 4 i S
rtf t
J- <i l /^pottenbakken
SKettvj, - biljart V fotograferen *3,%
|\o- i» 1
cabaret
^'raining J 3
'"O
aantal georganiseerde sportbeoefenaren. Deze aan
tallen illustreren duidelijk de belangrijke plaats van
het jeugdgebeuren in het maatschappelijk leven
direct na de oorlog. Bij de Jeugd Raad aangesloten
organisaties waren onder meer: Vrije en Katholie
ke Jeugd Beweging, Katholieke Arbeidersjeugd,
Nederlandse Padvinders, Nederlandse Gidsenbe-
weging, Hervormde- Doopsgezinde-, Lutherse-,
en Gereformeerde Jeugdraad, Nederlandse Pad-
vindsters Gilde, c.j.M.v., Arbeiders Jeugd Centra
le en groepen natuurvrienden.7
De amvj introduceerde voor jongeren voortdurend
nieuwe vormen van sociaal-culturele en sportactivi
teiten. Voor een deel werden deze activiteiten lang
zamerhand ondergebracht bij min of meer zelfstan
dige afdelingen. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de
sportclubs met een uitgebreid ledenbestand en met
een zekere mate van continuïteit in de activiteiten.
Er waren clubs voor biljart, muziek, hoorspel, to
neel, bridge, dans en fotografie. Bijzonder waren
ook de voorstellingen in de jaren dertig van films
buiten het bioscoopcircuit.
Naar buitenlands voorbeeld werd een groot centraal
verenigingsgebouw het middelpunt van de activi
teiten van de amvj. Ook had men personeel in
dienst. In het gebouw was woonruimte voor 100 le
den en er waren ruimtes voor allerlei activiteiten. Er
was zelfs een zwembad. Naast de eigen inkomsten
stond de gemeente garant voor de aanvullende geld
lening van het abp. "Wel eiste de overheid controle
op de exploitatie van het gebouw en het bestuur van
de organisatie.8 Het bestuur bestond uit commissa
rissen, curatoren voor geestelijke, verstandelijke, li
chamelijke en maatschappelijke ontwikkeling, di
rectie en secretarissen.
Maatschappelijk draagvlak
Notulen, mededelingenbladen en andere docu
menten geven een beeld van de organisatorische
ontwikkelingen. Het blijkt dat een groot deel van
de bestuurders en de directie-leden van het eerste
uur academische titels had en dat verschillende lei
dinggevenden als dominee werkzaam geweest wa
ren. Analyse van de gegevens van de leidinggeven
den kan inzicht geven in de ontwikkeling van het
maatschappelijk draagvlaken de achtergronden van
het particulier initiatief van de amvj. Ook leden
van de koninklijke familie behoorden tot de sym
pathisanten en schenkers
Over de leden zijn helaas slechts incidenteel gege
vens voorhanden. Op grond van een oppervlakkige
beoordeling van de inhoud van het maandblad kan
geconcludeerd worden dat de lezers van het mede
delingenblad zeker niet uit alle maatschappelijke la
gen afkomstig waren. De ontwikkeling van het le
dental van de amvj als geheel en van de afdelingen
is niet duidelijk. Aantallen zijn niet opgenomen in
de financiële jaarverslagen. In de eerste uitgave van
het maandblad werd een oplage van circa tweedui
zend genoemd. Het ledenaantal lag aan het einde
van de oorlog rond de 100 en groeide daarna explo
sief tot boven de 2000 in 19 5 o.9
In het archief zijn nauwelijks gegevens opgenomen
over het lot van de bestuurders, staf en leden en over
het voortbestaan van het bestuur en van de activitei
ten tijdens de Duitse bezetting en over de relatie tot
de bezetters. De verschillende gebouwen van de
amvj werden eerst door de Duitsers, na mei 1945
door de Canadezen in gebruik genomen.
In 1948 vond er een naamsverandering plaats van
de Amsterdamse Maatschappij voor Jongemannen
in de Algemene Vereniging voor Jongeren afdeling
Amsterdam. Ook meisjes konden nu lid zijn. Naast
de oorspronkelijk Amsterdamse vereniging ont
stond een Nationale Organisatie met autonome af
delingen in andere gemeenten: Rotterdam, Geleen,
Roosendaal, Blaricum, Laren.10
Verzelfstandiging van activiteiten
Na de oorlog veranderde de organisatie voortdu
rend. Het bleek niet langer mogelijk onder één dak
en binnen één organisatie sociaal-culturele activi
teiten voor de jeugd te ontplooien en tevens een
commercieel horecabedrijf te exploiteren (restau
rant, hotel, zalenverhuur). Daarom werd ter verbe
tering van het beheer een scheiding aangebracht
tussen de activiteiten van de vereniging en die van
[150]
Na de oorlog - en vooral in de jaren '60 - nam het
aanbod van activiteiten van de amvj sterk toe. Hier
een 'ludieke presentatie van het programma-aanbod
uit 1968
de horecaexploitatie in het gebouw. De inkomsten
uit het bedrijf kwamen voor een deel ten goede aan
de activiteiten van de vereniging. De activiteiten
werden aan het Leidseplein stopgezet toen de amvj
in 1973 buiten het centrum van de stad de beschik
king kreeg over een nieuw sportcentrum.
In de loop van de tijd ontstonden er binnen de ver
eniging vele afzonderlijke clubs met eigen voorzie
ningen die langzamerhand geheel zelfstandig wer
den.11 Ook de daarop volgende reorganisaties heb
ben geleid tot de oprichting van afzonderlijke
stichtingen met zelfstandige besturen. Het lidmaat
schap van de amvj van de in Genève gevestigde in
ternationale jeugdorganisatie ymca is vele jaren
onderwerp van interne notities en van gesprek ge
weest bij de leiding van de amvj. In 1964 stond de
amvj naar buiten toe, ondanks uitgebreide discus
sies over de christelijke grondslag, bekend als een
niet aan levensbeschouwing of staatkundige begin
selen gebonden jeugdorganisatie.12
Het AMVJ-archief
Het AMVJ-archief is oorspronkelijk geen gestructu
reerde eenheid, maar bestaat uit een samenvoeging
van op verschillende plaatsen door verschillende
functionarissen gevormde bestanden. Niet van alle
archiefvormers zijn bestanden bewaard gebleven.13
Hoofdarchiefvormers waren de secretarissen van
het hoofdbestuur, van commissies en, incidenteel,
van afdelingen, van club(je)s en van stafleden in en
buiten het hoofdgebouw en van diverse bestuursle
den op hun huisadressen. Ieder ordende zijn of haar
bestand naar eigen inzicht met alle gevolgen van
dien. Bij de archiefvorming werd nauwelijks een
scheiding gemaakt tussen de zelfstandig archiefvor
mende organisatie-onderdelen.
[151]