ArchlvalienaustauEch zwiechen dem Deutschen Reich unci den Nlederlamien. Ab crab en niederlandlacher Archive. I. Bereite zur VerfüKung Kestelltc Archivallen. a. Dux-ch Ab^abe. Lfd.Hr. B 1 Datura d.Abg. T' Abgebcndes Archiv Allgeraeixu Reichsar- chiv Den Haag Inl'ialt der Abgabe Rnapf angend Archiv a) Alt en dea bran denburg inch©n Agen ten Matthias Roras— winckel (1648 - 1681) (1? Bande) Geheinuees Etactsar- chiv Ber- liu~Dahlera b) Rest der lung "van Bpaen. c) Stueke aus der bammlung Beeldsnii - der ven Voshol (17 Nummer» von 157& 18J4) d) Versprencte Stücke (1379 - 1814) Bemcrkungen Vgl.Schrel- ben voza 2» Oktober 1940 - Nr. 4145 ADD. K.W. B 2 Heichser- chiv Arn- heiffi a) 675 Urkunuen lu- Staataar- Vom Reicbs- xembux-gischer Her- chlv Luxemf archiv Arn- "cunft auR der Ze it burg. helm bereifc von 1234 - 1585s gestellt. die la Erbgang in dau Archiv der Gra den von Culeaborg gelangt sind. b) Archivalien der Brafschaft Waldeck. Staatsar- chlv Mar burg. wie vor. -2- [63] Gedeelte van een lijst met geruilde archivalia (i 941). ara 2.14.03, inv. nr. 1 [62] Politieke bedreiging De Rijksarchieven ressorteerden onder het depar tement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen (okw). Secretaris-Generaal was tijdens de be zetting de Duitsgezinde dr J. van Dam. Het depar tement kreeg ook een nieuwe naam: Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming (owe). Ge durende de oorlogsjaren was mr R. Bijlsma (1880- 047) Algemeen Rijksarchivaris. In mei 1937 had de Raad van Ministers de zogenoemde 'Aanwijzin gen' opgesteld.10 Deze gaven een richtsnoer voor de houding die overheidsfunctionarissen in geval van een vijandelijke inval dienden aan te nemen. Deze 'Aanwijzingen' kwamen er kort gezegd op neer dar men zijn taak moest blijven vervullen zo lang dit in het belang van de bevolking was en neer te leggen als men in strijd zou komen met de trouw aan eigen land. Dit vereiste een voortdurende af weging. De nieuwe situatie stelde de Rijksarchie ven en de Algemeen Rijksarchivaris in het bijzon der, voor moeilijke beslissingen. Om te beginnen werden de archieven onder Duits toezicht gesteld. Bovendien waren en werden er op enkele belang rijke posten NSB-ers benoemd. Het meest bedrei gend was echter dat het genealogisch onderzoek dienstbaar werd gemaakt aan de nationaal-socialis- tische ideeën van 'raszuiverheid' en de jodenver volging. Dit zijn drie aspecten van de politieke be dreiging. Een beschrijving van de gebeurtenissen op kasteel Cannenburgh geeft een beeld van de re latie tussen de bezetter, Nederlandse nationaal-so- cialisten en de archiefdienst in de laatste fase van de oorlog en direct daarna. Op deze vier aspecten gaan we hierna dieper in. Toezicht door dr Vollmer De Nederlandse Rijksarchieven werden in juli 1940 als het ware onder curatele gesteld. Dr Bern- hard Vollmer (1886-1958), archivaris in Düssel- dorf, werd benoemd tot leider van het Deutsches Archivamt in den Niederlanden.11 Hij was verant woording schuldig aan dr F. Wimmer, Generalkom- missarfür Verwaltung undJustiz. Van 1941 tot zo- mer 1943 werd Vollmer geassisteerd door Karl Puchner, de overige tijd was hij de enige vertegen woordiger in Nederland. Men streefde naar samen werking tussen de Duitse archieven en die in de be zette gebieden. De leider en drijvende kracht hier achter was dr Ernst Zipfel (1891-1966), Generaldi- rektor der preuszischen Staatsarchive. Zipfel wilde het aanzien van de (Duitse) archivarissen verhogen Zij moesten zich niet langer als hulpkrachten laten gebruiken, maar waren de gelijken van hoogleraren geschiedenis, zo was zijn opvatting. De archieven, en daarmee de archivarissen, zouden echter door de programmas die Zipfel ontwikkelde, ook ingezet worden voor de nationaal-sociaiistische belangen. Er vond een verstrengeling plaats van archieftech- nische en politieke aspecten. De doelstellingen van archiefonderzoek in Duitsland en de bezette gebie den ten aanzien van West- en Oost-Europa waren verschillend. Het Westprogrammhield in: ...die neuen Erwerbungen sowie das neue politische Verhdltnis des Reiches zu den west- lichen Vólkern historisch zu unterbauen (und) die deutschen Ansprüche aus der Ge- schichtezu rechtfertigen. terwijl het Ostprogramm ten doel had: ...aus der Geschichte den Nachweis zu brin- gen, dasz alles höhere Leben im Ostraum deutschen bzw. nordischen Ursprungs ist und dasz die slawischen Völker selbst der ordnen- den Hand des deutschen Menschen bedürfen, umzu Ruhe und Wohlstand zu ge langen. Voor het gehele door Hitler-Duitsland beheerste gebied, was natuurlijk het opsporen van joden en andere minderheden en van tegenstanders van het régime een zaak waarbij uit archieven belangrij ke informatie kon worden verkregen. Het ging bij de onderzoeksprogramma's dus enerzijds om het legitimeren van annexatie en bezetting, dus het aantonen van rechten; anderzijds betrof het ook Volkstumsanalyse en opsporing van politieke te genstanders en bewijzen van al dan niet 'arische' afstamming, dat wil zeggen het verzamelen van ge gevens over personen. Hierbij moet worden aange tekend dat Zipfel via de overkoepelende archief dienst weliswaar archieven (en bibliotheken) wilde gebruiken, maar zich verzette tegen toeëigening van stukken door inbeslagneming of roof.12

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1995 | | pagina 4