Archiefwet en openbaarheid Een onderzoeker en de WOB Ervaringen met de Wet Openbaarheid van Bestuur dr Cees Wiebes dit onderwerp van het Nederland se ministerie van Buitenlandse Zaken ter inzage te krijgen. 22 Gerechtshof Amsterdam, arrest 8 juli 1993, rolnummer 235/91 kg (met dank aan mrj. van Kleef, algemeen secretaris van de Advies commissie voor Vreemdelingen zaken); De Volkskrant, 13 augustus 1993: 'Hof acht publicatie geheime gegevens over vreem delingenbeleid onrechtmatig. Geograaf misbruikte vertrouwen.' [116] 'Archiefregimes' In mijn onderzoekswerk binnen de wereld van ar chieven heb ik mij, als part-time universitair do cent van de Vakgroep Internationale Betrekkingen en Volkenrecht bij de Universiteit van Amsterdam, de laatste jaren voornamelijk beziggehouden met wetenschappelijk onderzoek op een tweetal terrei nen. Allereerst de buitenlandse politiek en het na tionale veiligheidsbeleid van Nederland. De af gelopen twaalf jaar heb ik als politicoloog op dit gebied onderzoek verricht in binnen- en buiten landse overheidsarchieven hetgeen onder andere resulteerde in een dissertatie waarin een vergelij king tussen het Nederlandse en Belgische veilig heidsbeleid tussen 1940 en 1949 en de besluitvor ming rond de deelname aan het Noordatlantisch verdrag centraal stond. Dit proefschrift, geschreven met mijn collega Bert Zeeman, was voornamelijk gebaseerd op mul tinationaal archiefonderzoek in die landen die bij de totstandkoming van de navo waren betrokken. U zult zich kunnen voorstellen dat een dergelijk onderzoek mij in aanraking heeft gebracht met een veelheid aan verschillende archiefregimes. Zo heeft de Engelse of buitenlandse onderzoeker in Groot Brittannië te maken met een strikte dertig jaren grens waar door geen enkel ministerie of in stantie van afgeweken wordt. Ook het proces van vrijgave van documenten verloopt veel problema tischer en de hele archiefcultuur in Engeland is ook veel 'stijver' vergeleken met ons land. In relatie met het Britse archiefwezen is de volgende uitspraak dan ook zondermeer van toepassing: Secrecy Is like Calcium build into the civil servants bones De contacten tussen het Britse Algemeen Rijksar chief (het Public Record Office) en de verschillen de ministeries verlopen ook veel moeizamer dan in Nederland. De hiërarchie is in Londen ook vol strekt anders. Om nog een voorbeeld te geven: dos siers die bijvoorbeeld reeds bij het Public Record Office waren gedeponeerd maar tijdelijk zijn over gebracht naar een ministerie kunnen op het be treffende departement vaak langdurig blijven lig gen en zijn dan niet te raadplegen. Vergelijkbare si tuaties doen zich in Den Haag ook wel eens voor maar een telefoontje vanuit het ara naar het be wuste ministerie of instituut is meestal voldoende en de onderzoeker kan vaak spoedig de door hem of haar verlangde dossiers inzien. In Londen zullen echter weinig medewerkers van het Public Record Office bereid gevonden worden om een dergelijk telefoontje te plegen. Slechts na de grootst moge lijke druk van de zijde van de buitenlandse onder zoeker is men daar, meestal mokkend, toe bereid. De onderzoeker en de WOB Behalve een confrontatie met diverse archiefregi mes brengt een onderzoeksterrein als het buiten landse en defensiebeleid van Nederland de onder zoeker natuurlijk ook al gauw in aanraking met de wob. Als wetenschapper krijgt men reeds snel te maken met vraagstukken die van direct belang zijn ["7]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1995 | | pagina 31