Archiefwet en openbaarheid
'Heeft Zandvoort wat te verbergen?'1
Archieven en openbaarheid in de praktijk
S.F.M. Plantinga
11 F. C. JKetelaar, 'Quis custodier
custodientes?', nab 88 (1984)
89-91'De archivaris en de leven
den', nab 89(1985) 119-121;'Qui
desideratpacem',nab 90(1986)
97-102.
12 F. C. J. Ketelaar, 'Openbare regis
ters. Poging tot inventarisatie',
Weekblad voor privaatrecht, notaris
ambten registratie 102 (1971)
nr. 5114; G.T. de Jong, Registers,
risico en goede trouw (Arnhem,
1988).
13 F. C. J. Ketelaar, 'Clio's blinddoek -
privacy in publieke archieven
in: Mededelingen Provinciaal
Utrechts Genootschap van Kunsten
en Wetenschappen(\<)yT) 4I"5°>
F.C.J. Ketelaar, 'Privacybescher
mingenvernietiging', Gens Nostra
47 (1992) 398-402; E. Ketelaar,
'Archives of the people, by the
people, for the people', S.A. Argief-
blad/s.a. Archives Journal 34
(1992) 5-16.
14 Hoge Raad 15 april 1994 (Valken
horst), Nederlandse Jurispruden
tie 1994 nr. 608.
15 H. Vuijsje, Mens, erger je niet.
Privacybescherming en wetenschap
pelijk onderzoek ('s-Gravenhage,
1992).
16 Vuijsje, 61.
17 Het onderzoek is voorts slechts
mogelijk voor zover de betrokken
patiënt tegen een verstrekking van
gegevens niet uitdrukkelijk be
zwaar heeft gemaakt.
18 H. MacNeil, 'Defining the limits
offreedom ofinquiry: the ethics of
disclosing personal information
held in government archives',
Archivaria 32 (Summer 1991) 139;
H. MacNeil, Without consent. The
ethics of disclosing personal informa
tion in public archives (London,
1992) 160-161.
19 MacNeil, Defining, 140; MacNeil,
Without consent, 164-166.
20 L.W. Nauta, Argumenten voor
een kritische ethiek (Amsterdam
1980)20
21 Terry Cook, The archival appraisal
ofrecords containing personal infor
mation: a ramp study withguideli-
nes( Parijs, 1991).
22 Machineleesbare gegevensbestanden.
Rapport fase iprobleemstelling
('s-Gravenhage, 1992) 44;
W. D. Küller, Van de selectie van
papier naar de selectie van hande-
lingen ('s-Gravenhage, 1992) 17.
23 G. Aalders,'Het archief over de
oorlog is een mijnenveld', in; De
Volkskrant d.d. 4 mei i994>
24 Cook, 44.
25 MacNeil, 174.
26 Nieuwsvan Archieven 12 (1993)
241-245.
27 MacNeil, Defining, 143-144; F.
Kuitenbrouwer, Het recht om met
rust gelaten te worden. Over privacy
(Amsterdam 1991) 25-26.
28 MacNeil, Without consent, 185 e.v.
29 J. Holvast, 'Archief en privacy', in:
M. Beekhuis - B. de Graaff (red.),
bvd -dossiers vernietigdHet selec
tiebeleid t.a.v. persoonsdossiers be
rustend bij de overheid ('s-Graven
hage, 1991) 37. Zie Ketelaar,
'Clio's blinddoek' (hierboven
noot 12).
30 Zie de 'Standards of professional
conduct' van de American Histori
cal Association, in: Perspectives,
september 1987,4-6.
[108]
De taak van de archivaris
Sinds de verschijning van een boek over de jonge
Francois Mitterand en een uitgebreid televisie-in
terview met de Franse president in september afge
lopen jaar over hetzelfde onderwerp, is in Frank
rijk de discussie over het Franse verleden in de
Tweede Wereldoorlog weer fors opgelaaid.
Sonia Combe beschuldigt in haar onlangs ver
schenen boek Archives Interdites. Les peurs fran^cii-
ses face a l'histoire contemporaine (de titel vertelt al
veel over de inhoud) zo n beetje alle archivarissen
en beroeps-historici er van in één groot gemeen
schappelijk complot de toegang tot de archieven
uit deze tijd voor buitenstaanders, niet-leden van
de universitaire en intellectuele club, potdicht te
houden. De archivarissen worden afgeschilderd als
de verschrikkelijke waakhonden ten dienste van de
bestuurlijke elite; zij hanteren volgens haar metho
den, die alleen maar in totalitaire staten terug te
vinden zijn. klaar beschuldigingen worden na
tuurlijk door de archivansen en de beroepshistori
ci fel van de hand gewezen.2
Van tijd tot tijd duiken ook in andere landen zoals
in de usa en in Nederland min of meer gelijke be
schuldigingen op. Zo kopte op 15 maart jongst
leden het Algemeen Dagblad: 'Oorlogsarchieven
blijven dicht. Vooral kleine gemeenten houden ver
leden liever geheim.' Met name Zandvoort werd
in dit artikel als kwalijk voorbeeld gegeven, kket
College van Burgemeester en Wethouders bleek in
1992 besloten te hebben om gevoelige informatie
uit de oorlog tot nader order geheim te houden', al
dus het ad. In deze tijd van herdenkingen was dit
gegeven klaarblijkelijk niet alleen koren op de mo
len van journalisten, maar ook van politici, gezien
de Kamervragen hierover van twee politieke partij
en aan de Regering. Enige dagen later berichtte het
Haarlems Dagblad dat men in Zandvoort het hui
dige beleid wilde versoepelen om niet het 'negatie
ve imago te versterken'.3
NRC-Handelsblad van 18 maart 1995 bevatte op
de opiniepagina een uitgebreide klacht van twee
historici over de behandeling die zij genoten en
nog steeds genieten bij het Ministerie van Algeme
ne Zaken naar aanleiding van hun verzoeken om
informatie over de inmiddels opgeheven Inlichtin
gen Dienst Buitenland. Zij voelen zich overgele
verd aan de nukken van de bureaucratie.
Kennis is macht, en de overheid wil op deze manier
haar louche zaakjes en haar belangen uit de publi
citeit houden, zo luidt in dit soort gevallen vaak de
beschuldiging. Men vreest opschudding bij het
openbaar maken en bekend worden van gegevens
uit de dossiers.
Mij is gevraagd een bijdrage te leveren aan deze stu
diemiddag over openbaarheid en archieven door
enige regelgeving, Archiefwet en Wet Openbaar
heid van Bestuur, in de praktijk te behandelen. Het
onderwerp is niet van belang ontbloot omdat bin
nen afzienbare tijd een nieuwe Archiefwet in wer
king zal treden, waarna de archivaris meer en meer
geconfronteerd zal worden met jonge', recentere
[109]