Beroepsethiek
werkingtreding van die bepaling, 27 jaar geleden,
is de sanctie in het algemeen rijksarchief in Den
Haag slechts tweemaal toegepast, op honderd tot
tweehonderd aanvragen per jaar om raadpleging
van beperkt-openbare archieven!
Deze onderzoekersverklaring is de derde be
schermende laag van regulering van het verstrek
ken en openbaarmaken van persoonsinformatie.
De vierde laag van privacybescherming wordt ge
vormd door de fysieke en logistieke maatregelen
die de archiefdienst neemt om te voorkomen dat
persoonsinformatie aan onbevoegden ter inzage
wordt gegeven: bewaring in beveiligde archiefde
pots (soms bovendien in afgesloten kasten), goede
aanvraag- en uitleenprocedures, een archiefbe
heerssysteem (zoals Archeion) dat signaleert wan
neer een archiefbestanddeel niet zonder meer aan
een onderzoeker kan worden verstrekt, enz.9
Aan deze vier vormen van bescherming - wet, ver
klaring van overbrenging, onderzoekersverklaring
en logistiek - hebben archivaris en onderzoeker
houvast. Maar niet helemaal.
Want de eerste drie beschermende lagen bestaan
voor een deel uit elastiek, uit rekbare bepalingen.
Immers, hoe wordt op de eerste en de tweede laag
'eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer' inge
vuld, hoe weegt men af het belang van de beper
king van de openbaarheid van persoonsinformatie
tegen het belang van de onderzoeker die om dis
pensatie vraagt, hoe toetst men op de derde laag of
'de belangen van nog levende personen onevenre
dig kunnen worden geschaad'?
Daarmee bereiken we de vijfde laag, het niet for
meel-juridisch omlijnde gebied: het terrein waar
slechts de beroepsethiek een gids kan zijn, al wor
den de grenzen bepaald door de rechter en de wet
gever.10 Voor de ethiek heb ik een jaar of tien gele
den in mijn jaarredes als voorzitter van de van
aandacht gevraagd." Ethisch verantwoord hande
len vraagt geen afweging tussen goed en kwaad,
maar van het ene goed met het andere. Door voor
ethische vragen telkens weer eikaars aandacht te
vragen, bouwen we de weerbaarheid op die nodig
is om, als het erop aankomt, een ethisch juiste keu
ze te doen.
Voordat persoonsinformatie wordt overgebracht
naar een archiefbewaarplaats - die bestemd is voor
openbare archieven - moet nagegaan worden of de
persoonsinformatie van dien aard is dat het ver
strekken en openbaarmaken een ontoelaatbare in
breuk op de privacy zou kunnen opleveren. Niet
alle persoonsinformatie is immers te beschermen in
formatie. Denkt u aan de openbare registers (die
ook in de wpr zijn uitgezonderd)12. In samen
spraak met de archiefvormer zal de archivaris de
persoonsinformatie moeten keuren, moeten waar
deren.1? En indien wordt vastgesteld dat het in
derdaad om privacygevoelige persoonsinformatie
gaat, moet vervolgens worden beoordeeld of het
gebruik ervan na afloop van de overbrengingster
mijn toelaatbaar is en, zo ja, onder welke voor
waarden. Een dubbele toets dus: waardering van
de persoonsinformatie en inschatting van de risi
co's.
Over dat laatste nu eerst. Privacy is een grond
recht. In een concreet geval kan het worden afge
wogen tegen andere grondrechten en belangen,
bijvoorbeeld tegen het recht van een persoon om
zijn of haar afstamming te kennen.14 Het Verdrag
van Rome laat inmenging slechts toe indien dit in
een democratische samenleving noodzakelijk is 'in
het belang van de nationale veiligheid, de openba
re veiligheid of het economisch welzijn van het
land, het voorkomen van wanordelijkheden en
strafbare feiten, de bescherming van de gezond
heid of de goede zeden of voor de bescherming van
de rechten en vrijheden van anderen'.
Historisch onderzoek is daar niet bij. In me-
disch-wetenschappelijk onderzoek kan men de
met het onderzoek beoogde verbetering in de ge
zondheidszorg taxeren en afwegen tegen de in
breuk op de privacy van het individu. Dat speelt
bij epidemiologisch onderzoek, maar ook bij me
dische erfelijkheidsadviezen en het opsporen van
familieleden die een eventueel verhoogd risico
hebben op het krijgen van kinderen met een erfe
lijke ziekte of aandoening.
[104]
Mens, erger je niet is de titel van een rapport dat
Herman Vuijsje, op verzoek van het ministerie van
Onderwijs en Wetenschappen, schreef over priva
cybescherming en wetenschappelijk onderzoek.1?
In sociaal-wetenschappelijke en sociaal-medische
kring is men beducht dat het vereiste van toestem
ming van burgers zal leiden tot verminderde va
liditeit en objectiviteit van de uitkomsten van we
tenschappelijk onderzoek. Onderzoek naar regio
nale kankersterfte is 'overgeleverd' - de term is
nb van de plaatsvervangend voorzitter van de
Registratiekamer -1aan de individuele toestem-
ming van patiënten, waardoor de representiviteit
in gevaar komt. Daarin moet de Wet Geneeskun
dige Behandelingsovereenkomst (wgbo) voor
zien. Deze wgbo laat uitzondering op het toe
stemmingsvereiste toe ten behoeve van statistiek of
wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de
volksgezondheid, mits dit onderzoek een alge
meen belang dient en niet zonder de betreffende
gegevens kan worden uitgevoerd.Een utilitaris
tische benadering waarin de risico's voor het in
dividu minder zwaar wegen dan de baten van het
onderzoek.18
Maar voor zo'n risico-baten analyse leent histo
risch onderzoek zich niet. Een alternatief is door
de Amerikaan Herbert Keiman voorgesteld.19
Daarbij tellen niet de risico s van de gevolgen van
het onderzoek, maar de risico's van het onderzoek
zelf. Beoordeeld moet worden of het onderzoek
dat van persoonsinformatie gebruik maakt, in
overeenstemming is met de menselijke waardig
heid. Menselijke waardigheid in Kantiaanse zin:
de mens kan door geen ander mens als enkel mid
del, maar moet steeds als doel gebruikt worden.
Handel zo, aldus Kant, dat het principe van uw
handelen kan worden tot een algemene wet. Of,
huiselijker gezegd, wat gij niet wilt dat u geschiedt,
doet dat ook een ander niet.20
De test bestaat dan uit twee vragen: welk risico
loopt de menselijke waardigheid door openbaar
making van vertrouwelijk meegedeelde gegevens?
Is dat risico aanvaardbaar, in het licht van een te
identificeren voordeel voor het individu of voor de
samenleving? Deze 'Kelman-test' zou afgenomen
moeten worden voordat de persoonsinformatie
naar een archiefbewaarplaats wordt overgebracht.
Als de antwoorden ontkennend zijn - wat zelden
zal voorkomen - zullen de dossiers vernietigd moe
ten worden. Zelfs het verzegelen voor een bepaalde
tijd zou dan onjuist zijn, omdat immers altijd de
mogelijkheid van dispensatie en dus van afweging
van belangen zou blijven bestaan voor gegevens die
de Kelman-test niet doorstaan hebben. Vaak zal
echter de test leiden tot een genuanceerd ant
woord. Men komt dan tot de conclusie dat gebruik
van de persoonsgegevens in overeenstemming met
de menselijke waardigheid kan zijn, indien aan be
paalde voorwaarden wordt voldaan. Dan komen
we toe aan de tweede toets, de waardering van de
persoonsinformatie en van de wijze waarop deze
gebruikt wordt.
Daarbij zou, naar mijn mening, in de toekomst
gebruik gemaakt moeten worden van een model
voor de waardering van persoonsinformatie in
overheidsarchieven, ontwikkeld door de Canadees
Terry Cook - een van de top-tien archiefgeleerden
in de wereld.-1 Zijn model, bedoeld voor de selectie
van persoonsinformatie, kan ook een rol spelen bij
het gebruik van persoonsinformatie, na en naast de
ethische Kelman-test die ik zoeven noemde. Cook
concentreert zich op de interactie tussen overheid
en burger, waarvan de persoonsinformatie de neer
slag is. Het waarderingsmodel gaat uit van drie sa
menhangende factoren: the programme, the agency,
the citizen.
The programme, het overheidsbeleid, is het doel, de
idee, zelfs de ideologie van een bepaalde overheids
taak, een geheel van samenhangende handelingen
van de overheid.22 Die liggen deels vast, maar vaak
is er een verschil tussen de bedoeling en de werke
lijkheid. Denkt u maar aan uw eigen belastingaan
gifte. Hoe groter de kloof tussen de regel en de toe
passing, des te belangrijker is de persoonsinforma
tie die bij de uitvoering van het overheidsbeleid is
verzameld.
De aard van het overheidsprogramma, van de
overheidshandelingen, heeft invloed op die van de
persoonsinformatie. Gaat het om een geformali
seerd, een genormeerd proces, met weinig of geen
mogelijkheid voor de overheid of de burger om de
informatie te variëren - of zelfs in het geheel geen
informatie te verstrekken? Komt de informatie van
[105]