YS0 /2-710 —11 [95] waarna de uitgaven volgen. Bij kleine gasthuizen staan binnen deze twee afdelingen de posten vaak zuiver chronologisch. Naarmate het gasthuis gro ter wordt, neemt de neiging om hoofdstukken te vormen toe. De volgorde van de (sub)hoofdstuk- ken blijft vaak eeuwen lang onveranderd. Oudere rekeningen kennen vaak zeer lange hoofd stukken met allerhande uitgaven. De onderzoeker kan hier van alles en nog wat in tegenkomen. Een bezwaar is de tijd die het kost om deze hoofdstuk ken door te nemen. Het komt nogal eens voor, dat men de renten indeelt in hoofdstukken die corre sponderen met de ouderdom van de rente, waarbij de oudste renten het eerst aan de beurt komen. In de loop van de achttiende eeuw werd de reke ning steeds systematischer ingedeeld. Tijdens de Bataafs-Franse periode en soms al eerder introdu- Gedeelte van de afsluiting van de rekening over het boekjaar 775(57 (per 24 juni) van het Groot Zieken- gasthuis te 's-Hertogenbosch. Goed is te zien dat uitga ven bestonden uit contant geld, rogge en boekweit. Bij dit gasthuis werden de natura-goederen ten dele niet eens verantwoord en voor zover dat wel gebeurde, wer den ze niet in geld omgerekend. Dit vormt, vanuit ons standpunt gezien, een belemmering om inzicht te krij gen in de financiële positie van de instelling. Maar misschien moeten we daar anders tegenaan kijken, zie: Th. H. P.M. Thomassen, 'Delegatiearchieven: een ein deloze zaak', nab pp (ippfio. Stadsarchief's-Herto- genbosch, Archief Groot Ziekengasthuis ceerde men voorbedrukte formulieren, hetgeen de rentmeester of zijn klerken tot standaardisatie dwong. Deze drang tot systematisering lijkt mij ty perend voor de achttiende eeuw en maakte de re- [94] keningen veel inzichtelijker. Helaas ging dit ge paard met een versobering. Middeleeuwse reke ningen zijn sterk verhalend van karakter met uit voerige, volgens onze opvattingen niet ter zake doende details. De versobering ging vaak gepaard met een neiging tot cumulatie. Bepaalde vaste uit gaven zoals aanschaf van materialen en uitbetaalde lonen werden bijeengeteld en als één post opge voerd. Voor bijzonderheden werd verwezen naar de bijlagen. Deze zijn echter niet altijd bewaard of nog niet ontsloten. Raadpleging ervan pleegt tijd rovend te zijn. 3 Interpretatie en betrouwbaarheid Hoewel gasthuisrekeningen veel gebruikt worden als historische bron, zijn kritische beschouwingen erover zeldzaam.3 Destijds werden de rekeningen door de regen ten gebruikt als toetsingsinstrument voor hun fi nanciële beleid. Slechts de afhorende instantie, veelal het stadsbestuur, kreeg inzage in deze stuk ken. Er was derhalve weinig reden om de gegevens te (de)flatteren. Af en toe werd er door de rent meester of een klerk gefraudeerd. Inkomsten wer den dan verzwegen en uitgaven opgevoerd die (nog) niet waren gedaan. Het kwam nogal eens voor dat frauduleuze praktijken aan het licht kwa men bij het overlijden van een comptabele. Dit leidde ook wel eens tot procedures. Bij het verzamelen van prijzen en pachten moet de onderzoeker verdacht zijn op het voorkomen van gunsttarieven', die in verband met persoonlijke re laties of om andere redenen werden toegekend. Bij lonen dient te worden nagegaan, of zij met of zon der kost en inwoning zijn en speciaal in het geval van administratieve werkzaamheden hoe hoog de emolumenten (schrijfgelden, leges e.d.) waren. Voor meer bijzonderheden verwijzen we naar de li teratuur over loon- en prijsgeschiedenis.4 Twee specifieke problemen verdienen afzonderlij ke aandacht, namelijk maten en gewichten en de muntsoort. Voor maten en gewichten kan worden verwezen naar het boek van Verhoeff5, maar dit werk is onvolledig. Het wordt tijd dat er een nieu we verbeterde en uitgebreide uitgave verschijnt. Voor de monetaire problematiek kan verwezen worden naar de relevante literatuur. Steeds dient te worden gelet op het verschil in rekenmunt en cou rante munt. In de rekening wordt doorgaans met een rekenmunt gewerkt, die dan weer gekoppeld is aan een lopende munt zoals de gulden of de stui ver. In de aanhef van de rekening wordt altijd ver meld, hoe er gerekend is. Narekenen ter controle kan geen kwaad. Een valkuil, zeker voor de kwantitatief ingestelde onderzoeker, vormen de onzichtbare geld- en goe derenstromen. Niet alle geld- en goederenstromen werden in de rekening of de boekhouding opge voerd. Kleine inkomsten, die de rentmeester uit gewoonte of nadat hem dit was toegestaan, voor zichzelf reserveerde, werden vaak niet geboekt. Ook de produktie van goederen in het huis en de daaraan bestede arbeid en materialen werden lang niet altijd (volledig) in de rekening opgenomen. 4 Vindplaatsen De meeste gasthuisrekeningen bevinden zich thans in de gemeentearchieven, ofwel omdat het archief van de instelling aan het gemeentearchief in bruikleen is gegeven ofwel omdat het bestuur van het gasthuis verplicht was een exemplaar van de rekening in het stadsarchief te deponeren. Een enkele keer komt het nog voor, dat het gasthuis of zijn opvolger het archief in eigen beheer heeft (voorbeeld: Grave). In Middelburg berusten de ar chieven van de stedelijke Godshuizen op het Rijks archief aldaar. De bron wint aan waarde, wanneer de series (bij na) volledig zijn. Rekeningen van vóór 1400 zijn zeer zeldzaam. Van her Zutphense Oude Gasthuis is een serie rekeningen bewaard gebleven (met hia ten) die aanvangt in 1416/17. Bij het te Grave ge vestigde St. Catharinagasthuis vangt de serie aan in het jaar 1447. Na 1500 worden (bijna) complete series gasthuisrekeningen talrijker.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1995 | | pagina 20