i Dr B. Vollmer. Foto: Staatsarchief Nordrhein- Westfalen te Diisseldorf archief te Assen, te weten het archief van de drost van Lingen, een plaatsje vlak over de Duitse grens6). Ook tussen Duitse en Nederlandse biblio theken hebben zich enige uitwisselingen voorge daan. Reeds in juli 1940 komen bij Zipfel Kommissar für den Archivschutz en verantwoordelijk voor het beheer van de in de bezette gebieden aangetroffen archieven) op zijn verzoek de eerste aanvragen van Duitse archieven voor archivalia in Nederland bin nen (daaruit blijkt ook dat men redelijk op de hoogte is van wat zich hier te lande bevindt). Zo bestelt het Staatsarchief te Wiesbaden een flinke lijst, voornamelijk uit het Koninklijk Huisarchief. Hoe de uitwisselingsverhoudingen zouden komen te liggen, blijkt ondubbelzinnig uit het volgende citaat, behandelend de Wiesbadense contrapresta tie: Verglichen mitden Urkunden undAkten, die vom Hausarchiv zurückzufordern sind, ist es die kleinere Bestand.'7 Aanvragen van Nederlandse archiefinstanties wor den echter op hun beurt vaak niet gehonoreerd, zoals in het geval van de aanvraag van het Rijksar chief te Leeuwarden van de stukken betreffende het Friese erfstadhouderschap van de hertogen Al- brecht en Georg van Saksen uit het Staatsarchief te Dresden.8 De instelling die het meest te vrezen had van een eventuele 'uitwisseling', was echter het Ko ninklijk Huisarchief. Japikse en de uitwisseling In 1941 wordt het dan versterkt met de Beierse ar chivaris en militair dr Karl Puchner.? Deze krijgt de opdracht om een inventaris te maken van het kha, met het oog op uitwisselingen op grote schaal. De Leidse historicus dr N. Japikse10, direc teur van het kha, raakt eind i94I in conflict met Vollmer en Puchner over de precieze wijze van uit voering van het uitwisselingsverdrag. Hij voelt zich niet bevoegd te beslissen over een ruil, aange zien de stukken eigendom zijn van de koningin. Verder is hij vanuit 'archivalistisch-technisch' oog punt niet tegen ruiltransacties op zich, maar acht hij het tijdstip ongeschikt. Aan een voorbereiding wil hij echter wel zijn medewerking verlenen.11 Seyss-Inquart bemoeit zich persoonlijk met deze zaak. Hij stelt, dat overbrenging van stukken uit het kha tot nader order zal worden uitgesteld. Be zwaren van Japikse over individuele gevallen zullen worden gehoord en in de besluitvorming verwerkt. Indien in voorkomende gevallen Japikse het niet met Vollmer en Puchner eens kan worden, zal dit aan hemzelf worden voorgelegd.12 De eerste ronde is vooralsnog voor Japikse. Een jaar later ontstaat er een tweede conflict. Op 12 september 1942 vindt er een conferentie plaats, waarbij in ieder geval de Generalkommissar für Verwaltung undJustitz Friedrich Wimmer (een persoonlijke vriend van de Rijkscommissaris), Vollmer en Japikse aanwezig zijn. Bij deze gelegen heid wordt een protocol opgesteld aangaande de 'uitwisseling' met het kha. Diverse artikelen han delen over de exacte vaststelling van de wijze waar op in het verleden stukken uit Duitsland naar Ne derland en vice versa zijn gegaan en hoe dit nu weer zal veranderen op basis van het herkomstbe- ginsel. Tekenend voor dit protocol is het verhul lende taalgebruik van de bezetter, die in feite een decreet oplegt: Wenn auch durch die Einziehung das Reich das Eigentumsrecht auf die gesammten Bestande des Hausarchivs der Familie Mas- sau-Oranien erlangt hat, ist der Reichskom- missar trotzdem bereit, im Sinne des archiva- lischen Provenienzprinzips zu Gunsten des niederlandischen Staates auf die niederlandi- sche Bestande zu verzichten, wogegen die Ar ch ivalien deutschen Herkunfi nach Deutsch- land zurückgeführt werden13 Japikse zou het met dit protocol eens zijn geweest, maar ontkent dit later weer.14 Hij onderneemt stappen en schakelt daarbij enkele hooggeplaatste nazi s in. Hij stelt, op hoogdravende toon, dat in een van de gesprekken (10-12-1942) tussen Mus- sert en Hitier op het Führerhauptkwartier tegen verdere uitwisselingen' tussen het kha en het Der de Rijk besloten is. In een ander schrijven stelt Ja pikse dat hij 'van zijn kant in zijn toegevendheid al zeer ver gegaan was'. Op Vollmers plan om na de [811

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1995 | | pagina 13