Noten
weigerde dienst te nemen bij de Landstorm'.58 Hij
zei via interneringen in Groningen, Mosbach,
Neurenberg en Dachau tenslotte na mei 1945 als
tolk Engels in Italië terecht te zijn gekomen. Op
15 februari 1948 werd hij door het Tribunaal in
Zutphen tot vier jaar internering veroordeeld en
op 9 maart 1948 vrijgelaten met een proeftijd van
een jaar.59
De Cannenburgh werd eind november 1945 ont
ruimd en per 1 januari 1946 opgeheven.fio Drs
H.M. Mensonides was begin 1946 enkele maan
den werkzaam in het Rijksarchief in Overijssel en
werd daarna benoemd in het gemeentearchief van
Den Haag.61
Mr R. Bijlsma, de Algemeen Rijksarchivaris ge
durende de oorlogsjaren, ging op 31 december
1945 met pensioen. Hij werd opgevolgd door
jhr dr D. P. M. Graswinckel. Deze was sinds najaar
1944 als militair (reserve majoor) in Breda en Brus
sel en werd in oktober 1945 belast met terugvorde
ring van geroofde archieven en bibliotheken. Hij
had daarbij onder andere in 1946 contact met Voll-
mer die weer archivaris in Düsseldorf was gewor
den.62
Conclusie
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bestonden er
voor de Nederlandse Rijksarchieven twee soorten
bedreiging, een materiële en een politieke.
Wat betreft de materiële bedreiging, het schade-
risico, blijkt dat de berging van archieven soms ef
fectief is geweest, zoals in Groningen en in Arn
hem (bankkluis), maar in Middelburg juist niet
(stadhuis).
De politieke bedreiging betrof het Duitse toe
zicht, benoemingen van NSB-leden als archief
ambtenaren en het gebruik van archivalia voor na-
tionaal-socialistische doeleinden. Dr B. Vollmer,
de Duitse Voogd', was archivaris in hart en nieren;
hij beijverde zich voor (nog) meer en betere toe
gangen op archieven. Daarmee zou het uitvoeren
van het 'Westprogramm', legitimering van annexa
tie en bezetting, vergemakkelijkt worden. Van zijn
plannen is weinig gerealiseerd en ook de ruil van
archivalia nam geen grote vormen aan. De indruk
is dat binnen de archiefwereld deze zaken op de
lange baan werden geschoven.
Bovendien had men het druk met assisteren bij
genealogisch onderzoek; schriftelijke aanvragen
werden nauwgezet beantwoord. Incidenteel is er
hulp gegeven bij vervalsingen van afstammingsak-
ten, maar door de noodzaak van geheimhouding
in die tijd is daarover weinig bekend. Welk effect
de aanwezigheid van NSB-ers in de Rijksarchieven
in Zeeland en Drenthe in verband hiermee heeft
gehad, kon niet worden vastgesteld.
Het grootste gevaar kwam van C. L. ten Cate, de
leider van de Centrale Dienst voor Sibbekunde.
Met instemming van Vollmer en gesteund door
zijn relaties met de Sicherheits Dienst had hij toe
gang tot veel archivalia om zijn cartotheek van
'niet-ariërs' aan te vullen. Hiertegen heeft men zich
binnen de Rijksarchieven enkele malen direct ver
zet en ook hier werd tijd gerekt en werden aanvra
gen herhaaldelijk doorverwezen. De inbraak en
roof op kasteel Cannenburgh, waarbij CDS mate
riaal werd afgevoerd, is het meest spectaculaire
conflict geweest van de Duitse bezetter met de
Rijksarchiefdienst.
Men lijkt zich tijdens de bezettingsjaren binnen
de Rijksarchieven vooral formeel en archieftech-
nisch te hebben opgesteld. Wellicht heeft dit een
vertragend effect gehad en zij n diverse plannen van
nationaal-socialistische zijde daardoor niet of
slechts ten dele tot uitvoering gekomen.
Summary
The role of the Dutch Public Record
Off ice during World War II During the
German occupation, the Dutch national archives
were a source for genealogical investigation, to
determine Aryan origin, and on the other hand a
mean to legitimize the conquering politics of the
German Reich. The archives were also used to trace
jews and political opponents of the nazi-regime.
The occupation formed a materialistic (costs to be
made for safekeeping) and political (files were used
for national socialist purposes) tread for the national
archives. In this article 'Nierop' discusses the attitude
of the pro in this new situation as whereas the role of
nsb members who were appointed as archivists.
[76
i Voorditartikel werd gebruikge
maakt van de volgende bron nen
ara, Ministerie van okw, Archief
van de Rijksarchiefdienst: inge
komen en uitgaande stukken
[a jaar-volgnr], bedrijfsvoeringen
personeelszaken [b jaar-volgnr],
ingekomen en minuten van uit
gaande brieven, ara 2eafd. 1938-
heden [d jaar-volgnr], buiten de
agenda gehouden correspondentie
van de Algemene Rijksarchivaris
betreffende oorlogsmaatregelen
1942-45, o.a. dossier beveiligings
maatregelen [veiligheid], dossier
Cannenburgh jan-aug 1944
[Can 1], dossierCannenburgh
sept-dec 1944 [Can n], dossier
Cannenburgh 1945 [Canin];
Rijksinstituut voor Oorlogsdocu
mentatie (riod); Verslagen om
trent 's Rijks Oude Archieven.
2 D. P.M. Graswinckel, 'Bescher
ming van archieven tegen oorlogs
gevaar', nab 43 (1938/39) 51-62;
rapportKalfin:ARA, Min. okw,
Londens archief 1940-45
3 ara, b: 1939-176^: 1939-in.
4 ara, b: 1939-180, telegram 4.
5 vroa 1941.
6 ARA, veiligheid; a: 1942-37.
7 Staatscourant xo maart 1944; vol
gens artikel 7 van de Archiefwet
1918.
8 ara, Cam.
9 vroa: 1944,1945.
I o ara, min.okw, riod, Aanwijzin
gen'.
II ara, b: 1940-126.
12 Wolfgang Hans Stein, 'Die Inven-
tarisierung von Quellen zur deut-
schen Geschichte', Inventarvon
Quellen zur deutschen Geschichte in
PariserArchivenund Bibliotheken
z.j. [1986] xxvii-xxxix; citaten
Karl Heinz Roth, 'Klio's rabiate
Hilfstruppen. Archivare und
Archivpolitik im deutschen
Fascismus', Archivmitteilungen.
ZeitschriftfürArchivwesen, ar
chivalische Quellenkunde und
historische Hilfswissenschaften 41
(1991)11.
13 b: 1940-126; zie ook Torsten
Musial, 'Das staatliche Archiv
wesen in Deutschland 1933-1945,
Archivmitteilungen 41 (1991)
11.13.
14 Stein, 'Inventarisierung', xxxvi-
xxxviii; overiisG zieookMaria
Hunink, De papieren van de
revolutie. Het Internationaal
Instituut voor Sociale Geschiedenis
I935-i947( Amsterdam, 1986).
15 Stein, 'Inventarisierung'.
iöara, d: 1940-80, 81; Stein,
'Inventarisierung', xlii.
17 Citaten ara, a: i940-55;ineen
brief aan de curatoren van de
Rijksuniversiteit Leiden (afschrift
aan het Algemeen Rijksarchief)
18 Citaat ara, a: 1941-37.
19 Stein, 'Inventarisierung', xlii; lijs-
ten o.a. ara, a: i94i~37enB:
1940-163164; ruil andere landen
o.a. ara, a: 1940-48, 55, 56;a:
!94i-4> 17, 26,4o;a: 1942-28.
20 JSteur, 'Nationaal-socialistische
plannen met het archiefwezen',
nab 55(1950/51)82.
21 ara, a: 1942briefVollmeraan
Van Dam d.d. 30-7-1942; a: 1942-
40, commentaar Bijlsma.
22 CitaatARA, a: 1942-15.
23 Citaten ara, a: 1943-51.
24 Steur, Nationaal-socialistische
plannen', 79-82.
25 CitaatARA, b: 1944-10.
26 Steur, 'Nationaal-socialistische
plannen', 76-79.
27CitaatARA, a: 1942-35.
28 ara, a: 1944-29; W. S.Unger,
Nederlandse archieven en de oor
log NAB 53 (1948/49) 130-131;
later bleek de administratie een
chaos te zijn en ook zou Van
Emstede zich geld van het Rijks
archiefhebben toegeëigend, maar
dit is nooit bewezen.
29 VROA I944-1947; NAB 51
(1946/47)2.
30 ara, a: 1940-32;jhrmrdrE.A.
van Beresteyn, 'Het Centraal
Bureau voor Genealogie en zijn
beteekenis voor de documentatie',
Jaarboek van het Centraal Bureau
voor Genealogie 1 1947) 6-9
31 CitaatARA, a: 1940-57;
a: 1940-58,reactie Reinink.
32 A. van der Tang, Stamboomonder
zoek. Een handreiking bij het
schrijven van een familiegeschiedenis
(Utrecht, 1948) 25-28.
33 ara, a: 1940-32; rapport com
missie Van Beresteyn; L. de Jong,
Het koninkrijk der Nederlanden in
de Tweede Wereldoorlog('s-Giaven-
hage, 1974) dl 5 (eerste helft)
538-542. Het rapport van de
commissie Van Beresteyn waarin
de reis van Ten Cate wordt ge
noemd, is gedateerd 3 augustus
1940. Volgens De Jong reisde Ten
Cate in oktober/november 1940
naar de twee bureaus. Was hij er
tweemaal of is het rapport van de
commissie Van Beresteyn gean
tedateerd?
34 ara, a: 1945-11Van Beresteyn,
Centraal Bureau voor Genealo
gie'. 9-
35 ara, b: 1945-95.
36 CitaatARA, D: 1943-114.
37CitaatARA, d: 1941-77.
38 De Jong, 'Koninkrijk', dl 5 (eerste
helft) 538-543.
39 ara, a: 1942-1, bevat o.a. afschrift
notariële stichtingsakte cds
dd3i-7-4i.
40 ara, a: 1942-70.
41 Citaten ara, a: 1941-34.
42 De Jong, 'Koninkrijk', dl 5 (eerste
[77]