terugbrengen in de oorspronkelijke vorm van
stukken waarvan door deskundigen was vastge
steld dat het om vervalsingen ging. Hiervoor was
een wettelijke bepaling nodig, dus het vraagstuk
werd voorgelegd aan het departement van Justitie,
waar de pro-Duitse prof mr J.J. Schrieke Secreta
ris-Generaal was. De Algemeen Rijksarchivaris
werd door de Secretaris-Generaal van owe om ad
vies gevraagd en schreef daarop:
'...houd ik het voor raadzaam Uwerzijds
met de behandeling dezer aangelegenheid te
wachten tot zij door genoemd departement
[Justitie] zalzijn voorbereidA8
Hij schoof dus de verantwoordelijkheid voor de
beslissing van terugdraaien van vervalsingen, iets
wat levensbedreigend was voor de betrokkenen,
naar Justitie. Bijlsma schreef dit na de invasie van
de geallieerden in Normandië. Wellicht hoopte hij
dat de ambtelijke molens langzaam genoeg zouden
malen.
Dat er vervalsingen zijn uitgevoerd staat buiten
kijf, de omvang ervan is echter niet te achterhalen.
De meeste vervalsingen die later weer ongedaan
zijn gemaakt, betroffen doop- en huwelijksakten in
gemeentearchieven en kerkregisters. Ook is bekend
geworden dat door een boekbinder van het Alge
meen Rijksarchief een heel katern uit een register is
gehaald en vervangen door een herschreven versie
van de hand van advocaat mr Y. H.M. Nijgh. Het
'oude' papier hiervoor was door het Rijksarchief ter
beschikking gesteld; de inkt was gemaakt volgens
recept van dr C. J. van Ledden Hulsebos, een poli
tiedeskundige.4' Direct na de bevrijding werden
diverse vervalsingen weer ongedaan gemaakt.
Kasteel Cannenburgh
Een nog crucialer positie gingen Ten Cate en zijn
cds innemen toen kasteel Cannenburgh in Vaas-
sen begin 1944 als Rijksarchiefbewaarplaats in ge
bruik werd genomen. Hier werden retro-acta van
de Burgerlijke Stand uit de kustprovincies gebor
gen. Maar er werd ook een plaats ingeruimd voor
de cds De bedoeling was dat deze dienst de retro-
acta zou gaan fotograferen. Begin 1943 had Secre
taris-Generaal Van Dam al advies gevraagd aan de
Algemeen Rijksarchivaris over het kopiëren van
genealogische gegevens. Bijlsma beperkte zich
toen in zijn antwoord tot twee van de Rijks Gene
alogische Verzamelingen, namelijk huwelijksgege-
vens vóór 1800 van Gelderland en de collectie Van
Fenema (de familieberichten). 'Historisch onder
zoek en Sibbekunde zijn gediend met fiches in
tweevoud. Dit gaat echter veel kosten', schreef
hij.50 De achterliggende gedachte van het fotogra
feren van Burgerlijke Stand-gegevens op de Can
nenburgh was echter ook om de cartotheek van de
cds te completeren. Er werden een foto/film ka
mer en een kantoortje voor de cds ingericht.51
Begin september 1944 veranderde de politieke situ
atie. De kansen van een geallieerde doorbraak leken
groot en er ontstond paniek onder Duitsers en pro-
Duitse Nederlanders. Duitse militairen en later en
kele ss-lieden probeerden de Cannenburgh te vor
deren voor militaire doeleinden. Mensonides, die
er sinds 1 september de dagelijkse leiding had,
schakelde de burgemeester van Epe, de Ortskom-
mandant en het departement van owe in Apel
doorn in, waardoor vordering werd voorkomen.52
Op 5 september, 'dolle dinsdag', werd de cds
opgeheven en het personeel op staande voet ont
slagen. De dag tevoren had Ten Cate zich in Apel
doorn tot mr Van der Haagen van owe gewend
met het verzoek het CDS-materiaal in de Cannen
burgh te bergen, wat werd toegestaan. Ten Cate
zwaaide toen ook met een vonnis van de Hoge
Raad van de nsb waarin hij veroordeeld werd tot
zes maanden schorsing wegens belediging van de
'Leider' (Anton Mussert). Hij had geweigerd diens
portret op zijn bureau op te hangen. Daarna is hij
vertrokken, vermoedelijk naar Duitsland.53
Bij de liquidatie van het cds bureau, 6-9 sep
tember 1944, bleken de particuliere- en dienstza
ken van Ten Cate vermengd. Er werd ook nog veel
onverwerkt materiaal gevonden, dat naar de Can
nenburgh werd gebracht. In de volgende week
werd naarstig gespeurd naar nog meer CDS-mate-
riaal. Dit gebeurde door L.S. Meihuizen van het
departement owe, die belast was met de afwikke
ling van de zaken van de cds. Onder andere ble
ken er te ontbreken een kist met originele Joodse
[74]
registers en negen archiefkasten met gegevens. De
ze zouden zich in paleis t Loo bevinden, maar ook
was er al veel afgevoerd naar diverse burchten in de
Kyffhauser (in de buurt van de Harz). Een onder
zoek op 't Loo werd niet toegestaan door de Duitse
autoriteiten. Geruchten dat er archiefkasten in
Winterswijk waren, deden de ronde. De commu
nicatie was echter moeilijk in die chaotische perio
de, zodat er geen duidelijkheid verkregen werd
over de ontbrekende archiefdelen.54
Op zaterdag 23 september meldde zich een
ss-Obersturmführer op de Cannenburgh met een
machtiging om Juden- und Mischlingkartei und
Kolonialkasten nach Ausweichstelle Kyffhauser zu
transportieren'. Het betrof dus (delen van) de car
totheek van de cds. Het archiefpersoneel en een
aantal hiervoor ter plekke gerecruteerde burgers
werden gedwongen om 35 kisten in te laden. De
volgende dag kwam de ss-officier terug met zijn
manschappen maar nu zonder machtiging. Er
werd gedreigd met een handgranaat en de deur
werd geforceerd. Fotoapparatuur en delen van de
bibliotheek werden in het wilde weg meegenomen.
Tegen deze actie protesteerde Mensonides heftig
bij Nederlandse en Duitse autoriteiten. De zaak
drong door tot op het hoogste niveau; Van Dam
informeerde de Reichskommissar Seyss-Inquart
erover. De opvatting van officiële zijde was dat de
afkoer van de eerste partij materiaal geoorloofd was
geweest, er was immers een machtiging voor, maar
dat de inbraak en roof afgekeurd moesten worden;
tegen de ss-officier zou disciplinair worden opge-
treden. Hier blijkt de zeer formalistische instelling
van de toenmalige overheid: niet het ontvreemden
van archivalia en dergelijke werd beoordeeld maar
het al of niet geautoriseerd zijn van de actie. In
middels werd het raadzaam geacht alles in Rothen-
burg (Kyffhauser) te laten in verband met het
transportrisico. Tegen een plan van Duitse zijde
om ook de rest van de bibliotheek naar Rothen-
burg te brengen werd door Mensonides met succes
bezwaar gemaakt.5 5
In juni 1945 ontving het departement van okw
(nu weer met de vooroorlogse naam en onder lei
ding van Secretaris-Generaal Van Poelje) vanuit
Kyffhauser een brief van W. Wijnacndts van Re-
sandt (1873-1954).5(5 Zijn naam stond vermeld op
een lijst van betrouwbare' genealogen die door
Ten Cate in 1944 was opgesteld. Maar in 1945 was
dat natuurlijk geen aanbeveling meer. Wijnaendts
van Resandt schreef dat hij de zorg voor de archie
ven op zich had genomen nadat het Rasse- und
Siedlungshauptamt derss was opgeheven. Het ging
om retro-acta van de Burgerlijke Stand van Oost
en West-Indië en de bibliotheek van de cds, die
zich op twee plaatsen in Kyffhauser bevonden. 'Dit
alles moet weer naar Nederland. Ik zal er zolang
goed op passen en kan mooi mee naar Velp',
schreef hij. Mensonides had geen goed woord voor
hem over; hij schreef dat Wijnaendts van Resandt
NSB-lid was geweest, stamboeknummer bekend,
en dat er een verband was met dr Grotefend. Deze
archivaris uit Marburg was in maart 1945 naar de
Cannenburgh gekomen voor de CDS-bibliotheek
en had vooral naar afstammingsdossiers gevraagd,
maar was toen met een kluitje in het riet gestuurd.
Bovendien, zo schreef Mensonides, maakte Wij
naendts van Resandt geen melding van andere ge
roofde archivalia, zoals de originele registers die op
paleis t Loo zouden zijn geweest en de afstam
mingsdossiers van NSB-leden. Hij suggereerde
zelfs: 'Heeft wvr zijn kameraden een laatste dienst
bewezen door die te laten verdwijnen?' Deze be
schuldiging werd door niets onderbouwd, het
geeft echter een beeld van de gevoelens ten opzich
te van de nsb direct na de oorlog. Secretaris-Gene
raal Van Poelje vond de politieke betrouwbaarheid
van Wijnaendts van Resandt dubieus en wilde zich
niet rechtstreeks tot hem wenden; hij onthield zich
van commentaar en stuurde deze correspondentie
ter informatie door naar de directeur van het Bu
reau voor recuperatie van voorwerpen van culturele
betekenis.
Anderhalve maand later schreef Whjnaendts van
Resandt dat in Kyffhauser de Amerikaanse bezet
ting door Russische was vervangen en dat hij zelf
naar het zuiden van de Harz was overgebracht. De
delen van de CDS-archieven uit de Russische zone
zijn niet naar Nederland teruggevoerd. 57
Ten Cate werd eind november 1945 bij terugkeer
in Nederland aan de grens aangehouden. Bij zijn
verhoor verklaarde hij al in augustus door de sd te
zijn gearresteerd en veroordeeld tot drie jaar gevan
genisstraf omdat ik als lid van de Germaanse ss
[75]